21
rfV
T
doelverdediger was niemand minder dan
de Haarlem-keeper Rob Boersma.
Zo'n kans op een kort maar hevig duel met
een nationaal bekend doelverdediger kostte
een gulden en het intermezzo bracht bijna
tweehonderd gulden op, een bedrag dat
door de Rabobanken werd aangevuld tot
500,—.
Dit bedrag werd gebruikt om speelgoed te
kopen voor het dagverblijf voor geestelijk
gehandicapte kinderen „Pinokkio" te Zaan
dam.
Op de foto zien we Cor Boersma in actie
bij een onhoudbaar schot van de secretaris
van het jeugdbestuur van KFC, Cor de Waal.
Bankbiljet
Een gezelschapsspelletje, waarmee u suc
ces kunt behalen in de kring van collega's
en vrienden is om aan een van de aanwezi
gen te vragen zo nauwkeurig mogelijk de
afbeeldingen te beschrijven van een be
paald bankbiljet. Het is ook een beetje een
gemeen spelletje, want meestal komt het
slachtoffer er bekaaid af en blijkt dat hij
maar erg weinig weet te vertellen over de zo
fraai bedrukte papieren, die hij dagelijks in
zijn portefeuille of portemonnee meedraagt.
Wist u bijvoorbeeld echt, wat er is afgedrukt
op het biljet van 5,
Van de voorkant zult u wel een en ander
kunnen vertellen: cijfers, handtekeningen,
alles even mooi en ingewikkeld gestyleerd,
letters, Vondels kop wellicht?
Wist u dat er voor zeer goede ogen zon
der vergrootglas leesbaar een dichtregel
voorkomt op deze kant van het biljet en wist
u welk gebouw is afgebeeld? Of had u zelfs
nog nooit een bouwsel gezien?
Dit schreef De Nederlandsche Bank erover
op verzoek van een van onze afdelingen:
Op de keerzijde van het bankbiljet van 5
is een gedeelte afgebeeld van het toneel in
de Amsterdamse Schouwburg (voltooid in
1637, gesloopt in 1664). De afbeelding stelt
voor het uitbouwsel, vanuit de zaal gezien
links, versierd met loof en vier medaillons,
waarvan het tweede en derde elkaar ge
deeltelijk bedekken.
In het boekwerk „Geschiedenis van den
Amsterdamschen Schouwburg 1496-1772"
van dr. J. A. Worp, uitgegeven met aanvul
ling tot 1872 door dr. J. F. M. Sterck, uitgave
S. L. van Looy, Amsterdam 1920 komt op
bladzijde 84 in een beschrijving van het to
neel van de Schouwburg o.m. het volgende
voor:
„Op den architraaf van dit bouwwerk stond
het versje van Vondel:
7wee vaten heeft lupijn.
Hij schenckt nu zuur, nu zoet,
Of matight weelde en vreught
Met druck en tegenspoet."
Het is duidelijk, dat met lupijn wordt be
doeld: Jupiter. Volgens Homerus stonden
aan de drempel van Jupiters woning twee
Een beeldje uit 460 voor Christus: Zeus
(Jupiter) met zijn bliksemstraal. Thans
in een Berlijns Museum, maar afkomstig uit
Dodona, Griekenland. Dodona had een
oude orakelplaats, waarvan men geloofde,
dat Zeus er zijn voortekens gal in het
ruisen van een gewijde eik.
vaten, het ene met boze gaven gevuld, het
andere met goede.
Daaruit woog de god met een gouden
schaal ieder zijn lot toe.
Het versje van Vondel is een vrije vertaling
van vier verzen uit de Ilias van Homerus,
Boek XXIV, verzen 527 t/m 530. De op vers
maat vertaalde tekst van dr. Aegidius W.
Timmerman luidt:
,,Want bij Zeus op de drempel des
[hemels
Staan er twee kruiken, de ene met kwade,
[als hij ze wil schenken,
d'Andre met heerlijke gaven gevuld. En
[aan wie hij die gaven,
Zeus, die de bliksemstraal slingert, uit
[béiden, dooreengemengd toedeelt,
Die man treft nu eens een ramp en dan
[begeleidt hem weer voorspoed"
Onder de medaillons op het linker uitbouw
sel staat de tekst: „Tolluntur in altum". Dit
is een citaat uit „In Rufinum", Boek I, verzen
22 en 23, van de laat-romeinse dichter
Claudianus. De volledige zin luidt: „Tollun
tur in altum ut lapsu graviore ruant", het
geen betekent: „Zij worden omhoog ge
heven om des te zwaarder neer te smak
ken". De woorden indiceren de lotswisseling
in de tragedie.
Het biljet werd ontworpen door de heer
R. D. E. Oxenaar.