31 belang van het onderwerp voor de bank een voorbeeld ter verduidelijking geen inbreng van onroerend goed in b.v. Na deze inleidende beschouwingen, is nu de tijd gekomen om de aandacht te richten op de bank, die van haar cliënt bericht ontvangt dat deze voornemens is zijn bedrijf in te bengen in een op te richten B V. of dit reeds heeft verwezenlijkt. In het hierna volgende zal besproken worden, wat er in deze door de bank dient te worden gedaan en waarop eventueel in het bijzonder moet worden gelet. Hierbij wordt ervan uitgegaan, dat de cliënt zijn bedrijf tevoren heeft uitgeoefend in de vorm van een eenmanszaak. Indien het bedrijf tot nog toe werd uitgeoefend in de vorm van een maat schap of een vennootschap onder firma, is evenwel hetzelfde van toepassing met dien verstande, dat rekening dient te worden gehouden met het feit dat meer personen bij het bedrijf betrokken waren, hetgeen in bepaalde opzichten tot complicaties kan leiden. Dat het voor de bank van groot belang is om bij een omzetting in een B.V. van een gefinancierd bedrijf de hele finan ciering zeer kritisch en aandachtig te bekijken, moge uit hetgeen verder volgt duidelijk zijn. Steeds zal blijken dat het grootste risico voor de bank is gelegen in het feit, dat voortzetting van de financiering zonder het treffen van nadere maatregelen de grote kans in zich heeft, dat na omzetting in een B.V. de tevoren verkregen zekerheden voor financieringen verloren kunnen gaan. Door een praktisch voorbeeld dat een voudig van aard is, doch regelmatig voor komt, komt één en ander in een duidelijk daglicht te staan. Nemen we aan, dat een zekere heer Van Bierum. een drankenhandelaar, cliënt is bij de Rabobank. Zijn financiering ziet er aldus uit: 1. Voorschot 100.000,-; 2. Krediet 70.000,-; 3. Zekerheid ad 1. Een bankhypotheek van 170.000,- op zijn onroerend goed met een executiewaarde van 180.000,-; 4. Zekerheid ad 2. De bankhypotheek sub 1, zekerheidsoverdracht inventaris en voor raden en verder cessie van vorderingen op handelsdebiteuren. De heer Van Bierum besluit nu zijn bedrijf om te zetten in een B.V. Tevoren pleegt hij overleg met de Rabobank, teneinde de consequenties voor de lopende financiering te bekijken. Daarbij kunnen zich de volgende situaties voordoen. 1. Het voorschot van 100.000,-: indien het in de bedoeling ligt, dat toekomstige aflos singen en renteverplichtingen door de nieuwe B.V. worden betaald, dient een akte van hoofdelijke medeschuldverbintenis door de B.V. te worden getekend. Dit betekent, dat er naast de heer Van Bierum een nieuwe schuldenaar komt te staan, die hoofdelijk voor de hele schuld mede aan sprakelijk is. Indien de B.V. de aflossings- en renteverplichtingen uit het voorschot niet zal betalen, hoeft er niets te gebeuren. Zoals in het verleden is en blijft alleen de heer Van Bierum schuldenaar tegenover de bank. 2. Het krediet van 70.000,-: nu het bedrijf verder zal worden uitgeoefend in de vorm van een B.V., heeft deze de kredietfacilitiet van 70.000,- bij de bank nodig, terwijl de heer Van Bierum zijn krediet beëindigt. Verder wenst de B.V. in het brievenhoofd van haar correspondentiepapier het bank rekeningnummer te haren name te ver melden. Als volgt kan hier gehandeld worden, waarbij eraan zij herinnerd, dat ingevolge artikel 46 lid 1 sub d van de statuten van onze banken voor dit krediet aan een rechtspersoon steeds de schrifte lijke goedkeuring van de Centrale Bank vereist is. Door de B.V. wordt een krediet overeenkomst met de bank aangegaan voor hetzelfde bedrag en het krediet van de heer Van Bierum wordt beëindigd en voldaan. Dit laatste gebeurt door het nieuwe krediet van de B.V. in de boeken van de bank meteen te stellen op de hoogte van de stand van de rekening ten name van de heer Van Bierum. Hierbij kan het rekeningnummer van het oude en nieuwe krediet hetzelfde blijven, slechts de tenaamstelling wordt gewijzigd in die van de B.V. Vereffening van de rekening ten name van de heer Van Bierum vindt plaats, doordat de B.V. ten laste van haar pas verkregen krediet een betalingsopdracht afgeeft aan de bank. Indien wenselijk kan ook een nieuw rekeningnummer ten name van de B.V. ingevoerd worden. Ook dan dient de hier voor vermelde betalingsopdracht door de B.V. te worden afgegeven. 3. Wat betreft de zekerheid in de vorm van bankhypotheek voor het voorschot hoeft er niets te gebeuren. Als de B.V. aan haar betalingsverplichtingen niet voldoet en de heer Van Bierum ook niet, heeft de bank de bevoegdheid gebruik te maken van haar recht van openbare verkoop van het hypo thecair verbonden onroerend goed. 4. Ten aanzien van het nieuwe krediet van de B.V. is het strikt noodzakelijk de zeker heid opnieuw te regelen. Immers het nieuwe krediet is verstrekt aan een B.V., een rechtspersoon. De heer Van Bierum kan voor de debetstand van dit krediet als schuldenaar niet aangesproken worden. Met medeweten van de bank en met haar toestemming - daar ervan wordt uitgegaan dat de bank zich niet heeft verzet - zijn de tot zekerheid aan de bank overgedragen goederen ingebracht in de B.V. Nu zal het nodig zijn, dat de B.V. de verkregen goede-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 33