9
financiering struikelblok
voor begrotingstekort
drie factoren
programma onder andere een tijdelijke ver
laging van de loon- en inkomstenbelasting
ten bedrage van 840 miljoen, een tijdelijke
verhoging van de investeringsaftrek tot
2 x 12%, waarmee een bedrag is gemoeid
van ongeveer een kwart miljard en een
overneming van sociale premies tot een
bedrag van 900 miljoen. De totale impuls
van het november-pakket bedraagt onge
veer 3,5 miljard gulden.
Vervolgens is bij de indiening van de werk-
gelegenheidsnota in februari 1975 nog eens
een additioneel uitgavenprogramma aange
kondigd van bijna 700 miljoen, terwijl in de
fiscale sfeer onder andere de mogelijk
heden voor verliescompensatie tijdelijk be
langrijk werden uitgebreid. Ten slotte zijn
ter gelegenheid van het debat in de Tweede
Kamer over de werkgelegenheidsnota nog
eens maatregelen aangekondigd, speciaal
gericht op stimulering van de activiteit in de
bouwsector, tot een bedrag van ongeveer
1 miljard gulden.
Indien men de financiële consequenties
voor de begroting van al deze programma's
optelt, moet naar mijn overtuiging de con
clusie worden getrokken dat de regering in
haar stimuleringsbeleid reeds zeer ver is
gegaan. Het begrotingsbeeld voor 1975, zo
als dat er thans uitziet en waarvan zeer
binnenkort in de zogenaamde Voorjaars
nota verslag zal worden gedaan aan het
parlement, stelt dan ook reeds zware eisen
wat de financiering betreft. Het feitelijke
begrotingstekort zal het voor een even
wichtige situatie aanvaardbare begrotings
tekort in zeer sterke mate overtreffen. Ruim
te voor verdere stimulering van de economie
via de begroting door het laten oplopen van
het begrotingstekort stuit in de toenemen
de mate op de randvoorwaarde van een ver
antwoorde financiering. Daarmee is tevens
aangegeven, dat de ruimte voor het begro
tingsbeleid onder de huidige omstandig
heden ten zeerste beperkt is. Hierbij spelen
verschillende factoren, zowel van structu
rele als van conjuncturele aard, een rol. Ik
wil de belangrijkste van deze factoren graag
aan u voorleggen.
In de eerste plaats duurt het een zekere
periode alvorens conjunctuur stimulerende
maatregelen effect sorteren. Om u een
voorbeeld te noemen, de tijdelijke verlaging
van de loon- en inkomstenbelasting, waar
toe in november 1974 werd besloten is in
verband met de legislatieve en administra
tieve voorbereiding pas van kracht gewor
den op 1 april 1975, hetgeen wil zeggen, dat
deze maatregel pas effectief kon worden in
de loop van april en mei jl. Ook het enta-