14 schema's of stappen europese munt Men kan zich afvragen of het opstellen van schema's en wellicht nieuwe verdragteksten wel zo zinvol is, wanneer de bestaande instellingen zo weinig armslag krijgen. Zou het niet vruchtbaarder zijn, wanneer de beschikbare ener gie gebruikt wordt voor de kleine stappen vooruit, zoals met de verruiming van de bevoegdheden van het Europees Parlement is gebeurd en met de invoering van de directe verkiezingen voor dit college, welke over enkele jaren zijn beslag zal krijgen? Voor de land- en tuinbouw is vooral in deze discussie van belang de grote aandacht welke wordt besteed aan de economische en monetaire samenwerking. In het rapport- Spierenburg wordt dit centraal gesteld. Zoals in 1958 het EEG-verdrag de groei naar een vrije markt van goederen en diensten het hoofddoel was, wil de commissie-Spieren burg nu de ontwikkeling naar één Europese munt een centrale doelstelling van de Europese Unie maken. Evenals de vrije markt zou de Europese muntunie in een aantal in een verdrag omschreven fasen tot stand moeten komen. De commissie-Spierenburg realiseert zich dat met de in voering van een Europese munt er een heel stuk econo misch en sociaal beleid in de EG-lidstaten geharmoniseerd moet worden. Dat is ook de bedoeling; met het streven naar één munt komt er een nieuwe motor in het integratie proces. Het is een aantrekkelijke gedachte: één Europese munt. Het spreekt ook tot de verbeelding van de Europese burger, die b.v. op zijn vakantie geen moeilijke rekensommen behoeft te maken. Voor de landbouw betekent het dat het handelsverkeer tussen de EG-landen verlost zal zijn van de z.g. compensatoire bedragen. Het is echter niet te verwach ten dat de Europese regeringen zich zullen vastleggen aan nieuwe integratieschema's en er zich dan ook aan zullen houden. De Europese integratie zal niet gemakkelijk een andere weg vinden dan waarover de laatste jaren moei zaam is voortgehobbeld. Toen zijn moeder ook was gestorven viel het in den beginne niet mee. Ze had in en rond het huis alles geregeld en voor hem bleef alleen stal en land te beredderen. Aan trouwen dacht hij niet meer, daarvoor was hij te oud en het kostte nog handen vol geld ook. Werken en 's avonds even een ommetje maken langs de dijk. Zondagmorgen na kerk binnenwippen bij Jansszen voor een paar borreltjes en wat praten. Beter kan een goed mens niet verlangen van het leven. Dat was Willems filo sofie geweest tot de ochtend dat hij bij de Rabobank bin nenstapte om een paar betalingsopdrachten af te geven. De directeur zat op zijn gewone plaats, maar aan de balie stond niet dat jonge ding, maar een mooi wijf van zijn ei gen leeftijd. Ze zag er gezond en stevig uit en er was een brok in zijn keel gekomen. Warm en koud was hij geworden toen ze hem aankeek en ze lachte. Hij had stotterend zijn boodschap gedaan. Die week had hij geen rust in zijn lijf gehad en was nog eens terug gegaan. Bij gebrek aan be ter had-ie maar honderd gulden van zijn boekje gehaald. Zondags bij Jansszen had hij langs zijn neus weg bij de directeur geïnformeerd naar de nieuwe kracht. Een we duwe zonder kinderen was het, die bij een zuster in de buurt woonde en van het buitenleven hield. Willems rust keerde niet terug en hij verzon boodschap na boodschap bij de bank. Betalingen die hij vroeger op spaarde tot een stapeltje werden nu stuk voor stuk naar de bank gebracht. En als-ie niks te betalen had dan nam ie maar weer honderd gulden op van zijn boekje en legde ze bij de andere in het kistje van zijn moeder zaliger. In tussen leerde hij haar al aardig kennen en ze noemden mekaar nu ook bij de voornaam. Stotteren deed hij niet meer aan de balie, maar hij schrobde wel stevig zijn han den voor hij naar het dorp ging. Maar pas een paar maandjes verder had hij durven vra gen of ze niet eens met hem naar de stad wilde. Een bios coop bezoeken en dan eten, bij een Chinees bij voor beeld. Daarna nog eens koffie drinken of zo. Ze hoefde niet gelijk ja te zeggen, zei hij er in één adem achter en hij had zijn briefje van honderd gepakt en was naar buiten gevlucht. De volgende dag was hij weerom gekomen. Ze was naar de balie gelopen en had tegen hem gezegd dat ze het niet zou doen. Hij had verbluft gevraagd waarom niet, omdat hij toch wel had gedacht dat ze hem mocht. Ze had geantwoord dat dat wel zo was, maar dat hij vast wel meer plannen zou maken dan alleen een dagje naar de stad. En daar voelde ze niets voor, want had ze gezegd: Mijn man was een zuinige man en aan jou zou 'k niet kun nen wennen. Jij hebt teveel geld nodig, zoals jij steeds maar weer geld van je boekje haalt. Dat kan nooit goed gaan Willem heeft de volgende dag zijn centjes weer uit het kistje gehaald en op zijn boekje gezet. Het is later toch nog goed gekomen met die twee. Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 16