32
fiscale faciliteiten
grondbank
te veel of te weinig?
agrarische jongeren
ben overgenomen. Er worden belastingfaciliteiten en te
vens een ruimere toegang tot de Grondbank voorgesteld.
Het eerste voorstel behelst een spaarregeling. Voorgesteld
wordt een vrijstelling van inkomstenbelasting en premies
van sociale verzekering voor hetgeen gespaard wordt met
het loon dat vóór de bedrijfsovername werd verdiend tot
een maximum van 7.500 gulden per jaar. Verder wordt
voorgesteld voor degene die een bedrijf reeds geheel of
gedeeltelijk heeft overgenomen en tussen de 21 en 30 jaar
is, een extra fiscale aftrek, boven de algemene zelfstandi
genaftrek.
Beide fiscale faciliteiten worden voor de jonge agrariërs
voorgesteld, maar wanneer zij worden ingevoerd, zullen
zij naar hun aard op alle jonge zelfstandigen van toepas
sing zijn.
Aangezien de spaarregeling slechts geleidelijk effect zal
hebben, stelt de commissie een tijdelijke rentesubsidie
voor op voor de bedrijfsovername opgenomen leningen van
banken. Er wordt een aflopend subsidie-percentage voor
gesteld en de rentesubsidie kan geleidelijk verdwijnen
wanneer de spaarregeling van kracht is geworden.
Een belangrijk bestanddeel van het vermogen, waarover
een jonge agrariër moet beschikken, moet worden vast
gelegd in de grond. De pacht kan hier soulaas geven; ten
einde deze voor de bedrijfsopvolger meer toegankelijk te
maken, herhaalt de commissie een eerder gedaan voor
stel om de rechter de bevoegdheid te geven een pacht
overeenkomst op te leggen tussen de opvolger en zijn
mede-erfgenamen.
Wanneer de pacht geen mogelijkheid biedt, dan kan de
grond welke in eigendom is, op het ogenblik door de ou
ders in de Grondbank worden ingebracht in ruil voor erf
pacht voor 26 jaar. De commissie stelt voor om de moge
lijkheden daartoe te verruimen.
Voorgesteld wordt de mogelijkheid niet alleen te openen
voor degenen die het bedrijf van de ouders overnemen,
maar voor alle opvolgers. De geldende normen voor de be-
drijfsoppervlakte zouden voor de opvolgers verlaagd wor
den, al wordt er wel een beperking voorgesteld tot bedrij
ven met voldoende perspectief; een beoordeling van de
individuele omstandigheden zou dan worden toegepast.
Verder wordt een recht op verlenging van de erfpacht ge
suggereerd die het mogelijk maakt dat een bedrijfsopvol
ger er zeker van is dat hij gedurende zijn hele actieve pe
riode over de grond kan beschikken. Ten slotte wordt nog
een recht op terugkoop gesuggereerd, maar de commissie
lijkt op dit punt niet erg zeker van haar zaak.
De commissie voor jonge agrariërs heeft lang aan zijn rap
port gewerkt en het resultaat zal volgens sommigen, ge
meten naar de voorgestelde steunmaatregelen, te gering
zijn. Voordat men echter die conclusie mag trekken, zal
eerst de argumentatie van het rapport moeten worden ont
zenuwd. Aan de andere kant kan gesteld worden dat er
nu een aantal voorstellen op tafel ligt, waar de regering
moeilijk om heen kan.
Ik vond het komisch. Eerst lees je voortdurend over gebrek
aan belangstelling voor de Emancipade en loop je dan op
de ochtend van de vijfde juni in de omgeving van het Jaar
beurscomplex, zie je een onafzienbare stoet van degelijk
in het nette pak zittende mannen op weg van het station
naar het terrein van de Jaarbeurs. Halverwege voegt zich
bij die stroom nog een andere, afkomstig van het parkeer
terrein. Vol verbazing ziet een buitenstaander hoe al die
welgevoede en over het algemeen stevig gebouwde ven
ten zich via trottoirs en zebrapaden gehoorzaam begeven
in de richting, die al enige weken wordt aangegeven door
de mooie borden, waarop het woordje Emancipade staat
geschilderd. Ook op het terrein zelf gaat de steeds aan
zwellende stroom nog trouw het Emancipadepad op, zoals
dat door de borden wordt gemarkeerd. Pas op het aller
laatste ogenblik wendt de stroom naar links en trekt het
Irenegebouw binnen. Als de toeschouwer dan nog mee
kijkt, ziet hij ook dat voor één dagje onder de Emancipade-
borden, de fraaie richtingaanwijzers van de Rabobank zijn
opgehangen.
Ik kom graag op onze Algemene Vergadering, ook dus die
van 1975, want daarheen ging de stoet van wijze mannen,
zoals u wel zult hebben begrepen. Elders in dit blad zul
len wel de inleidingen staan afgedrukt, die behoef ik dus
voor u niet meer weer te geven. Dat kan ook slecht in dit
kleine kolommetje.
De sfeer beschrijven is moeilijk. De begroetingen, formele
en informele, de bloemen op en rond het podium, de aar
dige meisjes met de microfoons, waarvan er dit jaar maar
één keertje eentje in actie behoefde te komen. De rook
van ontelbare sigaren, pijpen en sigaretten en dan toch
nog die draaglijke atmosfeer. Tijdens een van de rede
voeringen zat boven mijn hoofd een zestal mussen een
burenruzie uit te vechten. Dat bleef voor mijn buurman
niet zonder gevolgen. Gelukkig was de meneer van de
EHBO bij gebrek aan ernstiger gevallen bereid hem van de
ongerechtigheden te verlossen.
Wat ik ook mooi vond vanwege de symboliek was, dat het
bordje van de vice-voorzitter van de raad van beheer, onze
mijnheer Van Lijnden, zoals de heer Mertens hem noemde,
van de tafel was gevallen, toen laatstgenoemde afscheid
wilde nemen. Het werd nog even verholpen, maar niet voor
lang, want weg ging-ie toch. De statuten zijn hard voor ons
in dit opzicht.
Over voorzitters gesproken, kom ik toch weer terug bij de
Emancipade. Negentienhonderdvijfenzeventig is wellicht
voor onze organisatie een historisch jaar. Juist in dit jaar
van de vrouw werd in Beers-Gassel voor het eerst in onze
geschiedenis een vrouw benoemd tot voorzitter van de
raad van toezicht van de bank. Dat had natuurlijk niets
met dat jaar te maken, maar het klinkt nu eenmaal goed.
De echo van die benoeming zal wellicht over een aantal
jaren ook nog eens doorklinken op onze Algemene Verga
deringen tot in de allerhoogste organen. Het begin is er
in elk geval en wij zijn nu ook geëmancipeerd, al is het
traditiegetrouw met mate en in alle rust.
Cas Sier.