19 twee vormen van aanpak de huidige te volgen lijn port van gegevens, inputbewerking, com puterverwerking, outputbewerking, trans port, gebruiker. Resumerend; automatisering voegt waar den toe aan afdelingen van de Centrale Bank of aan aangesloten banken wanneer het gaat om ontwikkelingen. In het geval van produktie verzorgt het Di rectoraat Automatisering de verwerking en controleert en regelt alle verbindingen tus sen gebruiker en computercentra. Ze verleent advies waar nodig. Er zijn ook beperkingen die door het Direc toraat Automatisering moeten worden ge hanteerd. Bij een gegeven architectuur van de auto matisering moeten oplosingen voor geauto matiseerde systemen daarbinnen passen. Men kan bijvoorbeeld een architectuur die niet is gericht op het gebruik van veel ter minals, ineens gebruiken voor toepassingen die allen van het gebruik van terminals uit gaan. Een andere beperking ligt in de wijze waar op een ontwikkeling wordt uitgevoerd. De gebruiker wordt ingezet binnen een in overleg bepaalde vorm van een projectorga nisatie. De werkmethoden die daarbij gebruikt wor den zijn in het algemeen anders dan die welke men gewoon is binnen zijn eigen af deling te gebruiken. Ook de terminologie en de beschrijvingen van de problemen en oplossingen zijn an ders. 4. Grenzen aan het groeitempo Het is uiterst riskant om een groep, opge steld voor ontwikkelingen, sneller te laten groeien dan met ongeveer 50 per half jaar. Dat wil zeggen, bestaat een groep uit 10 man, dan kan men 5 man toevoegen. Gaat men hierboven uit, dan kan de situatie ont staan, dat alle ingewerkten de nieuwkomers vertrouwd moeten maken met allerlei zaken, zodat de resultaten van de groep terugval len tot een ongewenst niveau. Natuurlijk moet men oppassen dit criterium niet te gebruiken voor gevallen waarin me dewerkers bijvoorbeeld worden gedeta cheerd bij andere afdelingen. Bovendien moet men het criterium hanteren over pe rioden van bijvoorbeeld 1 jaar. Ook bij de opbouw van nieuwe groepen kan men dit criterium moeilijk hanteren. Essentieel is echter, dat de groei voor ge sloten groepen over perioden van 1 jaar begrensd is. Er zijn twee fundamenteel verschillende invalshoeken om de probleemstelling zoals in de inleiding is omschreven, te benaderen. De eerste invalshoek gaat ervan uit, dat het apparaat op een sterkte wordt gebracht, zodanig dat de grote ontwikkelingen kunnen worden aangepakt. De groei van het appa raat voor het ter hand nemen van grote ont wikkelingen passeert mijlpalen. Deze kun nen enerzijds worden getypeerd door groei in grootte en kracht van het apparaat ander zijds in het afronden van steeds moeilijker en belangrijker ontwikkelingen. Steeds nadat een mijlpaal wordt bereikt zou een groter en meer geavanceerde ontwikke ling ter hand kunnen worden genomen of de produktie qua moeilijkheidsgraad of veel vormigheid kunnen worden uitgebreid. Bij zo n opbouw zou de continuïteit centraal staan. Men past aan en uniformeert uitsluitend binnen nieuwe ontwikkelingen. Gedurende de opbouw van het Directoraat Automatisering bepaalt men prioriteiten voor de ontwikkeling en de architectuur waarbinnen ontwikkeld moet worden. Nieuwe eisen van managementinformatie worden in nieuwe ontwikkelingen inge bouwd of waar mogelijk op basis van draai ende systemen aangebracht. Het nadeel van zo'n ontwikkeling is, dat ze tijd vraagt, tijd die na een fusie niet vaak gegeven is. De eerder in de inleiding geschetste urgen tie die optreedt op plaatsen waar de hoe veelheid posten verdubbelt, laat na een fu sie een geleidelijke ontwikkeling nauwelijks toe. Het optreden als één organisatie waarbin nen dezelfde methoden worden gebruikt en alle banken dezelfde diensten verlenen, treedt, gerekend vanaf het moment van de fusie, steeds meer op de voorgrond. Men tracht dit snel te bereiken door bij voorbeeld grote aanpassingen of grote ont wikkelingen te beginnen. Dit typeert de tweede invalshoek. De consequentie daar van is duidelijk: De opbouw vraagt een langere periode. Men kan minder snel vol doen aan geavanceerde oplossingen. Het werken in project-organsatorisch verband wordt eveneens trager ingevoerd. Het ver band tussen het Directoraat Automatisering en de aangesloten banken en organen van de Centrale Bank wordt in langzamer tempo zichtbaar. Daarenboven zullen andere problemen een urgent karakter kunnen krijgen en reeds moeten worden aangepakt nog voordat de organisatie op het gewenste niveau is ge bracht. Het tempo van de groei moet dan worden opgevoerd, op het gevaar af de toelaatbare groeigrenzen te overschrijden. Van prioriteitsaanduiding en prioriteitsbepa ling is misschien nog sprake, echter meer ontwikkelingen dragen het predikaat urgent. Daarenboven bestaat het gevaar dat de re sultaten van de ontwikkelingen teleurstel lend zijn, hetgeen men pas achteraf con stateert. Men kan als verschil van de twee invals hoeken opmerken, dat bij de eerste bena dering de risico's bekend zijn, althans be trouwbaar zijn af te schatten. Bij de tweede methode niet. Vanuit een gezichtshoek van het management kiest men voor die bena dering waarbij men resultaten en risico's kan afwegen, zodat een bewuste keuze voor een ontwikkelingsstrategie het resultaat is. Kiest men dit als criterium, dan is tussen de twee geschetste vormen van aanpak een veilige weg te vinden, waarover men zo snel mogelijk voortgaat. Dit is de ideale lijn. Na een analyse van de activiteiten van de laatste jaren is de conclusie dat de opbouw van de automatiseringsactiviteit meer moet aansluiten bij de ideale lijn. De ontwikkeling van het systeem rekening-courant en het systeem spaarbank aangesloten banken heeft onze ontwikkelingscapaciteit in zeer belangrijke mate geabsorbeerd. De ontwikkeling van de geautomatiseerde systemen voor het Directoraat Buitenland, de initiëring van een systeem voor Assu rantiën, de installatie van twee IBM 370/168 systemen en de implementatie van een nieuw besturingssysteem, het onderhoud van bestaande systemen hebben weinig ruimte gelaten voor de aanpak van de op bouw. De groei was spectaculair. Nog dit jaar zal aandacht worden besteed aan een ontwikkeling, waarbij de ideale lijn meer wordt benaderd. Onder andere de opbouw van de groep Pro- jectadvisering, het onderzoek voor de prio riteitsaanduiding, invoering van gecompu teriseerde planningsmethoden. Oprichting van de groep Architectuur waarin automati seringsspecialisten worden ondergebracht, de groep System-management, die de con trole over de uitvoering als dagelijkse zorg zal hebben en het contact met de banken zal onderhouden. Opleidingen voor operators, programmeurs en systeemontwerpers, verscherping en verdere detaillering van standards voor alle groepen staan op het programma. Tegelijkertijd zullen de meest urgente toe passingen onder een projectorganisatori- sche structuur worden aangepakt. Geleidelijk zullen ook in het vlak van de automatisering de gevolgen van de fusie verdwijnen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 21