wob
wob
4
in memoriam
mr. r. j. van beekhoff
die garanties regelmatig te overleggen.
Overigens met het Borgstellingsfonds voor
de Landbouw, dat de overheidsgaranties af
geeft voor financiering van agrarische be
drijven, hebben wij in vele jaren een goede
ervaring opgebouwd met betrekking tot de
garantiekredietverlening. Voor verstrekking
van garantiekredietverlening door middel
van dit Borgstellingsfonds is wel iedere
bank in ons land toegelaten.
Hoe hoog ons de zaak zit, blijkt wel hieruit,
dat wij verleden jaar zelf een nieuwe kre
dietregeling hebben ingevoerd, die voor
onze eigen kredietnemers dezelfde moge
lijkheden opent als de door de overheid ge
garandeerde middenstandskredieten van de
NMB.
De schrijnende onbillijkheid is echter ge
bleven, want de concurrentievoorwaarden
liggen voor ons zwaarder dan voor de NMB.
Deze hoeft immers volgens de voorschriften
van De Nederlandsche Bank tegenover de
door haar onder overheidsgarantie ver
strekte kredieten geen extra reserves (sol
vabiliteit) aan te houden.
Wij hebben herhaaldelijk met instemming
kunnen horen, dat de overheid concurren
tieverstoringen van het bedrijfsleven wil
tegengaan. Moge de overheid nu eindelijk
eens de hand in eigen boezem steken en
ontdekken, dat zij zelf door het laten voort
bestaan aan de uitzonderingspositie van de
NMB verstorend in de concurrentie onder
de banken optreedt.
Nu met man en macht, door overheid en
bedrijfsleven aangepakt moet worden om
de in moeilijkheden verkerende onder
nemingen er door te helpen, moeten ver
ouderde gewoonten worden afgedankt op
dat alle aanwezige kracht, kennis en ener
gie kan worden ingezet.
EEN BROCHURE VOOR DE
MIDDENSTAND
Na het voorafgaande stuk kunnen wij het
niet laten even de aandacht te vestigen op
een aardige brochure die onlangs door ons
werd uitgegeven. Dit is een geschriftje
waaruit handel, nijverheid, industrie, horeca
en vervoer meer te weten kunnen komen
over onze Bijzondere Middenstands Finan
ciering, die in de wandeling BMF wordt ge
noemd.
Natuurlijk geeft zo'n brochure slechts de
hoofdlijnen, maar de ondernemers in het
midden- en kleinbedrijf zullen weten waar
om het gaat en zullen desgewenst voor
nadere inlichtingen de weg naar onze ban
ken kunnen vinden.
Het kardinale is ongetwijfeld, dat de BMF
een eigen financieringsvorm van de rabo-
banken is, die gelijkwaardig is aan de door
de overheid gegarandeerde kredieten.
Ondernemers kunnen thans lezen dat zij
Het bericht, dat de heer Van Beekhoff op 15 maart onverwacht is over
leden zal bij zeer velen in onze organisatie droefheid veroorzaakt hebben.
Hij was een man met een geheel eigen plaats in onze organisatie. Vroeger
in de Utrechtse Raiffeisenorganisatie, waar hij sinds 1952 lid en sinds
1963 voorzitter van de Raad van Toezicht van de Centrale Bank was, en
daarna toen hij in de gefusioneerde Centrale Bank dezelfde functie
bekleedde, hebben wij zijn sympathieke wijze van optreden leren kennen.
Toen hij vorig jaar om gezondheidsredenen als voorzitter en lid van de
Raad van Toezicht aftrad, hebben wij dat als een verlies gevoeld.
Als voorzitter van vergaderingen, waar belangrijke zaken aan de orde
waren - met name ook van Centrale (K)ringvergaderingen, - zijn wij hem
veel dank verschuldigd. Zijn kracht lag in het haast ongemerkt scheppen
van een sfeer, waarin meningen aan bod konden komen, maar waarin de
verstandhouding goed bleef zelfs al liepen de inzichten uiteen. Niet een
slappe hand, maar wel een zachte hand van leiding kenmerkte hem en
dat is ons te stade gekomen in de moeilijke vergaderingen die hij in de
fusieperiode soms moest voorzitten.
Zijn opvolger als voorzitter van de Raad van Toezicht, Baron O. W. A.
van Verschuer, typeerde de overledene op 18 maart in de Centrale
Kringvergadering aldus: „Hij trad een ieder open tegemoet in
het hechte geloof aan onze goede bedoelingen en ontwapende ons
daarmee als onze bedoelingen soms minder goed waren. Zijn wapenen
waren een mild oordeel, gevoel voor humor - waarbij hij zichzelf bepaald
niet spaarde en een echte warme persoonlijke belangstelling".
De heer Van Beekhoff is in zijn loopbaan zijn Betuwe en zijn provincie
Gelderland trouw gebleven, als burgemeester van Zoelen, als dijkgraaf
en als voorzitter van de Grondkamer. Hij heeft dat land en zijn mensen
liefgehad en gediend. Zijn werk voor de coöperatieve banken - hij was
ook voorzitter van zijn „eigen" Rabobank in Ingen - strookte geheel met
zijn eigen geestelijke ligging en overtuiging.
De verdiensten van de heer Van Beekhoff zullen wij niet vergeten, maar
in onze herinnering zal hij vooral voortleven, - zo zei de heer Van Ver
schuer - „als een man die ons persoonlijk na stond en met wie wij ons
door vriendschap en sympathie verbonden voelden. Dat was voor ons
geen opgave, want heel het optreden van de heer Van Beekhoff nodigde
daartoe uit. Hij was iemand, die zonder geforceerde krampachtigheid
het bijbelse woord navolgde: „Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend".
C. G. A. Mertens