uit onze historie 35 boskoop en andere oude banken van kring 22 (rijn en gouwe) gouda Het is heerlijk om goede plannen op te zetten. Gevolg gevend aan deze, zijn „tweede natuur", is Terugblikker met de beste voornemens bezield om zo eerlijk en evenwichtig mogelijk alle streken van ons dierbaar land met hun, daarin gevestigde „oude pioniersbanken", in zijn over zichtjes te omvatten. De regelmaat die hij zich voorstelde wordt echter herhaaldelijk doorkruist óf door de redactie van ons blad óf door andere toevalligheden, doch Tb. verliest het juiste spoor niet uit het oog: óók het diepe zuiden en het verre oosten komen hopenlijk aan de beurt. Aanleiding tot deze bijdrage gaf „De Land- bode" van 9 november 1973 met het ar tikel „Boskoop. Wereldcentrum van boom kwekerij". Boskoop ligt aan de Gouwe en in Kring 22. Vandaar Ook nu past dank aan de bankdirecteuren die direct gevolg gaven aan het verzoek van Tb. om hem gegevens toe te sturen. Zonder hun medewerking, die beslist regel en geen uitzondering is, zou de kogeltjes pen van Tb. - wat dit deel van zijn taken betreft - in rust gaan roesten. De één kon iets meer geven dan de ander, want niet iedere bank is even groot en niet ieder archief is even compleet. De spontaneïteit was er echter niet minder om. Na dit welgemeende dankwoort begint Tb. nu maar bij Gouda (oftewel Tergouw). Een van zijn eigen herinneringen aangaan de deze stad is, dat toen hij aldaar (53 jaar geleden) aan de Karnemelksloot woonde, de bodem letterlijk golfde als een zware sleperskar voorbij kwam en dat, in de nieuwe wijken, de loop van de riool buizen duidelijk zichtbaar was als ver hoogde ruggen in de straat, aldus uitdruk kelijk demonstrerend dat Gouda op zeer waterrijk veen is gesitueerd. Gouda is al vanaf zeer vroege tijden een belangrijke plaats geweest aan de samen vloeiing van IJssel en Gouwe; op een kruispunt van druk bevaren en begane water- en landwegen. Het stadsrecht werd in 1272 ontvangen van Floris V, der Keerlen God, die ook nog bekend is omdat hij door de „edelen" werd vermoord. In de zijgevel van het be roemde stadhuis herinnert een beweeglijk beeldengroepje aan dit belangrijke feit. Bent u daar, dan is het de moeite waard ook de prachtige ramen in de St. Janskerk te gaan bewonderen. Gouda kende en kent vele industrieën. Wat minder bekend is, is het Land van Steyn, waar vroeger een klooster stond waarin Erasmus (de grote humanist) zijn jeugd doorbracht. De stad maakte alles mee wat een stad maar kan meemaken, maar dat gaat Tb. nu niet releveren, alhoewel de naam Jaco- ba van Beieren en de namen van vele strijdbare dames en heren in de kronieken te lezen zijn. In deze, zo helemaal echte Hollandse, stad werd op 10 februari 1899 de Coöp. Boeren leenbank „Gouda en omstreken" opgericht door een aantal heren „door wier bezie ling, onverwoestbare ijver en vertrouwen een daad gesteld is, van groot belang voor onze lan'd- en tuinbouw" zoals kassier me juffrouw Roos in haar verslag 1899-1949 schreef. Als voorzitter van het bestuur werd benoemd K. Jonkheid; van de raad van toezicht werd Joh. Naber voorzitter en P. Huybrecht nam de kassierstaak op zicht (echter niet voor lange tijd. Hij werd spoedig opgevolgd door B. Streefland). De opbouw ging zeer moeizaam. Ook al omdat van een „organisatie" nog geen sprake was. Men had nog geen rugge steun. Immers, de Centrale Bank was pas een jaar oud. Zoals ook elders in het land meende men blijkbaar dat een bank geld kon uitgeven zónder dat dit vooraf ontvangen was. Daar om werd in 1902 op de algemene leden vergadering gevraagd „wie nog wat te stor ten had". Het resultaat was gelukkig 3.700,groot. Daarmee kon men weer even vooruit. In de notulen van den Raiffeisen Bank af- deeling Gouda lezen we dat reeds in au gustus 1899 door het Bestuur de Boeken en al wat bij de Leenbank behoort werden nagezien en dat van den Edelachtbare Heer den Minister van Binnenlandsche Za ken een brief is ontvangen waarin de mo gelijkheid van rijkssubsidie aangekondigd werd. Dat kon de minister met een gerust gewe ten doen want door de heer Brands, in specteur van de Centrale Bank, werden tijdens een kort bezoek ook al alle boeken gecontroleerd en „Z.Ed. betuigde volle te vredenheid en zeide elders de boeken in minder goeden toestand te hebben bevon den". De „moeder" van de leenbanken, de Boerenbond, wilde blijkbaar de dochters nog niet geheel los laten. Dies werd over wogen de aankoop van 30.000 a 50.000 lijn koeken door de vereniging bij de fabrikan ten Braat, Lambert of Verloop Lebret. Om de soep niet te dun te maken zullen nieuwe leden niet meer dan 2000 stuks mogen afnemen. Vraag van Tb. „Van wanneer tot wanneer bleef men een nieuw lid?" Waarschijnlijk onder quasi meewarig ge mompel werd aangehoord dat een - wijse lijk afwezig - lid door een ander lid liet mededelen dat hij van zijn vrouw niet lid mocht blijven van de vereniging. Dit uittredingsargument werd verworpen en dat moest de kassier dan ook maar direct schrijven. Helaas bezit Tb. geen kopie van dit stuk. De „gehoorzame" wilde geen uit- treegeld betalen maar de slimmerd had

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 37