middelenbeheer 25 p. vernède intern extern Alhoewel de lezer dat misschien niet zou verwachten, is de doelstelling van de activiteit Middelenbeheer erg prozaïsch en nuchter: het binnen het kader van de verstrekte richtlijnen beheren van en opereren in die activa en passiva van de Centrale Bank, die tot stand komen op wat doorgaans met geld- en kapitaal markt wordt aangeduid. Wat komt daar nu voor kijken om in redelijk mate aan een dergelijke doelstel ling te kunnen voldoen? Vooraleerst is er een permanente stroom van informatie nodig over alle aan wezige en te verwachten betalingsstromen in onze organisatie en daarnaast eenzelfde stroom van externe informatie over ontwikkelingen die onze positie kunnen beïnvloeden. Nominale informatie is in een groot aantal gevallen niet voldoende om een juist beeld van de situatie te vormen; het veelvuldig communiceren zowel extern (b.v. de markt en De Nederlandsch Bank) als intern (binnen en buiten het eigen werkgebied, horizontaal en verticaal en last but not least met onze aangesloten banken) kan een wezenlijke bijdrage vormen tot een beter inzicht. Kennis, ervaring en oordeelsvorming zijn de laatste elementen, die moeten worden toegevoegd om te geraken tot een werkbare situatie. In het hiernavolgende zal in vogelvlucht worden aangegeven welke permante stroom van informatie door Middelenbeheer wordt gebruikt, teneinde inhoud aan de doelstelling te geven. Dagelijks soms zelfs per uur of per mi nuut moet Middelenbeheer op de hoogte zijn van alle betalingsstromen in de organi satie, die de liquiditeitspositie van de Cen trale Bank kunnen beïnvloeden. Zo is daar b.v. het cliëntenverkeer, dat een bank veelal gelaten over zich moet laten komen. De verschuiving van chartaal naar giraal speelt zich binnen dit kader af, ter wijl ook de sterk toenemende betalings- stroom via de Bankgirocentrale met de daarbij optredende informatieverschuiving onze voortdurende aandacht heeft. Daarnaast nog één voorbeeld uit vele zijn er de te ontvangen en te betalen rente en de aflossingen op uitstaande leningen en opgenomen gelden (hierbij is wel exact bekend wat ontvangen of betaald moet wor den). Deze golfbeweging korter dan 1 maand wordt door Middelenbeheer zo goed mo gelijk geneutraliseerd via call-geldtrans- acties en fixe posten voor korte periodes. Op de wat langere termijn moet kennis wor den gedragen nog steeds intern van de te verwachten ontwikkelingen met be trekking tot het verschil tussen de groei van de middelen en uitzettingen van de aange sloten banken; met andere woorden de vraag hoe zich het saldo van de aangeslo ten banken bij de Centrale Bank zal ontwik kelen. Eveneens zal in de overwegingen betrokken moeten worden hoe de prognoses zijn b.v. ten aanzien van de kredietverlening van de Centrale Bank (coöperatiefinanciering). Een deel van de hierboven opgesomde fac toren zijn min of meer voorspelbaar (char- tale behoefte in de laatste dagen van de maand bijvoorbeeld, alhoewel op de lange duur door de veranderende betaalgewoon- ten en door de kostenfactor de bankpapier behoefte onzes inziens zal verminderen). Voor een ander deel is die hardheid van ge geven informatie een stuk minder; de con junctuurontwikkeling, het kredietbeleid van de monetaire autoriteit en in samenhang daarmede de rentevooruitzichten op de markt manen zoals de afgelopen 2 jaar ons wel hebben geleerd tot grotere voor zichtigheid. Hierbij is een aantal stromingen, die min of meer een gelijk beeld vertonen als de hier voor geschetste interne, b.v. de toename op saldi van de privé-rekeningen in de laatste week van de maand en de continue daling in de drie weken daarop volgende, veroor zaakt in de geldmarkt een ongeveer gelijk beeld. Daarnaast echter treffen wij er een aantal aan die wel de markt zeer sterk kunnen be ïnvloeden, maar qua geldstroom weinig na werking in onze organisatie hebben. Uiter aard is die invloed op de rentetarieven van b.v. termijndeposito's in onze organisatie wel onmiddellijk merkbaar. Zo zijn daar de maandelijkse uitkeringen van het Rijk aan de gemeenten, recht streekse interventie door De Nederlandsche De schrijver van bijgaand artikel kent zijn vak tot in de puntjes en hanteert dan ook met veel gemak de terminologie welke eraan eigen is. We mogen wel aannemen, dat een lezer van ons blad geen moeite zal hebben met termen als giraal en chartaal, terwijl ook het begrip betalingsstromen geen moeilijk heden zal opleveren. In ons maandblad wordt door verschillende medewerkers vrij regelmatig ingegaan op fundamen tele economische en monetaire vraagstukken. Wij wijzen daarbij bijvoorbeeld op de rubriek Economische begrippen toegelicht. Een lezer, die nog eens nader wil zien verklaard wat wordt bedoeld met valuta-swaps en contingentering, kan daarover wat meer lezen in het artikel De Weekstaat van De Nederlandsche Bank, dat werd gepubliceerd in het december nummer van 1974. In het eerste nummer van die jaar gang wordt zeer uitvoerig ingegaan op het systeem van de in neven staand artikel eveneens genoemde indirecte kredietbeheersing en de gevolgen daarvan voor het bank wezen. Enkele andere begrippen verklaren we kort nog hieronder, daarmede nog eens het gewicht onderstrepend dat moet worden gehecht aan het werk van Middelenbeheer. Call-geldtransacties: ook wel aangeduid als daggeld leningen worden overwegend afgesloten tussen banken onderling en kunnen per dag worden opgezegd. Fixe posten: leningen tussen banken onderling met een vaste looptijd die doorgaans niet langer is dan een maand. Discontopolitiek: het beleid van De Nederlandsche Bank met betrekking tot de tarieven waartegen met name banken kredieten (voorschotten) bij haar kunnen opnemen. Schatkistpapier: schuldbekentenissen uitgegeven door de Staat tegenover leningen met looptijden tot ten hoogste een jaar wanneer het schatkist promessen betreft en looptijden van meer dan één tot vijf jaar wanneer het gaat om schatkistbiljetten. Tender: methode bij het uitgeven van een lening waarbij het te lenen bedrag alsmede de rentevoet pas na inschrijving worden vastgesteld. Diegenen die hebben ingeschreven tegen een lagere rentevoet dan achteraf wordt vastgesteld ont vangen een volledige toewijzing.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 27