23 marketingonderzoek in de praktijk zo groot mogelijke winstgevendheid en zoveel mogelijk afzet („maximaliseren"), wordt gezocht naar combinaties van marktbeleidsinstrumenten, die „rendabele klanten tevredenheid" tot stand brengen, waarbij in de regel ge noegen wordt genomen met wat minder absolute winst en afzet. Het waarom van het marketingonderzoek is derhalve gelegen in het optimaliseren - het gegeven de doelstelling zo efficiënt mogelijk inzetten - van de marktbeleidsinstru menten. Het zal duidelijk zijn dat dit onderzoek zwaar steunt op kosten/opbrengstenanalyses en op het eerder omschreven marktonderzoek in enge zin. Tot zover enige meer algemene achtergronden. De lezer zal inmiddels met verlangen uitzien naar praktische toe passingen. Daarover het volgende. Marketingonderzoek heeft dus tot doel de inzet van de marketinginstrumenten te optimaliseren. Zoals bekend kunnen vijf instrumenten worden onderscheiden: vesti gingsbeleid, prijsbeleid, publiciteit, persoonlijke service en produktbeleid. In het kort laten we ieder van deze instru menten de „research-revue" passeren. Vestigingsbeleid Dit bijzonder kostbare marketinginstrument is van door slaggevende betekenis geweest voor de snelle expansie van onze bankorganisatie. In verband met de sterk stijgen de bemanningskosten per vestiging, is onderzocht welke maatregelen genomen zouden kunnen worden om deze kostenstijging wat in te dammen. Een voor de hand liggende oplossing leek bij nieuwe vestigingen met de opzet van het kantoor te mikken op een omvangrijker werkgebied, zodat een groter aantal cliënten zou kunnen worden bereikt. Een studie van een steek proef van 60 bijkantoren leerde echter dat de actieradius of reikwijdte van een kantoor bijna niet te beïnvloeden is: ondanks grote verschillen in opzet, ligging en manage ment van de kantoren bleek dat het grootste deel van de klantenkring getrokken wordt uit een straal van 750 meter terwijl bijna 100% woont in een straal van 1000 meter. Uit enquête-onderzoek onder cliënten en niet-cliënten kwam verder naar voren dat het belangrijkste motief voor de bankkeuze bij consumenten het dichtbij-zijn is. Gege ven het feit, dat altijd wel een of meer kantoren van de concurrentie dezelfde markt bewerkt en ook zijn deel op eist, kunnen op grond van deze studie thans betere prog noses worden gemaakt van het potentiële aantal cliënten - en daarmee de rentabiliteit -, dat een bijkantoor kan be reiken. Hierdoor wordt het mogelijk optimaler te beslissen inzake nieuwe vestigingen. Prijsbeleid Bank-cliënten blijken slecht op de hoogte te zijn van de tarieven die voor de diverse diensten worden gevraagd; dit ondanks de vele en kostbare publikaties die bijna we kelijks in de kranten verschijnen. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat 70 van de ondervraagden niet op de hoogte is van de geldende rentepercentages. Voorts blijkt dat slechts een klein aantal ondervraagden „effectief ge voelig" is voor veranderingen van rentepercentages. Onder „effectief gevoelig" wordt verstaan dat cliënten hun relatie zouden verbreken indien de bank enige procenten minder rente zou vergoeden danwel meer rente zou vragen in ver gelijking met andere banken. Eens temeer blijkt hieruit dat het dienstbetoon in de vorm van dichtbij-zijn én persoon lijke service hoger wordt gewaardeerd. Hiervoor is de cliënt dan ook bereid een prijs te betalen ter hoogte van tientallen tot honderden guldens renteverschil per jaar. Vandaar dat sommige grote spaarbanken in Nederland, die, in weerwil van de enorme „hausse" in de spaarrentetarie- ven vorig jaar, rustig op het oude niveau van de direct op vraagbare spaarrekeningen bleven zitten, desondanks een forse groei doormaakten. Indien het beleid van de bank op deze realiteiten van de markt wordt afgestemd, is het uiteraard wel noodzakelijk attent te blijven op de hogere saldi in het rekeningenbe stand: deze cliënten „verdienen" van de bank een voort durende actieve advisering. Op deze wijze kan een optimaal prijsbeleid worden ge voerd met als uitgangspunt een persoonlijk dienstbetoon. Publiciteit Waarschijnlijk omdat het bedrijfsleven al sinds lang veel geld besteedt aan reclame en andere methoden om in de publiciteit te komen (bijvoorbeeld het sponsoren van ten nistoernooien), zijn de marketingonderzoekmethoden, die tot doel hebben het effect van de publiciteitsuitgaven zo groot mogelijk te maken, wetenschappelijk gezien het verst gevorderd, althans vergeleken met de methoden waarmee het effect van andere marketinginstrumenten wordt geme ten. Het optimaliseren van het gebruik van het publiciteits- instrument is dan ook goed uitvoerbaar, alhoewel hier direct aan moet worden toegevoegd dat de publiciteits- resultaten niet altijd navenant zijn. Soms zijn deze meer, soms minder dan werd verwacht. Dat ligt aan de wijze waarop het reclamebureau van een bedrijf vorm geeft aan de promotionele doelstellingen van de opdrachtgever. Bij reclame-onderzoek gaat het om het meten van de „op- merkscore" - dit is het aantal personen dat de reclame uiting heeft opgemerkt - én van de „impact" - dit is het percentage dat niet alleen de reclame-uiting heeft gezien, maar dat tevens iets van de inhoud van de reclamebood schap heeft opgestoken Dit soort onderzoek heeft onder meer ertoe geleid, dat de Rabobankorganisatie met haar grote distributienet en de vele relaties is overgestapt van de krant naar de televisie als voornaamste „vehikel" om onze informaties aan de klanten over te brengen. Produktbeleid Het onderzoek verband houdende met het produktbeleid is verreweg het belangrijkste onderdeel van het totale marketingonderzoek. Hier gaat het immers om vragen als: welke cliëntengroepen maken op welke wijze gebruik van bepaalde diensten, welke eigenschappen van een dienst of „produkt" stellen zij op prijs en welke niet? De primaire dienstverlening van een bank is het financie ren. Gezien de beperkte „voorraad" middelen, waarover een bank meestentijds beschikt, is het van belang deze geldmiddelen naar die cliëntengroepen te leiden, waar zij het hoogste worden „gewaardeerd". Deze waardering is vooral afhankelijk van de bestaande cliëntenbinding ener zijds en de opbrengstmogelijkheden anderzijds. Marketing onderzoek moet met betrekking tot deze aspecten een optimum zien te vinden, waardoor het financieren zowel de belangen van de cliënt (bijvoorbeeld continuïteit) als die van de bank (denk aan risico, rendement) dient. De economische gang van zaken binnen de vele bedrijfs takken en de financiële eigenheden van de diverse be- drijfstypen, zijn belangrijke objecten van dit soort onder-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 25