giraal
effectenverkeer II
'K
A 2
28
mr. ria j. a. laval
oprichting van een
centraal instituut
werking van door commissie
ras voorgestelde stelsel
"b
De Commissie Ras heeft zich bij het op
stellen van haar rapport voornamelijk
laten leiden door de in het buitenland op
dit gebied bestaande stelsels. Zij is van me
ning, dat door de Minister van Financiën
ter bereiking van een goed functionerend
giraal effectenverkeer een centraal instituut
dient te worden aangewezen, dat neutraal
is, voldoende waarborgen biedt voor een
deugdelijke functionering en geen commer
ciële risico's mag lopen.
Daarbij worden onder instellingen met
name banken en commissionairs verstaan,
doch in ieder geval niet het beleggend pu
bliek. De commissie gaat er namelijk van
uit, dat uitsluitend instellingen, die werk
zaam zijn op het gebied van de effecten-
Hef vorige artikel van mei. Laval ein
digde met de vermelding, dat de
Commissie Ras, zoals naar haar
voorzitter mr. H. E. Ras de in 1970
ingestelde Commissie Giraal Effec
tenverkeer genoemd werd, een con
creet voorstel heeft gedaan om tot
een beter effectenverkeer te komen.
Dit voorstel, dat in een door de re
gering aanvaard wetsontwerp werd
neergelegd, wordt ons thans door
mej. Laval toegelicht.
handel en de effectenbewaring rekening
houders bij het centraal instituut mogen
zijn.
Tevens zal volgens de voorgestelde wette
lijke regeling door de Minister van Finan
ciën een toezichthouder op het centraal
instituut moeten worden benoemd, die zich
bij de uitoefening van zijn taak in de eerste
plaats dient te laten leiden door het
algemeen belang van een goed functione
rend effectengiroverkeer.
Aan de hand van het thans volgende
schema kan de werking van dit girale stel
sel wellicht verduidelijkt worden. Ter ver
eenvoudiging gaan we er van uit, dat
slechts één soort effecten bestaat.
Zoals uit bovenstaand schema blijkt zijn in
hoofdzaak twee depots te onderscheiden:
a. het girodepot, dat bestaat uit alle bij
het centraal instituut berustende effecten
van dezelfde soort. In dit geval behoren
daartoe de tegoeden van de bij het centraal
instituut rekeninghoudende instellingen A,
B en C.
b. het verzameldepot, dat bestaat uit het
op naam van de instelling staande tegoed
in het girodepot en uit de bij de instelling
zelf in „voordepot" berustende effecten van
dezelfde soort. Bovenstaand schema bevat
drie verzameldepots (A, B en C). Het voor
depot en het tegoed van de instelling bij
het centraal instituut vormen dus samen het
verzameldepot.
De tegoeden bij het centraal instituut staan
GIRODEPOT
1 tegoed instelling A
2 tegoed instelling B
3 tegoed instelling C
VERZAMELDEPOT
A1 door instelling A
gedeponeerd bij Cl
B2 door instelling B
gedeponeerd bij Cl
C3 door instelling C
gedeponeerd bij Cl
CLIËNTEN
Centraal Instituut (Cl)
3
Instelling A
voordepot
Instelling B
voordepot
Instelling C
voordepot