16 schipper-eigenaren veroverden de noordzee investering in en financiering van de visserij de kleine zeevisserij kroniek van de zeevisserij tong en schol. Tong, een voor export veel gevraagde dure vissoort, is de basis van de kleine zeevisserij: van de totale jaarlijkse opbrengst was bijna de helft afhankelijk van de tongopbrengst. Het is nog maar enkele decennia geleden, dat de aanvoer van zeevis vrijwel uitslui tend plaats vond met zeil- en later stoom schepen van rederijen met een bemanning in loondienst. De opkomst van het motor schip heeft daarin grote verandering ge bracht. De motor vergde geen al te grote investering, zoals voor een stoommachine noodzakelijk was, met het gevolg dat met name de visserij op platvis (tong en schol) voor de rederijen verloren ging en werd overgenomen door schipper-eigenaren van motorkotters. De betekenis van de rederijen is daardoor in de loop der jaren achteruit gegaan en de kottervloot van de schipper- eigenaren van toenemende betekenis ge worden. De schipper-eigenaar kan zich op zijn ter rein makkelijk handhaven t.o.v. het rederij- bedrijf. In plaats van met personeel in loondienst werkt hij met zoons of met anderen op basis van een maatschaps contract. leder der vijf of zes opvarenden ontvangt een deel van de opbrengst, waar door een zekere flexibiliteit wordt ver kregen. Uit tabel II blijkt, dat het aantal schepen, motortrawlers, der rederijen de afgelopen jaren is gedaald. Het totale motorvermogen bleef met 87.000 pk in 1974 op peil. In tabel III is een overzicht gegeven van het aantal nieuwe schepen, vervanging van oude motoren door nieuwe en het bedrag der investeringen dat daarvoor nodig was. De investeringen blijken in hoofdzaak in vesteringen te zijn die betrekking hebben op de kleine zeevisserij. Opmerkelijk zijn de grote aantallen kotters die in 1973 en 1974 in bedrijf werden gebracht, meestal schepen van 2 a 3 miljoen gulden per schip. In 1973 werd in totaal voor 135 miljoen geïnvesteerd, waarvan 107 miljoen in Noordzeekotters. In 1974 werd voor niet minder dan 175 miljoen in zeevissers vaartuigen geïnvesteerd, waarvan 150 miljoen in kotters. Voor de financiering is ruimschoots ge bruik gemaakt van hypothecaire kredieten. Een groot deel van de investeringen is dan ook gefinancierd met vreemd vermogen. Een indruk daarvan geeft tabel IV, waarin naast het totaal der investeringen, het totaal der nieuw ingeschreven scheeps- hypotheken op vissersvaartuigen is ver meld. Vergelijking van deze cijfers leidt tot de conclusie, dat in de visserij de in vesteringen met een hoog percentage vreemd vermogen zijn gefinancierd. In goede tijden levert dat geen problemen op. Tabel I TOTALE AANVOER EN OPBRENGST PER TAK VAN VISSERIJ Aanvoer in min. kg Opbrengst in min. guldens 1967 1969 1971 1973 1974 1967 1969 1971 1973 1974 Grote zeevisserij 83 75 69 83 74 54 59 70 96 98 Kleine zeevisserij 85 93 116 108 112 121 137 190 268 266 Garnalenvisserij 12 10 5 6 7 18 13 14 18 20 IJsselmeer visserij 25 92 83 98 86 11 16 13 18 20 Mosselkwekerijen 1 1 1 1 1 5 6 7 8 10 Oesterkwekerijen 14 8 3 3 3 12 10 9 8 9 Overige viss. 5 2 1 1 2 2 2 1 1 1 Totaal 225 281 278 300 285 223 243 304 417 424 Tabel II OVERZICHT VAN DE VLOOT ULTIMO 1967 1969 1971 1972 1973 1974 Aantal schepen met als hoofdbedrijf G rote zeevisserij 114 91 74 72 68 68 Kleine zeevisserij 480 460 456 469 472 458 Garnalenvisserij 230 194 145 131 143 156 Totaal motorvermogen in 1000 pk. Grote zeevisserij 94 82 75 75 80 87 Kleine zeevisserij 156 196 215 239 293 342 Garnalenvisserij 29 28 23 20 23 26 Tabel III INVESTERINGEN IN DE ZEEVISSERIJ 1967 1969 1971 1972 1973 1974 Totaal aantal nieuwe schepen 54 34 21 20 51 68 Vervangen motoren 80 39 16 32 36 34 investeringen in min. guldens 44 31 40 48 135 175 nieuw ingeschreven scheeps- hypotheken in min. gld. 35 32 45 waarvan kleine zeevisserij: Nieuwe schepen 38 29 16 16 43 51 Vervangen motoren 42 16 12 22 20 19 Investering in min. guld. 31 29 27 39 107 150 Tabel IV INVESTERINGEN IN DE VISSERIJ EN NIEUW INGESCHREVEN SCHEEPSHYPOTHEKEN OP VISSERSVAARTUIGEN 1967 1969 1971 1972 1973 1974 Investeringen 44 31 40 48 135 175 Hypotheken 25 33 45 54 147 150 In slechte tijden zullen rente en aflossing tot ernstige moeilijkheden leiden. Het jaar 1974 was voor de visserij een moeilijk jaar, waarmede een reeks van zeer goede jaren werd afgesloten. De oliecrisis had tot gevolg dat de prijs van motorbrandstof ongeveer driemaal zo hoog kwam te liggen als in de vooraf gaande jaren. Ook nylon netwerk en staal draad stegen aanzienlijk in prijs. De prijs van het belangrijkste produkt: tong daaren tegen daalde enigszins. Met 458 ketters werd in 1974 de kleine zeevisserij als hoofdbedrijf uitgeoefend tegen 472 in 1973. Door vernieuwing van een deel van de vloot met 51 nieuwe kotters met een aanzienlijk groter motorvermogen steeg het gemiddelde motorvermogen van 621 pk in 1973 tot 747 pk in 1974. De vloot is zeer modern, zestig procent van de kotters is minder dan 10 jaar oud. De nieuwe kotters hebben een groot motor vermogen van omstreeks 1500 pk. Biologi sche bezwaren werden daartegen niet naar voren gebracht. Economisch kan men zich afvragen of vissers met het opvoeren van het motorvermogen wel op de goede weg zijn. Nader onderzoek zou dit kunnen uit wijzen. Beschouwt men de bedrijfsresultaten zoals deze door de afd. Visserij van het LEI zijn

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 18