jubilea
33
achterstand en schade
deelte van de totale vermogensbehoette op
eist.
Aan de beginnende ondernemers in de
land- en tuinbouw werden 139 garanties ver
leend. De totale vermogensbehoefte van
deze groep beliep 38,5 miljoen. Per bedrijf
resulteert dit in een gemiddelde vermogens
behoefte van 270.000,De gemiddelde
vermogensbehoefte voor alle garantie-aan
vragen bedraagt 235.000,De vermo
gensbehoefte van de beginnende onder
nemers ligt dus wel hoger, maar het ver
schil is relatief gering. Wel zal het eigen
vermogen van deze categorie veelal gerin
ger zijn.
Door de nieuw verleende garanties en de
afname wegens aflossingen, alsmede het
vervallen van garanties wegens gestand ge
dane verplichtingen is het totaal gegaran
deerde bedrag per ultimo 1974 opgelopen
tot 630 miljoen. Ultimo 1973 beliep het to
taal gegarandeerde bedrag 532 miljoen.
Bij 3.327 posten per ultimo 1974 was een
achterstand aanwezig ten aanzien van de
overeengekomen aflossingsverplichtingen.
Dit aantal is nagenoeg gelijk aan dat van
1973. Het aandeel van de landbouw daarin
is echter toegenomen. Mogelijk zijn de ver
minderde bedrijfsresultaten in enkele land
bouwsectoren hierop van invloed geweest.
Van de posten met een achterstand aan af
lossingen had 73 een achterstand van
minder dan 1 jaar; daarentegen had 8%
een achterstand van meer dan 3 jaar; in de
sector tuinbouw zelfs 11 Bij een achter
stand van meer dan 3 jaar is duidelijk
sprake van min of meer ernstige problemen.
Ten laste van 1974 kwamen 19 schade
gevallen tot een bedrag van ruim
600.000,waarvan 16 betrekking hebben
op tuinbouwbedrijven. Meer dan de helft
van de totale schade voor het Borgstellings
fonds werd veroorzaakt door de glastuin
bouw.
Met name voor de sector landbouw is de
schade de laatste jaren vrijwel nihil. Sinds
1972 is echter ook de schade in de sector
tuinbouw sterk gedaald, namelijk tot 0,2
van het gegarandeerde bedrag. De beperkte
schade kan voor een deel worden toege
schreven aan de hoge inflatie van de afge
lopen jaren, waardoor de waarde van grond
en gebouwen sterk is gestegen.
Krachtens het verhaalrecht op in 1974 en
eerdere jaren geleden schade, werd nog een
bedrag van ruim f 300.000,ontvangen.
De schade van het Fonds wordt voor een
deel gedragen door het Ministerie van Land
bouw. Het overblijvende gedeelte komt ten
laste van de exploitatierekening van het
Fonds.
De inkomsten van het Fonds bestaan uit
rentewinsten en koerswinsten over het ka
pitaal, alsmede gerealiseerde koerswinsten
van de beleggingen. Het uiteindelijke netto
overschot van het Fonds beliep in 1974
260.000,—, tegen ruim 58.000,— in 1973.
Het is mij een voorrecht u als eerste in
de organisatie de gouden reversspeld
met briljant te mogen opspelden en de
daarbij passende oorkonde te mogen over
handigen. Met die woorden reikte Jhr. mr.
J. C. Greven, lid van de Hoofddirectie van
de Centrale Bank, op 29 mei tijdens de
algemene vergadering van de Rabobank
Uithuizermeeden voor het eerst de aller
hoogste onderscheiding uit die onze orga
nisatie thans kent aan de heer G. K. Wijk,
die vanaf 1935 secretaris is geweest van het
bestuur van de bank. De heer Wijk, die af
trad in verband met het bereiken van de
leeftijdsgrens, heeft ook in de organisatie
vele functies bekleed. Hij was secretaris
penningmeester van de voormalige ring
NW-Groningen en ook een tijdlang voorzitter
van deze ring, gedurende een aantal jaren
was hij afgevaardigde naar de Centrale
Ringvergadering en van 1964 tot 1972 was
hij lid van de Raad van toezicht van de
Centrale (Raiffeisen-)Bank. Vanaf 1963 tot
de fusie was hij lid van de salarisadvies
commissie en na de fusie heeft hij zitting
gehad in de Commissie van 24.
Op 16 mei vierde de heer S. J. Urlings,
voorzitter van het bestuur van de Rabobank
Ulestraten zijn zilveren jubileum als be
stuurder. Hij ontving de zilveren reversspeld.
