11 hebben te aarzelen d.w.z. niet a priori zeggen dat de ander ongelijk heeft". Hier komt de student, die nog altijd ergens in de heer Van Lijnden verscholen zit en die dachten wij er mee voor zorgt, dat zijn geest jong blijft naar voren. Hij vertelt het weer mooi: „Moest examen doen bij Siccama, oud vaderlands rechtik ver telde de grootste nonsens, weet niet meer wat. Siccama trok aan zijn pijp en zei: daar maakt u een interessante opmerking heb ik nooit eeder gehoord misschien dat u gelijk hebt, durf niet te zeggen, dat u ongelijk hebt". De heer van Lijnden heeft er nog plezier om: het was klinkklare onzin! Het landgoed Sandenburg is nogal groot: meer dan 600 ha, met o.a. 21 boerderijen. „Alles is nu verpacht. Tot voor twee jaar exploiteerde ik nog een eigen bedrijf, maar heb het nu overgedaan aan de bedrijfs leider. Die boerderij „Het Wilde land" is een vrij groot gemengd bedrijf, ongeveer 90 ha, 70 ha gras en 20 ha akkerbouw. Dat was wel lollig. We gaan straks even kijken, want en hij kijkt je trots aan ik heb een heel mooi veulen dat u moet zien." Aan de toon waarop hij dat zegt, merk je wel dat hij niet voor niets voorzitter van het warmbloedpaarden stamboek is en begrijp je ook dat hij voorzitter en bestuurslid van de Federatie van de Nederlandse Zuivel is geweest en hoofdbestuurslid van de NFO (fruittelers). Naast de jacht is de paarden- en vee fokkerij zijn liefhebberij. „Of het nu paar den of koeien zijn, het is even interessant. Varkens niet, daar is geen lol aan. Nee, melken heb ik nooit gekund maar ik kan wel een koe en paard bekijken ik ben wel niet zo'n echte deskundige maar ik heb er wel een idee over. Zo'n fokkerij is toch een boeiend bedrijf, b.v. als het NRS weer eens andere accenten gaat leggen en je moet overschakelen!" Inderdaad, dat boerenleven hoort helemaal bij de heer Van Lijnden. Natuurlijk, het is niet het enige, want hij heeft vele interes sante kanten: in bedrijfsleven („ik denk niet uitsluitend coöperatief"), in organisa ties, in openbare functies. Ik opper op een gegeven ogenblik de gedachte, dat er een mooi boek over hem te schrijven zou zijn. De heer Van Lijnden haalt geamuseerd zijn schouders op: „Ik ben blij dat dat boek nooit geschreven is, het zou maar een raar boek geworden zijn". Daarom juist, kan ik niet nalaten te denken We verlaten kasteel Sandenburg en rijden met de heer Van Lijnden naar de hoeve 'Het Wilde land'. Het veulen, waar hij kenne lijk trots op is, moet bekeken worden. Het staat met zijn moeder, een mooie Gelderse merrie, in de stal, waar ook nog een aantal andere paarden van de heer Van Lijnden verzorgd wordt. Hij is er helemaal thuis „Ik kom hier een paar keer in de week" en toont ons ook de koeien, kalveren en stieren en de zeer moderne ,,Beatus llle dichtte Horatius: „Gelukkig hij, die ver van het zakenleven" .op 'Het Wilde Land' bij eigen paarden verwijlt! ronddraaiende doorloop melkinrichting. Omgaan met mensen, ja dat trekt hem, maar als je hem zo in de stal ziet, een paard aan het hoofd krauwend voel je dat de dieren er ook bij horen. Hij zelf zou waarschijnlijk op zijn karak teristieke manier zeggen: „Ja man, mensen en dieren, je komt van de een bij de ander, ik heb er geen ruzie mee, althans haast nooit! „Geen poppekast bij mijn afscheid", zei hij. Het is niks bijzonders als iemand weg gaatgebeurt telkens overaleen vriendelijk woord, een bedankjedat is genoeg". Akkoord, we zullen ons eraan houden. Alleen: noblesse oblige, ook ons J. R. H. Foto's B. M. Stap

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 13