24
monetaire politiek in verband
met de inflatie
conclusie
invloed inflatie op bankwezen
anderd. Duidelijk heeft een accentver
schuiving plaatsgevonden van het sparen
voor de oude dag of in het kader van de
vermogensvorming naar het sparen voor
concrete doeleinden op kortere termijn.
Aan de grotere liquiditeitsvoorkeur van de
zijde van de spaarder appelleren ook nieu
we spaarvormen als de spaarplusrekening,
waarbij een hogere rentevergoeding niet is
gebonden aan een vooraf contractueel vast
gestelde langere looptijd, doch waarbij bij
behoud van de mogelijkheid tot directe op
vraging de hoogte van de rente is gekop
peld aan de achteraf vastgestelde loop
tijden.
Op grond van het feit dat een te sterke groei
van de geldhoeveelheid in ruime zin ofte
wel de liquiditeitenmassa de inflatie zou
aanwakkeren oefent De Nederlandsche
Bank naast het bedrijfseconomische toe
zicht een sociaal-economisch toezicht uit
op het bankwezen.
Door maatregelen die direct of indirect het
kredietbedrijf van de banken beïnvloeden
kan De Nederlandsche Bank de groei van
de liquiditeitenmassa afremmen.
Als instrumenten die haar hierbij ten dien
ste staan kunnen worden genoemd de dis-
contopolitiek, de openmarktpolitiek, de kas-
reservepolitiek en het sinds medio 1973
functionerende systeem van indirecte kre-
dietbeheersing.
De discontopolitiek die betrekking heeft op
het vaststellen van de rentetarieven waar
tegen het bankwezen een beroep kan doen
op kredietfaciliteiten bij De Nederlandsche
Bank kan remmend of stimulerend werken
door middel van de meer algemene invloed
die hiervan uitgaat op de rente-ontwikke
ling. Overigens hoeven we ten aanzien van
de betekenis van veranderingen in het
renteniveau voor de omvang van de vraag
naar bedrijfskredieten geen overdreven
voorstelling te hebben.
In dat verband wordt dan ook wel vaak op
gemerkt dat een discontoverandering over
wegend een psychologische betekenis
heeft. Zij wordt vooral opgevat als een aan
wijzing voor een versoepeling of verstrak
king van het monetaire beleid.
Van meer belang zijn veranderingen in het
renteniveau wel met betrekking tot de vraag
naar leningen voor woningbouwfinancie-
ring. De sterke teruggang van het aantal in
aanbouw genomen woningen in ons land
dient ongetwijfeld in belangrijke mate mede
te worden gezien in het licht van de hoge
rente op de kapitaalmarkt.
De overige instrumenten beïnvloeden direct
de omvang van de vrije liquiditeitspositie
van het bankwezen en kunnen daardoor wel
sterk remmend werken. Mede gezien de
werkloosheidsontwikkeling is in ons land
ondanks de hoge inflatiegraad van een
strak monetair beleid in de afgelopen jaren
niet of nauwelijks sprake geweest, in tegen
stelling bijvoorbeeld tot landen als West-
Duitsland en de Verenigde Staten.
De openmarktpolitiek van De Nederland
sche Bank was voornamelijk afgestemd op
het voorkomen van te sterke uitschieters in
de ruimte-ontwikkeling op de geldmarkt, het
kasresevepercentage blijft al geruime tijd
op nul gehandhaafd en in het kader van
het systeem van indirecte kredietbeheer-
sing is het liquiditeitspercentage ten op
zichte van de korte gelden steeds zodanig
vastgesteld dat voor de totaliteit van het
bankwezen een vrije marge aan liquide
middelen resteerde.
Ook voor de nabije toekomst ziet het er ze
ker nog niet naar uit dat door de monetaire
autoriteiten de kredietteugel strakker zal
worden aangehaald.
In het voorgaande zijn summier een aantal
aspecten behandeld betreffende de invloed
van de inflatie op het bankwezen. Bij een
voortzetting van de inflatie in de toekomst
- en daar ziet het wel naar uit - zullen deze
aspecten hun geldigheid blijven behouden.
Het voornaamste punt van zorg zal dan on
getwijfeld zijn het handhaven van een vol
doende solvabiliteit.
De rabobanken zijn geen winstbeogende
instellingen. Zij stellen zich primair ten doel
de bancaire belangen van hun cliënten
in het algemeen en van hun leden in het
bijzonder zo goed mogelijk te dienen. Om
dit doel ook op langere termijn veilig te stel
len is een zodanig rendement vereist dat
de interne reserveringscapaciteit in over
eenstemming is met de groei en de toe
nemende risico's in het kredietbedrijf die
niet los kunnen worden gezien van de in
flatie.