De heer E. P. Pere trad op 22 mei af als
voorzitter van de Rabobank Doornenburg
in verband met het bereiken van de leef
tijdsgrens. Hij ontving de zilveren revers
speld.
Een zilveren reversspeld werd op 23 mei
uitgereikt aan de heer J. W. van Apeldoorn
secretaris van het bestuur van de Rabobank
Epe.
Tijdens de viering van het vijftigjarig be
staan van de Rabobank Cothen-Langbroek
op 27 mei werd aan de heer C. J. W. Damen,
voorzitter van de bank, de eremedaille in
goud, verbonden aan de Orde van Oranje-
Nassau uitgereikt.
Op 23 mei werd bij de Rabobank Hellen-
doorn-Nijverdal de heer J. H. Elkink, voor
zittervan het bestuur, gehuldigd. Hij ontving
de zilveren reversspeld in verband met het
feit dat hij zijn functie gedurende 25 jaar
heeft uitgeoefend.
De heer E. van Burken, die 28 jaar deel
uitmaakt van de raad van toezicht, werd
eveneens gehuldigd.
Een zilveren reversspeld werd op 29 mei
uitgereikt aan de heer J. van den Broek, die
wegens het bereiken van de leeftijdsgrens
afscheid nam als bestuurslid van de Rabo
bank Wijchen.
Wegens het bereiken van de pensioen
gerechtigde leeftijd nam de heer Th. Hof-
mans, directeur van de Rabobank Well, op
30 mei afscheid.
Voorzitter W. J. Willems van de Rabobank
Aalst nam op 30 mei afscheid van zijn func
tie in verband met het bereiken van de leef
tijdsgrens. Hij ontving de zilveren revers
speld.
De heer J. A. Vrijlandt, voorzitter van de
raad van toezicht van de Rabobank Baren-
drecht, ontving op 2 juni de zilveren revers
speld in verband met zijn afscheid.
Tijdens de algemene vergadering op 3 juni
van de Rabobank Wierden nam men af
scheid van de heren J. A. ten Dam, lid van
de raad van toezicht, en G. J. ter Beke, voor
zitter van het bestuur. Laatstgenoemde, die
sinds 1930 diverse functies in het coöpera
tief bankwezen uitoefende, ontving de gou
den reversspeld; eerstgenoemde ontving de
zilveren reversspeld.
Op 3 juni nam men bij de Rabobank Ros
malen afscheid van de heer J. Th. van Nu-
lans, voorzitter van het bestuur. Hij ontving
de zilveren reversspeld.
Een zilveren reversspeld werd op 3 juni uit
gereikt aan de heer P. P. Wijk, die afscheid
nam als secretaris van het bestuur van de
Rabobank Uithuizen-Usquert.
Een gouden reversspeld werd uitgereikt aan
de heer W. T. C. Hogenboezem, vice-voor-
zitter van het bestuur van de Rabobank
Hoorn, die tijdens de algemene vergadering
op 3 juni afscheid nam.
Tijdens de algemene vergadering op 3 juni
van de Rabobank Hoogkarspel-Westwoud
werd afscheid genomen van de heren P. N.
M. Bakker en Jn. Baas, respectievelijk lid
van het bestuur en de raad van toezicht van
de bank. Eerstgenoemde ontving de zilveren
reverspeld.
Een zilveren reversspeld werd op 5 juni uit
gereikt aan de heer M. Bakker, die na ruim
24 jaar afscheid nam als bestuurslid van de
Rabobank Enkhuizen.
Op 9 juni nam men bij de Rabobank Vught
afscheid van de heer A. van Gemert, be
stuurslid, die de zilveren reversspeld ont
ving.
Een zilveren draagspeld werd op 9 juni in
zie verder pagina 40
In het artikel van prof. dr. C. F. Scheffer
„Variaties op het thema ondernemend ver
mogen" in het vorige nummer van ons
maandblad, is door het wegvallen van een
tussenzin op bladzijde 29 een storende
fout ontstaan.
Onder de kop „Financieringsprikkels"
dient de tweede alinea als volgt te worden
gelezen:
Hoewel vaak is gepoogd om voor de mini
male solvabiliteitsverhouding objectieve
maatstaven aan te geven, is de realiteit, dat
de vraag in welke mate financiers bereid
zijn niet-ondernemend vermogen te ver
schaffen op basis van een gegeven omvang
van het ondernemend vermogen een sub
jectieve aangelegenheid.