wob
5
gingen zijn niet buiten het OBF omgegaan.
Zo hoort het ook tussen primaire maat
schappijen onder elkaar.
Onnodig te zeggen, dat onderzijds ook met
het OBF een goede samenwerking zal blij
ven bestaan.
Al met al zijn dit tekenen van een nieuwe
aanzet, die al is hij nog niet geheel uitge-
kristaliseerd, de assurantiebemiddelings
activiteit van onze organisatie zullen stimu
leren.
Wij wensen de nieuwe samenwerking, die
zich gaat aftekenen tussen deze drie be
vriende maatschappijen veel succes toe.
RABOBANO
Dit woord verschilt slechts één letter van
de naam van ons maandblad. Men zal dan
ook niet verwonderd zijn te horen, dat Ra-
boband de naam is van een nieuwe perio
diek, waarvan het eerste nummer zeer aan
staande is. Het is de naam, waaronder het
blad bestemd voor de personeelsleden van
al onze banken zijn, naar wij toewensen,
lange en bloeiende leven begint.
Het is merkwaardig, dat pas nu, nadat onze
organisatie meer dan drie kwart eeuw heeft
bestaan, een dergelijk blad verschijnt. Ook
vroeger was het gezamenlijke personeels
bestand van de banken immers niet onaan
zienlijk. Men had zich gemakkelijk een
eigen periodiek voor dat personeel kunnen
denken.
De gedachte en de behoefte daaraan is
echter eerst de laatste jaren opgekomen.
Natuurlijk is dat sterk bevorderd door het
grotere contact, dat tussen de banken on
derling is ontstaan, door het alom herken
bare van de naam Rabobank en door de
gelijke inhoud van de primaire en secun
daire arbeidsvoorwaarden, waaronder de
IN MEMORIAM MR. H. C. J. LE LOUX
Op 12 augustus jl., twee dagen na zijn
63e verjaardag, is mr. H. C. J. Ie Loux
op zijn kamer in het kantoor van de
Centrale Bank te Eindhoven plotseling
overleden.
Ruim tweeëndertig jaren is hij bij de
Centrale Bank werkzaam geweest.
In dienst getreden bij de toenmalige
Rechtskundige Afdeling in het laatste
oorlogsjaar werd hij na de bevrijding on
middellijk geconfronteerd met de vele
problemen, ook op juridisch terrein, die
de wederopbouw van ons land en de af
wikkeling van de oorlogsschade met zich
mee brachten. Vooral op dit laatste ter
rein werd door hem veel en belangrijk
werk verricht; eerst als secretaris van
een Commissie van de Algemeen Platte
lands Risico Molest, die met de regeling
van deze schade was belast, later ook
als advseur van de Oorlogsschadecom
missie van het Landbouwschap.
Met de opleving van de bedrijvigheid in
ons land breidden ook de activiteiten
van de organisatie zich uit. Tal van
nieuwe problemen met de daaraan ver
bonden juridische facetten werden mede
door hem bestudeerd en tot oplossingen
gebracht.
Genoemd zouden kunnen worden de fi
nancieringen aan emigranten die in hun
nieuwe vaderland een bestaan gingen
opbouwen en, verband houdend daar
mee, de contracten en de regelingen die
getroffen zijn met b.v. Credit-Unions.
Zijn grote kennis van de notariële weten
schap bracht mee dat hij, binnen de
groep van juridische medewerkers, bij
uitstek geschikt was om de problemen
die zich op dit terrein voordoen, tot een
goede oplossing te brengen.
Zijn benoeming tot Juridisch Adviseur
in 1965 bracht mee dat hij zich geheel
kon gaan richten op de meest essentiële
zaken van de organisatie. Daarnaast
nog verleende hij aan tal van relaties van
de Centrale Bank adviezen over hun ju
ridische structuren en gewenste wijzi
gingen daarin. Zijn grote kennis van de
wet en zijn belezenheid hielpen hem
daarbij, waar nodig, nieuwe wegen te
gaan.
Naast zijn werkzaamheden in zijn vak
gebied, nam hij een belangrijk aandeel
in de organisatie van de personeelsver
eniging van de Centrale Bank. Als voor
zitter van deze vereniging maar evenzeer
als deelnemer aan jaarlijkse toneeluit
voeringen welke door het personeel wer
den verzorgd, heeft hij zich voor de
medewerkers van de Centrale Bank in
gezet. Zijn toespraken bij jubilea van
medewerkers waren dermate befaamd,
dat „de zaal" automatisch stil werd als
hij het spreekgestoelte betrad om in
fraai geformuleerde volzinnen de jubi
laris te huldigen.
In de laatste jaren ging zijn gezondheid
achteruit; velen hebben zich daar be
zorgd over getoond.
Niemand had verwacht dat hij zo plotse
ling zou heengaan.
Een knap jurist, een goed collega en een
goed mens; zo zullen wij hem ons blijven
herinneren.
Mr. C. J. B. Ebeling
medewerkers van onze aangesloten ban
ken werken.
Ook het personeel zelf van de banken heeft
dat blijkbaar gevoeld. Het is een verrassen
de coïncidentie, dat de geboorte van de
Raboband en de officiële oprichting van de
Vereniging van Personeelsleden van Rabo-
banken nagenoeg op hetzelfde tijdstip
plaatsvinden. Dat is ongewild, want de
plannen voor beide zijn geheel los van el
kaar ontstaan, maar het is toch een geluk
kige omstandigheid. Wij menen, dat net als
de Vereniging ook de Raboband als het
ware in een wel toebereide akker valt.
Natuurlijk is de Raboband een intern blad.
Wel met een forse oplage, want er zijn reeds
meer dan 16.000 personeelsleden bij de
banken. Strikt genomen is het geen perso
neelsblad in de gebruikelijke zin. Het is im
mers niet bestemd voor het personeel van
één werkgever, maar voor dat van meer dan
duizend werkgevers, de aangesloten ban
ken. Personeel, dat in kleinere en grotere
groepen door het hele land verspreid
woont. Dat zal ongetwijfeld de redactie bij
de samenstelling van de inhoud nog wel
eens voor problemen stellen, want het is
natuurlijk onmogelijk, dat ieder personeels
lid in ieder nummer iets leest over zijn
naaste collega's of over zijn naaste omge
ving. Maar als we aan onze grote, wijd ver
takte organisatie denken, wordt dat begrij
pelijk.
Die redactie weerspiegelt ook reeds het ka
rakter van de Raboband. De redactiecom
missie is samengesteld uit zes personeels
leden van de banken drie dames en drie
heren drie directeuren van de banken
en twee heren aangewezen door de Cen
trale Bank. Zo wordt op gelukkige wijze be
reikt, dat zowel degenen voor wie het blad
bedoeld is, als de landelijke instantie van
onze uit zovele delen opgebouwde organi
satie nauw bij de redactionele beleidsvoe
ring betrokken zijn. Vanzelfsprekend is het
de bedoeling, dat het blad ook een twee
richtingsverkeer zal vertonen: niet alleen
voor, maar ook door de personeelsleden.
Met de redactiecommissie hopen wij dat
regelmatig bijdragen van de lezers zelf zul
len verschijnen.
Raboband is een heel goede naam. Simpel
en voor de hand liggend, maar tegelijk
zeer inhoudsrijk. Onze banken en hun per
soneelsleden zullen het met ons eens zijn,
dat het de moeite waard is van zo'n blad
iets te maken. Met ons aller belangstelling,
steun en zonodig medewerking zal dat best
lukken.
De redactiecommissie en haar helpers wen
sen wij veel succes toe. Raboband: goede
reis en behouden vaart!