18 ir. n. a. tonckens onrust rond landelijke rust Het beeld van de boer als bezoldigd landschapsbeheerder kan niet langer worden gezien als een vrijmoedige fantasie, maar is thans een snel naderbij komende realiteit. Hier moet echter direct aan worden toegevoegd dat deze mogelijkheid ook in de toekomst slechts voor een beperkt aantal boeren zal zijn weggelegd. Veel groter zal het aantal boeren zijn dat jaarlijks een bepaalde uitkering zal ontvangen vanwege het handhaven van voor het landbouwbedrijf ongunstige houtwallen of een te hoge grondwater stand dan wel wegens het feit dat geen moderne stal mag worden gebouwd. Dit toekomstbeeld rijst voor ons op na kennis te hebben genomen van de nieuw verschenen ministeriële nota's inzake landschapsbehoud. Men kan er begrip voor hebben dat deze door de regering ontwikkelde plannen van agrarische zijde met veel wantrouwen wor den bezien. In deze sector bestaat om het maar eens vriendelijk te zeggenniet de minste behoefte aan een nog verder gaande bevoogding door tal van instanties. Met het oog daarop zou de overheid het beste kunnen beginnen met de boeren een financiële vergoeding te geven voor de be tutteling die ze moeten gedogen. Uiteraard kan niet worden ontkend, dat de boer en zijn gezinsleden er ook van profi teren indien het landschap waarin men woont aantrekkelijker wordt. Dit voordeel kan echter spoedig omslaan in een nadeel

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 20