15 vertrouwensinstelling van velen! hechter aaneensluiten beleidscode thans vertoont gebreken Die veranderde situatie is uit zeer veel ver schijnselen te kennen. Ik kan hier slechts heel globaal enkele trekken van dat beeld naar voren roepen. Zij zijn u trouwens uit eigen ervaring bekend. Daar is de enorme snelle groei van onze organisatie in de laatste decennia en als gevolg daarvan de grote openheid van het bedrijf van onze banken. Dat spreekt niet slechts uit de toe name van kantoorgebouwen en van het aan tal vestigingspunten, maar vooral ook uit de ontplooiing die ons bankbedrijf vertoont. Vanuit onze coöperatieve doelstelling, die de opgave inhoudt zo goed mogelijk bank te zijn en bank te blijven, zijn wij ons be wust ook actief gaan richten tot niet-leden, met name in de retailsfeer. Een beleid, dat natuurlijk sterk beïnvloed Dat is een belangrijke constatering. Ook één die ons met vreugde en dankbaarheid mag vervullen. Maar zeker één, die ons onze verantwoordelijkheid doet gevoelen. Wij moeten immers de op ons genomen taak - vertrouwensinstelling voor velen - in de toekomst waar kunnen blijven maken, wij hebben de plicht ons bankbedrijf, waar zo véél financiële belangen van anderen leden, cliënten en niet te vergeten zo'n 20.000 personeelsleden mee verbonden zijn, blijvend door de vaak woelige wateren een vaste koers laten varen, die onder alle omstandigheden een behouden vaart be tekent. En waarom? Het antwoord op die vraag zal altijd kernpunt blijven. Omdat wij als coöpe ratieve banken de plicht hebben onze finan- banken voorheen werkten, en de contact mogelijkheden al gemakkelijker werden, hebben wij een toenemende coördinatie en onderlingen afstemming van de bedrijfsuit oefening van onze plaatselijke banken zien opbloeien. Meer en meer is door dit proces het begrip gegroeid dat we tal van wezenlijk belang rijke onderdelen van ons bedrijf, zoals vor men van dienstverlening, het tariefsbeleid, het vestigingsbeleid sterker dan vroeger van uit collectief-organisatorische opvat tingen moeten benaderen. Wij hebben oog gekregen voor een eenvormige gedrags lijn. Dat is vooral door allerhand factoren van buiten bevorderd, maar ik meen, dat ook de fusie tussen de beide Centrale Banken en het geïntensiveerde kringoverleg onze gedachten daarvoor rijp gemaakt hebben. Gelukkig wel! Want het is mijn vaste overtuiging, dat wij nu voor de noodzaak staan ons hechter aan een te sluiten. Dat wij de lijn van voort en bevorderd werd doordat de gestegen welvaart de particuliere besparingsmoge lijkheden deed toenemen. Een krachtige verbreding en verdieping van ons diensten pakket is daardoor in gang gezet ik noem in dit verband ons girale betalingsverkeer, het bemiddelen in verzekeringen en reizen, het adviseren bij financieel beheer en na tuurlijk horen daarbij ook al die aangepaste vormen van spaar- en financieringsmoge lijkheden waarmee we nu gewoon zijn te werken, doch die wij enkele tientallen jaren geleden niet kenden. Kortom, door deze ontwikkelingen, die ik herhaal het veel breder uiteengezet kunnen worden, heeft de coöperatieve bank een functie aanvaard, die een veel wijdere strekking heeft dan vroeger. Zij is een ver trouwensinstelling geworden tot ver buiten de kring van haar leden! cieringsfunctie ten behoeve van onze eigen ledenkring op lange termijn veilig te stellen. Wij zijn bank voor onze eigen kring. We moeten die bank blijven. Telkens als ik over de geschiedenis van onze organisatie nadenk verbaast het mij weer hoe wij steeds in het verleden wegen hebben gevonden om op de uitdagingen van de ontwikkelingen een antwoord te vinden. Een antwoord, dat wij altijd wie zou van coöperatoren anders verwachten ge zocht en gevonden hebben in samenwer king. Aanvankelijk alleen op lokaal niveau, maar allengs ook meer en meer op lande lijke basis, in de Centrale Bank, als ge meenschappelijk element waaraan al onze individuele banken deel hebben. Met name toen, eerst geleidelijk maar in later jaren steeds sneller, het geografische isolement verdween, waarin vele van onze schrijdende samenwerking, die als een rode draad door onze geschiedenis heen loopt, thans een stevig eind verder zullen moeten trekken. Wij werken temidden van een scherpe con currentie. De strijd om het marktaandeel, zowel naar de kant van de middelen als naar de kant van de kredietvragers gaat onver minderd door. Spaarders en houders van privérekeningen groeien ineen tot een groep die ook in het retailbedrijf onze onverminderde aandacht vergt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 17