geld- en kapitaalmarkt
34
1
drs. b. j. kruimel en mevr. mr. h. besanpon
geldmarkt
obligatiemarkt augustus 1975
De berichten over de economische situatie in een groot
aantal westerse landen zijn nog weinig bemoedigend.
Vooralsnog is er alleen in de Verenigde Staten sprake van
enige opgang van de conjunctuur, waarbij echter ook de
inflatie weer de kop op dreigt te steken. In een aantal an
dere landen is men van mening dat het dieptepunt vrijwel
bereikt is, maar dat de opgang waarschijnlijk pas in 1976
zal plaatsvinden. Het is vooral aan de conjunctuur te dan
ken dat een groot aantal overheden met formidabele fi
nancieringstekorten is komen te zitten. Enerzijds moe(s)ten
namelijk de uitgaven sterk worden verhoogd voor allerlei
stimuleringsprogramma's, terwijl anderzijds de belasting
inkomsten sterk achterblijven. Aangezien de ruimte op de
kapitaalmarkt in bijna alle landen onvoldoende groot is om
de overheidstekorten te financieren, moeten deze veelal
door middel van monetaire financiering worden gedekt.
Dit houdt in Nederland in dat de liquiditeitenmassa toe
neemt tengevolge van de overheidsfinanciering. Indien
vanwege het achterblijven van bijvoorbeeld de krediet-
vraag de groei van de liquiditeitenmassa niet groter is dan
de groei van het nationale inkomen behoeft van een der
gelijke financieringswijze geen extra inflatoire impuls uit
te gaan. Is zij echter wel groter, dan verhoogt de mone
taire financiering de inflatie.
Men mag stellen dat de monetaire autoriteiten weinig ge
lukkig zullen zijn met een oplopen van de inflatie en der
halve in een bepaalde mate een krapgeldpolitiek zullen
voorstaan. Monetair gezien is er dus het dilemma tussen
enerzijds een lagere rente voor het bevorderen van de
conjuncturele opgang en het dekken van de overheidste
korten en anderzijds een hogere rente vanwege de inflatie-
bestrijding.
Een aantal van de bovenstaande aspecten is de afgelopen
maand op de geldmarkt aan de orde geweest. Zo kwam
de Agent van het Ministerie van Financiën met een tender
van 5-jaars schatkistbiljetten waarop ƒ316 miljoen werd
toegewezen a Vli en werden er op 1 en 2 september
3-jaars biljetten a 67/8% en 5-jaars biljetten a 7%% over
de toonbank afgegeven voor een totaalbedrag van naar
schatting meer dan 450 miljoen.
Ook na de discontoverlaging op 15 augustus met V2 punt
(het promessedisconto is nu 6V2 °/o) welke met name door
de rente-ontwikkelingen in het buitenland werd ingegeven,
heeft De Nederlandsche Bank haar stringente begeleiding
van de geldmarktruimte voortgezet onder andere door
middel van enkele ryiarktverkrappende dollarswaps en een
kasreserve welke aan de hoge kant was.
In de komende periode zal een verdere verkrapping van de
geldmarkt gaan optreden aangezien vanaf eind september
voor circa 4 miljard belasting betaald zal moeten worden.
De obligatiemarkt is in augustus vrij labiel geweest. Dit
weerspiegelde zich o.m. in onze Rentewijzer, die het ge
middelde rendement aangeeft van een aantal langlopende
Staatsleningen en BNG-leningen. Op 1 augustus gaf de
Rentewijzer een percentage aan van 8,82, op 14 augustus
bereikte zij een percentage van 9,11 terwijl daarna weer
een dalende lijn te zien was tot 8,87 op de laatste beurs-
dag van de maand.
Deze schommelingen zijn ook niet verwonderlijk wanneer
men bedenkt dat de beleggers worden geconfronteerd met
een aantal tegenstrijdige factoren. Aan de ene kant staan
de tekorten van de overheid voor de jaren 1975 en 1976
die gefinancierd moeten worden terwijl anderzijds de hui
dige economische recessie de kredietvraag van het be
drijfsleven heeft verminderd en de besparingen heeft doen
toenemen.
Het feit dat de stimuleringsmaatregelen van de overheid in
het voorjaar van 1976 een opleving van de economie ten
gevolge kunnen hebben waardoor de investeringen weer
gaan toenemen en mogelijk ook de inflatie weer een im
puls krijgt, heeft vele beleggers ertoe gebracht op wat
langere termijn een rentestijging te verwachten. Zeker ook
met het voorbeeld van Amerika voor ogen waar de opleving
van de economie zich momenteel reeds lijkt voor te doen
en waar de rente een stijgende tendens te zien geeft.
Hierbij hield men geen rekening met het feit dat in Europa
nog geen tekenen zijn dat de economie op gang komt.
Bovendien is men in Europees verband, onder aanvoering
van Duitsland, tot de conclusie gekomen dat, teneinde uit
de huidige recessieperiode te geraken, voorlopig o.m. een
politiek van lage rente gevoerd moet worden. Deze politiek
blijkt ook uit de discontoverlagingen die halverwege de
maand in Duitsland en Nederland en later ook in Zwitser
land bekend werden gemaakt.
De wisselende stemming op de obligatiemarkt is dan ook
van invloed geweest op het slagen van de verschillende
emissies. De 9% 10-jarige lening Estel a 99,5%, waarvan
de inschrijving tot 6 augustus openstond, werd een groot
succes. De 9 5-jarige lening van het Koninkrijk Dene
marken a 100%, waarvan de inschrijving op 11 augustus
sloot haalde de streep net niet. De eerste notering van
deze lening was dan ook 98,5%.
De aankondiging van de 8%% 8-jarige BNG-lening a
100% met open leningsbedrag werd in eerste instantie
somber ontvangen. De voorwaarden werden als te scherp
gekwalificeerd. Door de discontoverlaging werd de lening
toch een groot succes en kon 360 miljoen uit de markt
genomen worden. Het feit dat ook het buitenland weer
eens belangstelling toonde was een grote verrassing.
Terwijl wij dit schrijven staat de inschrijving open op de
83A% 10-jarige lening van de Nederlandsche Investerings
bank voor Ontwikkelingslanden a 99'At Deze leningen
worden thans volledig gegarandeerd door de Staat. Aan
gezien het rendement uitkomt op 8,89% zal de lening in de
huidige situatie kans van slagen hebben.