wob wob 5 rente over het eigen vermogen, het beper ken van de privé-uitgaven en een onvol doende beloning van de arbeid. Een bijkomend verschijnsel van de investe ringsactiviteiten van de grondgebonden produktiebedrijven is de vraag naar vol doende grond. Deze is schaars in Nederland en door de vertraagde bedrijfsbeëindiging mede als gevolg van het ontbreken van alternatieve werkgelegenheid wordt deze schaarste nog bevorderd. De druk op de grondprijzen neemt toe met als gevolg, dat de prijsstijging voor land bouwgronden gedurende het afgelopen jaar groot is geweest. De problematiek voor de Nederlandse land- en tuinbouw neemt hier door niet af, maar wordt meer gecompli ceerd. VARIABEL OF VAST Onze banken hebben van hun begin af aan gewerkt met een variabele rente. Dat was in zekere zin kenmerkend voor hun finan cieringen. Een goed systeem, dat ook nu nog goed voldoet. De rentebaten van de bank kunnen desgewenst door tariefverho ging of -verlaging de rentelasten volgen en de cliënt-debiteur kan delen in het voor- en nadeel van wijzigingen in de rentestand, die zich tijdens de looptijd van de lening of het krediet voordoen. Een belangrijk bij komend voordeel voor de cliënt is, dat wij hem in ons systeem zonder boeteboeking te allen tijde toestaan vervroegd af te los sen. De laatste tijd is, ook op verschillende voorjaarskringvergaderingen, de vraag op gekomen of wij op ons variabele systeem niet een uitzondering moeten toelaten. Daarbij wordt dan met name gedacht aan de hypothecaire financiering. In het re cente verleden hebben onze cliënten in derdaad nogal eens moeten ervaren dat hun hypotheekrente naar boven moest wor den aangepast. Men kan zich indenken, dat er bij hen behoefte aan een zekere vast heid van rente bestaat. De gedachte is dan ook geopperd om de mogelijkheid in te voeren van hypotheken met een vijf jaar vaste rente. Een idee, dat we niet zonder meer willen afwijzen, maar ook niet zonder meer willen overnemen. Want er zitten bij enig naden ken een aantal haken en ogen aan, die tóch wel een heel voorzichtige benadering wenselijk maken. Als de rente vijf jaar vast is, zullen we gedurende die tijd ook strikt het aflossingsschema moeten hand haven en zal, ook bij dalende rente, ver vroegde aflossing niet plaats mogen vin den, tenzij daarvoor een boete wordt be taald. Als van de aanvang af de keus wordt gelaten tussen óf een variabele rente ge durende de hele looptijd óf een rente voor vijf jaar vast, zal die keus door de cliënt natuurlijk gemaakt worden al naar gelang hij een stijging of een daling van de rente stand in de komende vijf jaar verwacht. Banktechnisch zijn er natuurlijk ook aan een vaste rente andere consequenties ver bonden dan aan een variabele rente. Indien alle verstrekkingen met een rente voor vijf jaar vast steeds gedaan zouden worden uit middelen, die de bank voor vijf jaar vast onder zich heeft, ligt het eenvoudig, maar op zo'n evenwicht tussen debet- en creditzijde van de kolom mag men tóch niet zonder meer rekenen. Anderzijds is het waar, dat de omvang van de middelen, die voor vijf jaar vast aan onze banken zijn toevertrouwd, de laatste tijd sterk gestegen is. Hoe het zij, we moeten de vraag variabel of (in bepaalde gevallen) vast, thans nog open laten. Deze kwestie verdient zeker de aan dacht, maar we zullen hem van alle kanten moeten bestuderen. Dat is ook in de Cen trale Kringvergadering afgesproken. In het beraad zullen ook de betrokken techni sche commissies deel krijgen, zodat goed voeling gehouden kan worden met de me ning van onze banken in dezen. EXIT LCC Na 24 jaar lang voor de coöperatieve acti