in
woorden
en
miljoenen
(4 ooY
^obii^ck 9
(lm nib$4>fei4e, qqnfelafe/
38
D DDD D'
RAr
V<3n 4e fobrtZlfleVevilübtjeb 4'C PTT"
j&j elke J&fho^id^uit^eeft
uit onze historie
rustig op want toen een zusterbank (Vin-
keveen) een rondschrijven het licht deed
zien waarin de Centrale Bank verweten
werd, gedurende de laatste moeilijke
maanden niet actief genoeg te zijn ge
weest, werd dit schrijven „voor kennis
geving aangenomen" en verder niets.
Deze spanningen verhinderden niet dat een
voorstel van de Centrale Bank tot „het uit
geven van een Officieel Orgaan" werd
gesteund. Blijkbaar een zwakke steun,
want de regelmatige uitgave liet nog wel
enkele jaren op zich wachten.
In 1915 werd ƒ5,- disponibel gesteld als
bijdrage in het huldeblijk aan de afgetre
den voorzitter van de Centrale Bank te
Utrecht (jhr. Bosch van Oud-Amelisweerd)
voor zijn vele verdiensten. Dze afgetreden
voorzitter werd op de Algemene Vergade
ring te Utrecht, door zijn opvolger op de
meest gevoelvolle wijze bedankt.
Op een vraag, gedaan op deze algemene
vergadering, „hoe het stond met de tege
moetkoming in de oprichtingskosten van
wege de regeering", antwoordde de heer
Löhnis (afgevaardigde van de minister) dat
„de regeering de subsidie wel niet meer ge
heel zal uitbetalen wegens bezuinigings
maatregel".
In weerwil van deze tegenslag heeft de
bank bewezen uitmuntend in staat te zijn
op eigen benen te staan.
Met een gerust hart kan Tb. dus de notu
lenboeken hier sluiten en koers zetten
naar Alphen en andere aantrekkelijke
plaatsen.
Tb.
Wordt vervolgd.
Evenals in januari bleef ook in de
afgelopen maand februari de midde-
lengroei bij onze aangesloten banken
enigszins achter bij de verwachtingen
daaromtrent. Binnen de toevertrouwde
middelen begint de terugvloeiing van
gelden op deposito's naar spaar
gelden zich nu af te tekenen.
Bij de uitzettingen vertoonde de groei
van uitstaande leningen hetzelfde
beeld, hetgeen grotendeels veroor
zaakt werd door het feit, dat de voor
waarden voor woningbouwleningen bij
onze banken zich vertraagd aanpassen
aan de marktsituatie.
Het rekening-couranttegoed van de
gezamenlijke aangesloten banken bij
de Centrale Bank vertoonde slechts
een geringe stijging.
Bovenstaande ontwikkelingen hadden
tot gevolg, dat de liquiditeitspositie
van de gezamenlijke aangesloten ban
ken ten opzichte van de interne rege
lingen een, seizoenmatige, daling
onderging.
Q ICO