14 vorderingen wat brengt de europese gemeenschap? energie wachten op de derde dinsdag Er bleef op de achtergrond een wens levend naar directe inkomensaanvulling maar deze werd althans voorlopig ter zijde gesteld omdat de georganiseerde landbouw niet in dezelfde fout als Frankrijk wilde vervallen met een doorkrui sing van het EG-beleid. In voorgaande jaren heeft het Landbouwschap zich steeds in het voorjaar beijverd om in een urgentieprogramma de wensen voor de Rijksbegroting op te sommen. Het leeuwe- deel van zo'n programma werd gevormd door zuiver land bouwpolitieke onderwerpen zoals bedrijfsontwikkeling, ruilverkavelingen en grondbeleid. Ditmaal leek het Land bouwschap echter met de Minister van Landbouw voorlopig uitgepraat en werd het accent op het beleid van andere ministers gelegd. Er is het afgelopen jaar zeker een vordering gemaakt in het nationale landbouwbeleid Een voorbeeld van een regeling die bescheiden werd opgezet maar uit de hand scheen te lopen, is de bijdrage van de helft of een derde van de in vesteringskosten voor particulier cultuurtechnische werken. Aanvankelijk was hiervoor 6 miljoen gulden uitgetrokken maar er kwamen ongeveer 35.000 aanvragen, hetgeen de overheid op een 250 miljoen gulden zou komen te staan. De mogelijkheid tot aanvrage werd, na een aankondiging vooraf, voorlopig stopgezet ten einde te voorkomen dat de overheidsinstanties zouden insneeuwen en financiële con sequenties geheel onoverzichtelijk zouden worden. Een andere nieuwe regeling was het steunen van de be- drijfsverzorgingsdiensten door de overheid. Dit gebeurt op voorwaarde dat deze diensten bij ziekte en ongeval aan hun leden een bedrijfshulp ter beschikking stellen tegen een verlaagd tarief. Een derde regeling die hier genoemd kan worden, is de be ëindiging op termijn. Hierdoor is het mogelijk dat iemand van 50 jaar of ouder nog maximaal zes jaar zijn voor beëin diging opgegeven bedrijf mag voortzetten en dan reeds de helft van de maandelijkse beëindigingsvergoeding ontvangt. Ook de bestaande regeling voor bedrijfsbeëindiging is enigszins verruimd Een ander onderwerp lijkt nu ook zijn beslag te krijgen, namelijk voor de verplaatsing van agrarische bedrijfsgebou wen. De bestaande subsidieregeling, welke in ruilverkave lingen geldt, is nu vijftien jaar oud en is aan verbetering toe. Hierbij wordt ook meegenomen de verplaatsing van be drijfsgebouwen uit de bebouwde kom. Dit laatste probleem ligt dicht bij de zich voortslepende kwestie van de toepas sing van de Hinderwet op bedrijven, meestal veehouderij bedrijven, die voor de buren hinderlijke geuren verspreiden. In de regeling voor bedrijfsverplaatsing kunnen nu (wanneer de regeling zijn beslag heeft gekregen) de levensvatbare bedrijven een kans krijgen met subsidie de bebouwde kom te ontsnappen. Voor de anderen is het wachten op het be sluit van minister Vorrink. De regelingen, die hierboven zijn vermeld, worden opge steld volgens het harmonie-model. In overlegorganen van het bedrijfsleven en overheid, zoals O. en S.-fonds en Lan delijke Raad voor Bedrijfsontwikkeling worden zij uitge dacht. Uit deze voorbeelden blijkt, dat er geen sprake is van immobilisme, ook al betekent dit niet dat de Minister van Landbouw (die uiteindelijk alles moet goedvinden en de geldmiddelen ter beschikking moet stellen) gevrijwaard is van kritiek. Daarbij gaat het echter niet om het landbouw beleid in enge zin, maar om hetgeen de Minister van Land bouw samen met zijn collega's voor Financiën, Sociale Za ken en CRM (landschapsparken!) al of niet klaarmaakt. Een andere, zeer belangrijke voorwaarde voor een geslaagd Nederlands landbouwbeleid, wordt in de EG bepaald. Het EG-prijsbeleid, dat de aanleiding is geweest van de ver hoogde activiteit van de georganiseerde landbouw, blijkt weinig extra mogelijkheden te bieden. In februari werd door de Europese boerenorganisatie aangekondigd dat, evenals in 1974, nagegaan zal worden of een tussentijdse prijsver hoging nodig zal zijn. In juni zou dit tot een voorstel kun nen leiden; dit voorstel is echter niet gekomen, omdat de toename van de kosten niet boven de trend uitkomt waarop de prijsbesluiten in februari zijn gebaseerd. Wanneer er de eerstkomende maanden geen kostenexplosie optreedt, zal dus dit jaar een tussentijdse prijsverhoging niet in discussie komen. Moeilijker ligt het met de toepassing van de marktregelin gen. De bespreking van de z.g. balans van het landbouw beleid, opgesteld door de Europese Commissie, is op ter mijn gesteld: de belangstelling bepaalt zich tot de actuele problemen. Voor ons land is daarbij belangrijk de prijsvor ming van tarwe, welke de afgelepen winter, onder indruk van een dreigend tekort, van de Europese Commissie niet naar de wereldmarkt met hoge prijzen mocht worden geëx porteerd. Nu alles mee is gevallen, moeten de Europese tarweproducenten genoegen nemen met lage prijzen. De Europese Commissaris voor Landbouw, de heer Lardi- nois, wil een onderscheid gaan maken tussen tarwe, welke goed geschikt is voor brood en tarwe die dat niet is. De laatste soort zou genoegen moeten nemen met de prijs, gelijk aan voergranen, hetgeen voor de Nederlandse akker bouwers die deze soorten verbouwen een grote tegenvaller zou zijn. De melkproduktie is een ander onderwerp van zorg in de EG waarmede ons land direct te maken heeft. Ditmaal komt het gebrek aan evenwicht op de markt tot uiting in een groeiende voorraad melkpoeder. Op zich is een voorraad melkpoeder een beter bezit dan de voorraad boter waar onder de EG enkele jaren geleden gebukt ging: melkpoeder is een zeer nuttig voedingsmiddel, waaraan in de ontwikke lingslanden een grote behoefte is; als er geld voor zou zijn, zouden zij het nog kunnen krijgen ook. Geld is echter een belangrijk knelpunt en in de Bondsrepubliek, die zich als de grote financier van de EG beschouwt, spreekt men weer over contigentering van de melkproduktie, hetgeen ten koste van met name de Nederlandse veehouders zal gaan. Een derde onderwerp, van groot belang voor de Nederland se tuinbouw, is het EG-energiebeleid. De Europese Com missie heeft bepaald dat de subsidie op olie voor de glas tuinbouw teruggebracht moet worden tot V3 van de verho ging van de olieprijs sinds de oliecrisis. Dit is in feite alleen voor Nederland bepaald, want in de andere EG-landen heib- ben de regeringen een eind gemaakt aan de oliesubsidies. De Europese Commissie heeft nu ons land enig soulaas gegeven in vergelijking met het oorspronkelijke voornemen om de oliesubsidie na 1 juli geheel af te schaffen. Door deze

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 16