ook kredieten met overheids-
garantie maar zonder
verstrekkingsmonopolie
nr. J.S. Biesheuvel
E.J.M. Kolfschoten
heeft een risicodragende functie doch pas
in tweede instantie.
Men kan het een tussenoplossing noemen.
De belangstelling voor deze categorie van
financieringsmiddelen neemt toe, nu het
strikte eigen vermogen niet gelijke tred met
de bedrijfsontwikkeling houdt. Het achter
gestelde vermogen komt in een veelheid
van vormen voor. Opmerkelijk is dat de
overheid hierbij een belangrijke rol speelt
en naar de ervaring leert ook een
zeer nuttige rol. Zowel voor de agrarische
sector als voor het midden- en kleinbedrijf
buiten de landbouw en voor de industriële
dienstverlenende en handelssector werkt
de overheid door middel van het verstrek
ken van garanties en borgstellingen mee
aan de creatie van de vermogensvorm die
het midden houdt tussen eigen vermogen in
pure zin en vreemd vermogen in traditionele
zin.
Het is vermogen dat de kredietwaardigheid
van de onderneming in het algemeen ten
goede komt. Wel heel nadrukkelijk wordt dit
van regeringszijde onder woorden gebracht
ten aanzien van de herordening van de kre
dietfaciliteiten voor de kleinere en middel
grote ondernemingen.
De acht kredietvormen met staatsgarantie
die nu bestaan en waarvoor in de meeste
gevallen een verstrekkingsmonopolie aan
de Nederlandsche Middenstandsbank is
verleend, zullen tot vier worden geredu
ceerd.
Tot lid van de Raad van Beheer van
de Centrale Bank is door de Alge
mene Vergadering benoemd de heer
B. Heringa. Zulks in de vacature
ontstaan door het aftreden van mr.
C. Th. E. Graaf van Lijnden van San-
denburg.
Geboren (in 1916) en getogen in Gro
ningen als zoon van een landbouwer,
is de heer Heringa ook blijkens zijn
loopbaan een typische landbouw-
man. Hij is zelfs na een drietal jaren
van studie aan de Wageningse Land
bouwhogeschool een aantal jaren be
drijfsleider geweest op een verede-
lingsbedrijf voor landbouwgewassen.
Hierna begon zijn ambtelijke car
rière. Eerst in Nederland, waar hij in
1952 benoemd werd tot Directeur van
de Binnenlandse Economische Land-
bouwaangelegenheden van het Mi
nisterie van Landbouw en Visserij.
In die tijd voerde hij vele besprekin-
ln 1962 volgde zijn benoeming bij de
EEG tot Directeur-Generaal van
Landbouw, speciaal belast met de
organisatie en het beheer van land
bouwmarkten. In juli 1973, na de uit
breiding van de EEG met Engeland,
Denemarken en Ierland, heeft de
heer Heringa de EEG verlaten en
zich opnieuw in ons land gevestigd.
Naast de agrarische heeft ook de so
ciale sector steeds de belangstelling
van de heer Heringa gehad. Zo ver
vulde hij functies in de protestantse
kerken in België en is hij thans voor
zitter van de Sectie Internationale
Hulpverlening voor de Nederlandse
Hervormde Kerken en van de Stich
ting Oecumenische Hulp aan Kerken
en Vluchtelingen. Ook is hij namens
de drie Centrale Landbouworganisa
ties benoemd tot lid van de Nationale
Commissie Voorlichting en Bewust-
Eén van de vormen zal zijn het vermogens-
versterkingskrediet, dat wil zeggen een kre
diet met het karakter van achterstelling en
bedoeld om de kredietwaardigheid te ver
hogen.
De vormgeving hieraan volgen wij met be
langstelling en nu reeds pleit ik ervoor deze
kredietvorm niet een verstrekkingsmonopo
lie mee te geven, zoals dat ten onrechte met
andere gegarandeerde kredieten door de
overheid tot nu toe is gedaan. Ook loont
het de moeite na te gaan, in hoeverre ook
voor andere sectoren dan die van het mid
den- en kleinbedrijf een gestructureerd ver-
mogensversterkingskrediet met overheids
hulp is geboden. Zowel voor de agrarische
sectoren als voor de sectoren van het groot
bedrijf zou een duidelijk op de behoeften
afgestemde kredietvorm met het karakter
van vermogensversterking zijn nut kunnen
bewijzen. De bestaande garanties hebben
overwegend het karakter van onderpands
versterking tegenover de kredietgever. Aan
een vermogensversterkingskrediet ken ik
een meer actieve functie toe, gericht op de
continuïteitshandhaving van de onderne-
neming.
De behoefte aan deze kredietvorm moet
men niet in verband brengen met de ver
minderde interne financieringsmogelijk-
gen in het buitenland, onder andere
als gedelegeerde van het ministerie
bij de FAO.
In 1958 aanvaarde de heer Heringa
de functie van Directeur van de Land
bouwmarkten bij de EEG in Brussel.
wording Ontwikkelingssamenwer
king.
Ook op deze plaats heten wij de heer
Heringa" hartelijk welkom in onze
kring.
Wij hopen dat deze nieuwe functie
hem veel voldoening moge geven.
De komende en de gaande man wijzen ieder een andere richting
naar een stoel achter de tafel.