over bankgaranties 29 j. m. meienhorst het begrip bankgarantie is volledige zekerheid noodzakelijk? de oorzaken hiervan kunnen zijn: Dit zal geen verhandeling worden over de velerlei soorten garanties waarmee de bank in de praktijk te maken kan krijgen, maar dient veeleer gezien te worden als een bijdrage aan het verkrijgen van goed inzicht in de aard van de bankgaranties. Dat daarbij het accent gelegd wordt, op de gebruiken in de aannemerswereld heeft een praktische reden: in de aannemersbranche en met name bij de grond-, weg- en waterbouw wordt veelal een bank garantie door de opdrachtgever verlangd bij het aannemen van werk. Aangezien onze organisatie nogal wat van de hiervoor genoemde aannemers tot haar cliëntenkring mag rekenen komt het vraagstuk van bankgaranties in deze sector regelmatig voor. Een bezinning vooraf op het woord bank garantie komt ons wenselijk voor, omdat in het dagelijkse spraakgebruik de begrippen garantie en borgtocht door elkaar worden gebruikt. Dit behoeft geen verwondering te verwek ken daar de in de praktijk gebezigde term garantie vaak gelijk is aan het juridische begrip borgtocht. In artikel 1857 van het Burgerlijk Wetboek wordt de borgtocht als volgt gedefinieerd: „Borgtocht is een over eenkomst, waarbij een derde zich ten be hoeve van de schuldeiser verbindt om aan de verbintenis van de schuldenaar te vol doen, indien deze niet zelf daaraan vol doet". Daarnaast wordt de term garantie gebruikt voor een overeenkomst, waarbij een derde zich jegens een schuldeiser sterk maakt of er voor in staat, dat diens schuldenaar een bepaalde prestatie zal verrichten (arti kel 1352 BW). Het belang van het onderscheid is o.m. hierin gelegen dat een borgtocht een ac cessoir karakter heeft, d.w.z. onbestaan baar is zonder hoofdverbintenis, terwijl een garantie in de zin van art. 1352 BW zelf standig van aard is. Of we met een garantie in de zin van een borgtocht dan wel als zelfstandige ver plichting te maken hebben, hangt af van de bedoeling van partijen en/of de bewoor dingen van de op schrift gestelde overeen komst. Indien we het bovenstaande schematisch voorstellen, ontstaat bij een door een bank afgegeven garantie het volgende beeld: A komt met B overeen een bepaalde pres tatie te leveren, waarvoor B zal betalen. De betrokken bank gaat met B een over eenkomst aan om, indien A in gebreke mocht blijven, genoegdoening te verschaf fen. In feite ontstaat nu hetzelfde beeld als wij kennen bij borgtochten welke gegeven worden tot meerdere zekerheid voor geld leningen. Redactioneel is een en ander terug te vin den in de tekst van in gebruik zijnde bank garanties waarbij wel de aantekening kan worden geplaatst dat in verschillende bankgaranties een zinsnede opgenomen wordt welke nogal afwijkt van het gebruik bij borgtochten. Deze zin kan b.v. als volgt luiden: „Verbindt ondergetekende zich mitsdien om zonder enig ander bewijs van verschul digdheid te kunnen verlangen dan de schriftelijke mededeling van de garantie ontvanger dat (naam cliënt)voornoemd met haar/zijn verplichtingen als hiervoor be doeld in gebreke is gebleven, te zullen voldoen de op te geven bedragen mits de ze te zamen bedoeld maximum niet zullen overschrijden." Verder vindt men veelal in een bankgaran tie de gebruikelijke formuleringen inzake het afstand doen van alle voorrechten en ex- ceptiën door de wet aan borgen toegekend (speciaal die van uitwinning en schuld splitsing en van het recht zich te beroepen op het gestelde in artikel 1885 van het Bur gerlijk Wetboek). De inhoud van bovenvermelde passage uit een willekeurig gekozen bankgarantie laat aan duidelijkheid niets te wensen over en geeft de garantie-ontvanger een bevredi gende zekerheid. De andere zijde van de medaille is (en daar hebben wij als organisatie in eerste instantie mee te maken) dat een goed gere digeerde bankgarantie voor de afgever hiervan consequenties inhoudt indien de betrokken cliënt zijn verplichtingen niet nakomt of niet na kan komen. Dat een bank bij het afgeven van een bankgarantie een risico aanvaard is duidelijk en dit be paalt dan ook de houding van de banken bij het afgeven van een bankgarantie. De bank pleegt van een cliënt een contra garantie te vragen voor een af te geven bankgarantie. De zekerheid voor de na koming door cliënt van zijn verplichtingen voortvloeiende uit deze contragarantie wordt afzonderlijk geregeld (b.v. verpan ding tegoeden, inperking krediet). In de praktijk kan deze bancaire benadering van de bankgarantie voor ondernemers proble men scheppen. Zowel bij het inperken van het krediet als bij verpanding van tegoeden van het be drijf worden de voor de normale bedrijfs- financiering benodigde liquiditeiten aan getast. In deze gevallen schiet cliënt één van de doeleinden, waarvoor een bankga rantie gevraagd kan worden, voorbij. Als voorbeeld kan het volgende praktijkgeval uit de aannemerswereld dienst doen: ,,De opdrachtgever stelt de aannemer voor de volgende keus: a. tussen de berekende prijs van de ver richte werkzaamheden en de declarabele termijnen dient een verschil van minimaal 10 te zijn, of b. cliënt kan, ten genoegen van de op drachtgever, een bankgarantie van 10% van de aannemingssom stellen. In dit geval vervalt de onder a. gestelde eis". (Dit voorbeeld kan niet in alle gevallen gehanteerd worden, er zijn velerlei meng vormen in gebruik waarbij het ook voor kan komen dat zowel a als b vereist zijn.) Indien de aannemer uit het praktijkvoor beeld naar zijn bankier stapt voor het ver krijgen van een bankgarantie dan doet hij dit teneinde te voorkomen dat de opdracht gever bij het vaststellen van de termijnde claraties steeds een veiligheidsmarge van 10% berekent. Het inperken van een be staand krediet (of verpanding van tegoe den) tot het bedrag van de bankgarantie (b.v. 10% van de aanneemsom) biedt voor deze ondernemer geen oplossing van het veronderstelde financieringsprobleem. Ove rigens kan uit dit praktijkvoorbeeld wel afgeleid worden dat opdrachtgevers pogen een zo groot mogelijke veiligheidsmarge in te bouwen. Dat daarbij de „Zwarte Piet" soms in handen van de bankier terecht komt is niet te voorkomen; de bankier zal echter trachten de risico's zo klein mogelijk te houden. En daarbij speelt het onderwerp zekerheden een voorname rol. Is het noodzakelijk dat voor iedere bank garantie een volledige zekerheid wordt ge steld? Bij het bezien van deze vraag kun nen twee fasen van elkaar gescheiden wor den: de risico's tijdens de uitvoering van het werk en de risico's tijdens de onderhouds termijn. Voor wat betreft de risico's tijdens de uit voering van het werk kan het volgende op gemerkt worden: De bank kan aangesproken worden voor de volledige som van de afgegeven bank garantie. Te bezien valt echter in welke voorkomende gevallen deze aanspraken in de praktijk gehonoreerd worden. Dit zal namelijk voorkomen indien de ondernemer het werk niet uitvoert volgens opdracht. a. organisatorische en technische tekort komingen in het bedrijf; b. surséance c.q. faillissement van de on dernemer/onderneming;

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 31