viteit op de bres te hebben gestaan, gaat het Land- en Tuinbouw Coöperatiecentrum voor Zuid-West Nederland (LCC) verdwij nen. Wij willen hier gaarne onze dank uit spreken voor het belangrijke werk dat het instituut ook voor ons eigen organisatie wezen in ZW-Nederland heeft gedaan. Speciaal komt die dank toe aan drs. J. Dijkgraaf, die zich jarenlang voor onze be stuurdersconferenties heeft ingezet. Terar dum prosim (Ik moge verteren zo lang ik maar nuttig ben), dat is ook op het LCC van toepassing. Het instituut heeft voor zijn deel de eigentijdse coöperatieve aan pak zodanig bevorderd, dat zijn taken al lengs door de diverse coöperatieve instel lingen zelf overgenomen konden worden. Dat is de reden waarom het nu zelf terug treedt. Wij zijn echter blij, dat het voornemen be staat om een deel van de taak van het in stituut - gedacht wordt aan een jaarlijkse coöperatiedag - in een andere vorm voort te zetten. Aan zo'n gelegenheid tot bezin ning blijft gelukkig in onze coöperatieve kring behoefte bestaan. Het doet ons genoegen hier een foto te plaatsen van de heer G. N. Brands, die op 1 mei 1975 in dienst van de Centrale Bank getreden is en als directeur de lei ding van het op die datum ingestelde Directoraat Buitenland heeft gekregen. De heer Brands is een van die Neder landers, die met succes hun loopbaan op het internationale terrein gezocht hebben. Op 1 mei jongstleden was hij bijna op de kop af 24 jaar in het buiten land werkzaam. Ruwweg waren dat 15 jaar op verschillende plaatsen in het verre Oosten, 4 jaar in Californië en re centelijk 3V2 jaar in Oostenrijk, telkens in het bankbedrijf. In Californië, San Francisco, was hij verbonden aan het „International Banking Office" van de Bank of America, en in Wenen was hij als vice-president en directeur van het kantoor van deze bank aldaar verant woordelijk voor de activiteiten in Oos tenrijk en bovendien in de Oost-Euro- pese landen, die met de Sowjet-Unie in de Comecon-groep gebonden zijn. De heer Brands is al die jaren Neder lander gebleven, al is begrijpelijk, dat hij - zoals hij het zelf ook ervaart - de we reld veel meer met internationale ogen dan met een nationale bril is gaan be zien. In zekere zin is voor hem, na 24 jaar weg geweest te zijn, zijn nieuwe functie in ons land ongewoon, het zal even wennen zijn, maar het is een ver trouwde ongewoonheid, waar de heer Brands inmiddels heel wat ervaring mee opgedaan heeft. ,,De overgang indertijd van Californië naar India was voor mij nog heel wat anders!" Dat geloven wij graag, want tenslotte is bij de heer Brands, door al zijn interna tionale ervaringen heen, toch nog wel wat Gronings bloed door de aderen blij ven stromen. Geboren en opgegroeid in Winschoten en geschoold (lyceum) in Stadskanaal, is bij hem de rustige, ,,no- nonsens" noordelijke volksaard gemak kelijk te herkennen; ook het gevoel voor humor, dat niet uitbundig, maar meer ingehouden in die volksaard een eigen plaats heeft. Wij wensen de heer Brands met zijn ge zin toe, dat hij zich snel in ons land en in zijn nieuwe werk zal thuisvoelen. Hem zelf zal dat gemakkelijk vallen: zijn werk terrein blijft het buitenland en het „thuis"-idee zal hij wel nooit verloren hebben. Voor zijn echtgenote, een Engelse, en de twee kinderen, van respectievelijk acht en tien jaar, de een geboren in Bombay en de ander in Hongkong, zal het iets moeilijker zijn. Als de voertaal thuis Engels is en de kinderen wel Ne derlands verstaan, maar niet goed spre ken, wordt dat even aanpassen. Dat zul len ze doen: in september naar een Ne derlandse school.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 7