„werk in de bouw" 28 drs. a. j. m. peeters huidige situatie in de bouw nijverheid de woningbouw Onder bovenstaande titel werd op 12 juni door de Stichting Bouwcentrum een studiedag georganiseerd betreffende de ontwikkelingen in de bouwnijverheid. De grote toename van werkloosheid onder bouwvakarbeiders en de sterke daling van het produktieniveau in de bouwnijverheid in de laatste jaren doen meer dan ooit de vraag rijzen, wat het perspectief voor deze bedrijfstak zal zijn. In dit verhaal wordt getracht een beeld te schetsen van de ontwikkeling in de bouwnijverheid, waarvoor deze studiedag belangrijk materiaal aandroeg. Verwacht mag worden dat de komende periode voor de bouwnijverheid jaren van conso lidatie zullen zijn op een belangrijk lager niveau dan dat in de jaren 1972 en 1973. De bouwnijverheid wordt thans geconfron teerd met een grote werkloosheid, die het gevolg is van een sterke terugloop van de bouwproduktie sinds 1973. Uit bijgaande cijfers (tabel I) blijkt zowel absoluut als re latief een sterke toename van de werk loosheid. Wanneer we de toename van de totale werkloosheid onder mannen in deze pe riode vergelijken met die in de bouwnij verheid, dan blijkt dat de werkloosheid on der de bouwvakarbeiders aanzienlijk ster ker is toegenomen dan de totale werkloos heid. Immers de geregistreerde arbeids reserve steeg met 75 onder de bouw vakarbeiders met 118%- Bezien we even wel de geregistreerde arbeidsreserve in de burgerlijke en utiliteitsbouw woning bouw, bedrijfsgebouwen, overheidsgebou- Bron: CBS Statistisch Bulletin nummer 45,1975 wen), dan blijkt deze met 156 te zijn toe genomen in de periode mei 1972-mei 1975. Deze toename van de werkloosheid onder de bouwvakarbeiders werkzaam in de ge bouwensector, kan grotendeels worden ver klaard uit de daling van de gebouwenpro- duktie (tabel II). In de lopende prijzen kan t.o.v. 1972 wel een stijging van zowel de totale gebouwenpro- duktie als de woningbouwproduktie worden geconstateerd, echter rekening houdend met de stijging van de bouwkosten met cir ca 35 blijkt de totale gebouwenproduktie met circa 25 te zijn afgenomen en de wo ningbouw met 30 De woningbouwproduktie blijkt derhalve ver achter te blijven, hetgeen ook blijkt uit het aantal in aanbouw zijnde woningen (ul timo mei 1972,135.000 woningen, ultimo mei 1975, 105.000 woningen). De toenemende werkloosheid is voor de re gering mede aanleiding geweest een aantal stimuleringsmaatregelen te nemen. Van het totaal in de economie gepompte bedrag van circa f 3 miljard, was een bedrag van circa 2 miljard direct gericht op de bouwnijver heid. Ongetwijfeld zullen ook de overige maatregelen een gunstige invloed op de bouwproduktie hebben, echter kwantita tief is dat vooralsnog niet aan te geven. Hoe groot de behoefte aan dergelijke sti mulerende maatregelen ook mag zijn, van een planmatige, gecoördineerde aanpak van de problematiek rondom de bouwnijver heid zijn we nog ver verwijderd. Weliswaar heeft minister Gruyters c.s. reeds enige malen getracht een beeld te schetsen van de bouwproduktie in de komende jaren; echter deze cijfers zijn reeds lang achter haald. Inmiddels trachten de partijen, betrokken bij de ontwikkelingen in de bouwnijverheid, enige helderheid in de sombere situatie te verwerven. De in dat kader georganiseerde studiedag „werk in de bouw", waarop bij het vooralsnog weinig rooskleurige pers pectief het optimisme bijna de boventoon voerde, droeg het stempel van de woning bouw. Dit is geenszins verwonderlijk gezien het grote aandeel van de woning bouwproduktie in de totale produktie van de bedrijfstak. In het vervolg van dit verhaal richten we onze aandacht vooral op de toe komstige ontwikkelingen in de woningbouw. Aan het slot zullen nog enkele opmerkingen over de andere bouwsectoren worden ge maakt. De periode 1971-1974 Geconstateerd is reeds dat de woningbouw produktie sinds 1973 een sterke daling heeft ondergaan. De belangrijkste oorzaken daarvan zijn de volgende: door de sterk op gelopen bouwkosten is de nieuwbouw van woningen voor een groot aantal groepen van de bevolking onbetaalbaar geworden; een groot deel van het naoorlogse woning tekort is opgeheven, zodat de vraag naar nieuwe woningen is teruggelopen. Het opschroeven van het niveau van de woningbouwproduktie na de Tweede We reldoorlog en het hoge aantal in aanbouw TABEL I Geregistreerde mannelijke arbeidsreserve per 31 mei in de jaren 1972 tot en met 1975. Ultimo Totaal mannen Bouwvakarbeiders Bouwvakarbeiders april in burgerlijke en utiliteitsbouw aantal aantal 1972 84.500 18.500 21 12.400 15 1973 83.900 16.100 19 11.100 13 1974 95.500 24.900 26 19.500 20 1975 148.100 39.300 27 31.800 21 TABEL II Gebouwenproduktie en woningbouwproduktie 1972-1975 (lopende prijzen in miljoenen guldens). 1972 1973 1974 1975 voortschrijdend gemiddelde Totaal gebouwen 12.379 13.904 13.837 13.703 Woningbouw 7.234 8.099 7.688 7.529

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 30