internationale
liquiditeiten
economische begrippen toegelicht:
18
drs. a. h. a. van der meer
Wanneer men binnenlands elkaar iets moet
betalen, kan hiervoor chartaal of giraal geld
worden gebruikt. Iets moeilijker wordt het
wanneer we een Spanjaard of een Ameri
kaan iets zijn verschuldigd. Buitenlanders
ontvangen over het algemeen liever een be
drag in dollars of ponden dan in guldens. In
de tegenovergestelde situatie ontvangen wij
bij een transactie met bijvoorbeeld een Afri
kaans land, liever dollars dan de nationale
munt van het betreffende Afrikaanse land.
Op deze manier ontstaan er slechts een paar
geldsoorten internationale liquiditeiten
waarmee men elkaar internationaal kan
betalen. Officieel luidt de definitie van in
ternationale liquiditeiten volgens het Inter
nationale Monetaire Fonds: „de in het inter
nationale verkeer algemeen geaccepteerde
deviezen en andere buitenlandse liquide
activa in het bezit van commerciële banken,
particuliere niet-bancaire instanties c.q.
personen en internationale instanties, als
ook de internationaal geaccepteerde mo
netaire reserves van officiële instanties".
Het ligt voor de hand dat naarmate de inter
nationale handel toeneemt, ook de behoefte
aan internationale liquide middelen groeit.
Als gevolg hiervan is het aantal vormen van
internationale liquiditeiten in de loop der
tijd toegenomen. Door het in september jl.
op de jaarvergadering van het IMF afgeslo
ten goudakkoord, zal echter naar te ver
wachten valt over anderhalf jaar de mone
taire betekenis van het goud worden terug
gedrongen.
Thans bestaan de internationale liquiditei
ten in hoofdzaak uit de volgende onder
delen:
a. goud;
b. de goudtranche van IMF en BIB;
c. de bijzondere trekkingsrechten op het
IMF;
d. de gewone trekkingsrechten op het IMF;
e. de sleutelvaluta's.
ad a. Het oudste internationale betaalmid
del wordt gevormd door het goud. Vanwege
de praktische moeilijkheid om met goud te
betalen, de aan de goudopslag verbonden
bewaarkosten, de aanwending ervan ten
behoeve van sieraden en industrie en voor
al de beperkte produktie ervan, zijn er an
dere vormen van internationale liquiditeiten
ontstaan.
ad.b. Ten einde onder andere de interna
tionale samenwerking en het handels- en
kapitaalverkeer te bevorderen, is in 1945
het Internationale Monetaire Fonds opge
richt1). Om haar doeleinden te kunnen ver
wezenlijken, heeft dit Fonds behoefte aan
een werkkapitaal, hetgeen door de 126 lid
staten is bijeengebracht. Indien een lid
staat met betalingsbalansproblemen kampt,
kan het van het Internationale Monetaire
Fonds een krediet krijgen afhankelijk van de
grootte van de storting in het werkkapitaal.
Deze storting oftewel het quotum bestaat
tot op heden voor 25°/o uit goud en voor
75% uit de eigen valuta van het land. Stel
dat land A een quotum heeft van 100 mil
joen en land B een quotum van 200 mil
joen.
Wanneer we aannemen dat land A een kre
diet in valuta B opneemt door voor 20 mil
joen op het Fonds te trekken, dan koopt
land A met zijn eigen valuta de valuta van
land B. Het Internationale Monetaire Fonds
bezit dan 75 van 100 miljoen plus 20
miljoen 95 miljoen aan valuta van land
A en 130 miljoen aan valuta van land B.
We spreken van het trekken binnen de
goudtranche, wanneer het bezit van het
Fonds aan valuta A niet meer bedraagt dan
100% van het quotum van land A. Deze
goudtranche is een vrij, onbelemmerd trek
kingsrecht en wordt daarom tot de hoeveel
heid internationale liquiditeiten gerekend.
Sinds kort wordt ook de goudtranche van
het trekkingsrecht op de Bank voor Inter
nationale Betalingen hiertoe gerekend.
Wanneer over anderhalf jaar het goud
akkoord in werking treedt wordt geleidelijk
aan het goudbezit van het IMF kleiner. Ook
vervalt dan de verplichting dat 25% van
het quotum uit goud moet bestaan. In feite
is daarom de betekenis van de goudtranche
als internationale liquiditeit een aflopende
zaak.
ad c. Ten einde het tekort aan internatio
nale liquiditeiten te verminderen, is in 1963
besloten om de zogenaamde bijzondere
M. van den Andel: Het IMF. Rabobank
1975, nummer 5.