37 intermezzo moesten soms wel goed opletten want „enkele Messieurs Enteniers zijn Bedrie gers van alle soorten" werd heel lang ge leden gewaarschuwd. Hoe het zij: de eerst levering van vrucht bomen vanuit Buciscope dateert van 1466. Er waren ook wel, min of meer tijdelijk, andere teelten, bijvoorbeeld van de winst gevend hennep in de Gouden Eeuw en er werd op bescheiden schaal aan kruiden teelt gedaan. ,,Een paar loot Manna in het warme sop smelten 't welck een deftig laxeerend sopjen worden sal voor Hypochondrake, Schorbuyckige en andere met verstoptheit gepeynigde Menschen." De hoofdzaak werd echter de plantenteelt en -export. DE PLANTENEXPORT De uitbreiding van de export hield gelijke tred met de groei van de kweke rijen. Jongelui gingen in kwekerijen in het buitenland werken met het doel de taal van het land goed te leren beheersen. Aldus leerden zij vlot één oi meer moderne talen spreken en gingen dan op reis om planten te verkopen met financiële steun van vader, een compagnon, met eigen gespaard geld of als reiziger voor een exportfirma. Het was voor een ondernemende jonge kweker met verkoopkracht niet moei lijk als zelfstandig exporteur te beginnen. Men liet een prijslijst van bescheiden formaat drukken, enigszins naar het voorbeeld van een Boskoopse exportcatalogus die men in het buitenland be machtigd had. Dan voorzag men zich van wat visitekaartjes en orderboekjes en verschafte zich een bewijs van Nederlanderschap. Een pas was voor de Westeuropese landen niet nodig. Dan stapte men met koffer en wandelstok op de trein om over de grens orders te gaan boeken. Dit meenemen van een wandelstok was niet alleen mode, maar ook wel prettig op de lange marsen die op reis te maken waren. Want autobussen en auto's waren een onbetaalbare luxe. Ook een fiets was nog moeilijk te huren. In latere jaren, als men beter in een bepaalde stad bekend was, kon men tegen het geven van onderpand soms wel een fiets huren. Op deze wijze zijn in die jaren tientallen jonge kwekers als handelaars begon nen met niet meer dan enkele honderden guldens bedrijfskapitaal voor catalogus en reiskosten. Verdere bedrijfskosten? Met enig overleg en wat handigheid waren die te vermijden. Men ontving de kosten van emballage en transport naar station Alphen contant als 'Nachnahme' van de expediteur uitbetaald, waarvan men het arbeidsloon voor een paar pakknechts kon be talen. Voor de kosten van het emballagemateriaal en de bijgekochte planten had men crediet tot Boskoopse kermis 1 juli, zodat men intussen eerst zelf kon incasseren. Financieel moest men wel tegen een stootje bestand zijn want normaliter von den afrekeningen over en weer hun beslag éénmaal per jaar bij de brug over de Gou we (men kwam dus „over de brug"). Het is werkelijk niet verwonderlijk dat toen op 22 maart 1913 de Coöperatieve Boeren leenbank werd opgericht, deze bank alle kansen in zich had om tot een belangrijk financieel centrum uit te groeien. In de vereniging „Het Boskoops Handels comité" kwam het oprichten van een Raif- feisenbank reeds in 1912 ter sprake. Bij deze en volgende vergaderingen tussen comité en verenigingen „Boom en Planten- beurs" en „Gemeentebelang" gaf een in specteur van de Centrale Bank de gewens te toelichtingen. Ten slotte werd de op richtingsakte verleden voor notaris Maar schalk. Toetreding tot de bank stond open zowel voor agrariërs als winkeliers. Wel moesten, Een foto van de uitbetalingen aan de brug in de Dorpsstraat van Boskoop (omstreeks 1930). De veldwachters Heymans en Van Buren tekenen zich waakzaam af tegen de witte muur (foto uit „Zo was Boskoop"). om de positie van de nog zwakke bank en haar leden te beschermen, helaas enkele gefailleerde leden uit het ledenregister worden geschrapt. Direct al werd een aanbieding van den Rotterdamschen Brandkastenfabriek ont vangen (waarbij Tb. denkt aan bedrijfs- spionage) maar ook al bijna direct, nl. op 27 mei 1913 trad de bank toe tot de Cen trale Bank te Utrecht (Boothstraat 14, te lefoon interloc. 1705) en dat onder leiding van directeur/voorzitter P. Loef Az. en met als kassier W. P. van den Toorn, wonen de aan de Rozenlaan no. 12. Bericht werd ontvangen dat men op de rijkssubsidie van 175,- nog wel even zou moeten wachten „daar eenige andere banken vóór zijn". Omdat men alles groots en zakelijk wilde aanpakken werden voor zitter en kassier aangesloten op het tele foonnet, mocht kassier zijn huis verbouwen en werd een brandkast besteld voor 299,- 7,50 voor een dubbel slot 13,— voor een voetstuk, minus 5% reductie voor leenbanken. Boskoop heeft zijn eigen onderlinge beta lingsgewoonten, waardoor de liquiditeit van de bank buitengewone heftige ups en downs kent. Het kostte wel veel moeite en gesprekken om de Centrale Bank ervan te overtuigen dat deze bijzondere toestanden ook bijzondere maatregelen, dus bijzon dere kredieten vereiste. In Boskoops notulen en dat is een op vallende bijzonderheid - wordt wél het uit breken van de oorlog gememoreerd. Er ontstond een financiële noodtoestand, óók door „runs" op de banken en vele werkers op de kwekerijen werden opgeroepen tot militaire dienst. Er kwam een oproep van de Centrale Bank „om de menschen te kalmeren en aldus de noodtoestand te bezweeren". Men nam deze ontwikkelingen echter nogal

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 39