13 granen: een oud verhaal produktiedoeleinden vierkante cirkel geen veranderingen europese unie onwerkelijk Voor de granen liggen de zaken anders. De Europese Com missie verwachtte in juli een zeker evenwicht, waarbij het wellicht mogelijk zou zijn weer een wereldvoorraad te krijgen die, gezien de voedselsituatie, alleszins verant woord zou zijn. Voorzichtig schreef de Commissie echter, dat hoewel in de VS, Canada en Rusland grote oogsten aan tarwe worden verwacht, de uitslag daarvan minder zeker is, omdat deze oogsten nog niet binnen zijn. In ieder geval wat Rusland betreft, is de voorzichtigheid terecht geweest. Amerikaanse handelsmaatschappijen sloten reeds grote orders met de Sovjet-Unie af en de VS- regering is bang evenals in 1972 in een hausse van graan prijzen terecht te komen, hetgeen slecht is voor de Ameri kaanse economie (inflatie!). Ook de hulp aan honger- gebieden zou overigens van hoge graanprijzen te lijden hebben. De nieuwe voorzitter van de Raad van Landbouwministers, de Italiaan Marcora, heeft bij zijn optreden de hoge finan ciële lasten van het landbouwbeleid aan de orde gesteld. Hij zou de gelden, die nu aan de afzet van overschotten worden besteed, liever rechtstreeks voor de aanvulling van de landbouwinkomens gebruiken. Eigenlijk zou hij de overschotten willen voorkomen door het stellen van pro- duktiedoeleinden waarmede de producenten dan rekening kunnen houden. Het stellen van produktiedoeleinden is een gedachte welke ook in het Europees Parlement bij de algemene discussie over het landbouwbeleid naar voren is gekomen. Daarbij werd gesproken over een produktieprogramma voor een periode van vijf jaar; voorzichtigheidshalve is daaraan toe gevoegd dat de cijfers jaarlijks aangepast kunnen worden. In het Europees Parlement kwam de idee van produktie doeleinden van de Engelse (conservatieve) parlementa riërs. Dit lag in de lijn van een Witboek van de Engelse regering, waarin produktiedoeleinden voor de periode 1975-1980 worden gesteld. De Engelse regering gaat er daarbij vanuit dat, nu de wereldmarktprijzen hoog zijn, het voor het Verenigd Koninkrijk voordelig is de inheemse produktie uit te breiden. In dit opzicht is er geen verschil of het VK lid van de EG is of niet. Voor het opvullen van het importaandeel met eigen pro duktie zullen de Engelse boeren, zo staat in het Witboek, voldoende zekerheid omtrent hun beloning moeten hebben. Door de daling van de wisselkoers van het Pond Sterling kunnen de Engelse landbouwprijzen (gemeten in Pond Sterling) worden verhoogd, zonder dat daarvoor de EG- prijzen in het algemeen omhoog moeten. Begin augustus werd op deze wijze een verhoging van 4% gerealiseerd. Er bestaat nog een te overbruggen verschil van ruim 8,5%. De Engelse regering heeft dus nog enige ruimte om op eigen gezag de boeren aan te moedigen. Het probleem van de EG-financiering is gelijk aan het pro bleem van de kwadratuur van de cirkel. Het gebruik van het begrip produktiedoeleind voegt daar weinig aan toe. In het geval van de granen is het duidelijk dat de omvang van een bepaald produktiedoeleind voor de EG in samen hang gebracht moet worden met b.v. de oogst in Rusland en de bereidheid van de VS-regering om Amerikaanse maatschappijen contracten met de Sovjet-Unie af te laten sluiten. Hoewel er enkele jaren geleden in de OESO werd afgesproken om over dit soort informaties overleg te plegen, lijkt dat nog steeds niet te gebeuren. Laat staan dat reeds tevoren enig zicht kan worden verkregen over het toekomstig gebruik en de produktie in de wereld. Bij zuivel lijkt de situatie enigszins anders te zijn, omdat de overschotten daar van langdurige aard zouden zijn. Wan neer men al bereid is om de gevolgen van een eventuele misrekening te dragen en de produktie op deze verwach ting af te stellen, dat is er nog de vraag, op welke wijze dat gerealiseerd wordt. In West-Duitsland denkt men aan nationale contingenteringen. Dit is echter een achter waartse beweging in de Europese integratie. Het ligt daar om meer voor de hand om eerst aandacht te besteden aan een verruiming van het nuttig gebruik van b.v. melkpoeder. Zou van het huidige overschot niet beter een uitgangs- voorraad gemaakt kunnen worden voor een meerjarig voedselhulpprogramma? De discussie over de kosten van het EG-landbouwbeleid zal, mag men veilig aannemen, niet tot grote veranderingen leiden. De politieke mogelijkheden tot verandering in de Europese Gemeenschap zijn op het ogenblik niet erg groot. Wanneer de Europese Commissie teveel wil wijzigen en daarmede bijna onvermijdelijk de belangen van één of meer lid-staten moet achterstellen, dan zullen deze nationale oplossingen gaan zoeken. Zo zal een vermindering van EG-uitgaven, waardoor de inkomens van producenten in de knel komen, al gauw leiden tot het instellen van nationale steunmaatregelen. Het gebrek aan eenheid in de Europese Gemeenschap is veroorzaakt doordat de nationale regeringen de oplossing van hun problemen niet via de EG willen zoeken. De na tionale regeringen willen hun eigen beleidsruimte houden en gaan er ook prat op dat zij zelf de economische en sociale problemen bij de horens vatten. De Franse presi dent, de Duitse bondskanselier, de Britse premier proberen hun kiezers duidelijk te maken dat zij de huidige recessie met hun beleid (en eventueel in bilaterale besprekingen met andere staatshoofden) zullen kunnen keren. Over de rol van de Europese Gemeenschap in dit soort problemen wordt door de nationale politieke leiders weinig of niets gezegd. Tegen deze achtergrond is het wat onwerkelijk dat de staatshoofden in hun topconferenties wel over een her activering van de Europese integratie spreken en er zelfs een nieuwe vorm aan willen geven. De Belgische premier Tindemans heeft de opdracht gekregen om daarover een rapport op te stellen. Het is de bedoeling dat de zogenoem de Europese Unie in 1980 van start kan gaan. Om premier Tindemans aan stof voor zijn rapport te helpen zijn er al zeer veel papieren volgeschreven. In ons land heeft de regering een commissie onder leiding van de heer Spieren burg aan het werk gezet. De Europese Commissie heeft er een rapport over geschreven, het Europees Parlement heeft er een resolutie over aangenomen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 15