meten van het onmeetbare? 7 Ineens kun je iets tegenkomen, dat je zo'n diepte-psychologische „Aha"- belevenis geeft. Zo ging het mij toen ik onlangs in het Amerikaanse weekblad Time dat verslagje las over het jaarlijkse management symposion te Davos. Daar werd voor 400 topfiguren uit het Europese bedrijfsleven een nieuwe methode uiteen gezet om de sociale verantwoordelijkheid van de onderneming te meten. Je denkt dan: „ja, zulk meetwerk moest kunnen", en wordt nieuwsgierig. Van je eigen werkkring weet je, dat daar van ouds het sociale sterk meespeelt, maar je weet ook dat het nog niet zo gemakkelijk is dat zichtbaar te maken, laat staan exact te becijferen. Met algemene bewoordingen komen we een heel eind, maar met con crete doeleinden en resultaten hebben we het vaak moeilijk. In Davos is dat ook gevoeld. Van bevrien de zijde kreeg ik een beknopte samenvat ting, waaraan ik een en ander ontleen. Uitgangspunt is dat iedere onderneming moet beantwoorden aan de ingrijpende veranderingen in de samenleving. Er zijn voortdurend sociale uitdagingen. Dat „so ciale" moet men heel ruim zien - ruimer dan het geijkte begrip voor arbeidsvoor waarden en -verhoudingen. Het omvat alle sociale gevolgen van ondernemingsactivi teiten voor iedereen, die daardoor geraakt wordt. Dat kan voor grote ondernemingen zelfs het internationale publiek zijn. Het nieuwe, althans voor mij, van Davos was, dat daar gepleit werd voor een „social audit", letterlijk: een sociaal accountants- verslag dat evenals het financiële verslag, liefst door een onafhankelijk accountant moet worden opgemaakt. De voorzitter, de broer van de Franse president, sprak in dit verband zelfs van de geboorte van een nieuwe wetenschap": het meten van de sociale winst" en het sociale verlies" van een onderneming! Zo'n social audit" (misschien tref fend te vertalen als de door een ac countant gewaarmerkte sociale winst- en verliesrekening) is duidelijk heel iets anders en gaat veel verder dan het in ons land al bekende „sociale jaarverslag". Ik moet bekennen, dat wat de inleider, dr. Clark C. Abt, over zijn systeem vertelde, me toch wel curieus voorkwam. Het komt ongeveer hier op neer. De belangrijkste sociale verlangens en zorgen van vier groepen, nl. aandeelhouders, ondernemers, cliënten en de gemeenschap, waarin de onderneming werkt, moeten worden opge spoord en daaraan moet een waardering worden gegeven. Kan dat niet precies in geld - een marktwaarde zal er vaak niet zijn - dan moet dat maar op andere wijze bij benadering. Het lijkt raar, maar dr. Abt komt zo tot het resultaat, dat hij het netto „sociale inkomen" van de onderne ming kan berekenen, door de sociale kos ten ten laste van de vier groepen at te trekken van de som van de sociale voor delen, die zij van de onderneming hebben. En het sociale „vermogen" van de onder neming komt te voorschijn door de sociale passiva te verminderen met de sociale ac tiva! Davos moest er nog wel aan wennen. Er werd echter ook verwacht, dat zo'n soort sociaal rapport wel eens spoedig voor de ondernemingen verplicht gesteld zou kun nen worden. De voorzitter zag er wat in, maar vond het toch maar moeilijk om „le vensvreugde", voldoening in het werk" e.d. te kwantificeren. Hij had gelijk, maar we zijn langzamerhand al heel knap gewor den in het meten van het onmeetbare. Denk maar aan wat de heer Seydenzaal in dit nummer over de „functie-classifica tie" schrijft. In ieder geval, er is kennelijk op dit gebied iets aan de gang. Het kan niet toevallig zijn, dat de heer Kok van het NVV en de heer Krayenhoft van de AKZO deze maand op de accountantsdag beiden met stellingen komen die de sociale verantwoordelijkheid van de onderneming centraal stellen. De heer Krayenhoft denkt aan een „maatschappelijk statuut", uit te werken door de SER, dat voor alle onder nemingen zou gelden. De heer Kok wil - in de lijn van Davos? - een afzonderlijke plaats voor het sociale klimaat in de ver slaggeving. Daarbij komt ook de taak en de status van de accountant ter sprake. Moeten we een ander soort, althans anders opgeleide, onafhankelijke accountants heb ben als ook andere dan financiële en ad ministratieve gegevens beoordeeld wor den? Naar zo'n verslag over onze banken en coöperaties zou je beslist nieuwsgierig worden. Ik zou er niet bang voor zijn, ook niet om het openbaar te maken (wat nog weer een apart vraagpunt is). Zo'n sociale rapportage zou overigens wel weer een zware last op de ondernemingen leggen. De inleider in Davos schatte de tijd, ar beid en kosten ervoor ongeveer gelijk aan die voor de financiële verslaggeving. Nu we juist weer moeizaam onze „normale" jaarstukken voor elkaar hebben, zullen we daar wel even voor terugschrikken. Toch voorspel ik, dat we over dit onderwerp in welke vorm ook meer zullen horen in de toekomst. Dat zit er van twee kanten in. De leiding van iedere onderneming heeft al meer behoef te om bij beslissingen ook het sociale ef fect in te calculeren. Je moet immers we ten hoe de omgevingzal reageren: dat voorkomt moeilijkheden. Tegelijk moet de leiding ook weten en aanvoelen wat in die omgeving al dan niet uitgesproken leeft aan wensen en verlangens: dat schept kansen voor ondernemersactiviteit. Maar vooral belangrijk is de aandrang die van buiten komt. Het publiek wil meer van een onderneming weten dan haar finan ciële cijfers. Het wil weten wat die voor de samenleving betekent, hoe ze die beïn vloedt, positief of negatief. Er is nu vaak een kloof van onbekendheid, onbegrip en misverstand tussen onderneming en pu bliek, tussen werkgevers en werknemers. We komen vaak niet veel verder dan el kaar eenzijdig te benaderen en ons zelf eenzijdig af te schilderen. Frisse, nieuwe mogelijkheden zal het geven voor het dich ten van die kloof als de ondernemingen er in zullen slagen hun sociaal functioneren beter dan tot nu toe zichtbaar, en mis schien zelfs meetbaar te maken. Het zal wel - je weet nooit - een utopische droom blijven, dat ooit het „sociale vermogen" evenveel aandacht krijgt als het financiële vermogen van een onderneming, maar het is tóch iets, dat ons richting kan geven. J. R. H.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 9