13 nieuwe variant internationale overeenkomsten prijs te realiseren wanneer de produktie de vraag blijft overtreffen. Elke boer voelt door de financiële medeverantwoordelijk heid de gevolgen van een overproduktie in zijn eigen beurs. Zal het hem tot vermindering van zijn produktie brengen? Een direct belang bij produktievermindering heeft hij niet, want hij heeft geen overheersende invloed op de marktverhoudingen; de individuele boer wordt hoog stens psychisch rijp gemaakt voor overheidsmaatregelen die tot produktiebeperking leiden en hij zal begrip krijgen voor een gematigd prijsbeleid. De heer Lardinois heeft een nieuwe variant op dit oude thema in zijn voorstel gebracht door te stellen dat de win- terproduktie van melk vergroot wordt door aankoop van voer en dat deze aankoop achterwege zal blijven wanneer de prijs in de herfst niet stijgt; minder verbruik van kracht voer betekent minder produktie. Dit klinkt overdacht, doch de vraag is of het collectief gedrag van de producen ten inderdaad tot het beoogde resultaat leidt. Er is immers een grote spreiding in produktiviteit onder de EG-bedrijven en er zullen er zijn die aan de gemiddelde prijsstijging wel genoeg hebben om hun extra-voerkosten te dekken en zij zullen alleen maar gestimuleerd worden door de gedachte dat anderen tot een afremming van hun produktie worden gebracht. Ook deze variant zal wel geen werkelijkheid worden. Het zou trouwens in politiek opzicht een moeilijke zaak zijn wanneer een min of meer toegezegde verhoging niet door zou gaan. Behalve de medeverantwoordelijkheid voor de kosten van de financiering van het zuivelbeleid bevat de balans nog enkele andere nieuwe voorstellen. Eén daarvan is het afsluiten van lange termijncontracten door de EG met an dere landen. Daarbij zou een ruil tot stand kunnen komen, waarbij de EG voedsel levert tegen b.v. olie uit Arabische landen. Hetzelfde zou kunnen gebeuren met een land als India, dat dan veevoeders zou kunnen leveren. Op welke wijze dit in het vat gegoten moet worden is nog niet bekend. Van belang is te weten op welke wijze de par ticuliere handel hierbij betrokken wordt. De heer Lardinois is inmiddels al op reis gegaan naar enkele Middellandse Zee-landen om een en ander voor te bereiden. Voor zover hem dat mogelijk is, zal de heer Lardinois zijn ideeën uit de balans reeds nu in praktijk proberen te brengen. De Centrale Bank is een strenge doch zorgzame moeder. Dat merk je als je met een kleine groep kassiers gast bent van Opleidingen in het Catharinagebouw te Eindhoven. Streng, want ze laat je hard werken en je mag niet praten in de klas. Goed en zorgzaam, want een maaltijd is bij haar een mooi gebeuren en kun je 's avonds niet naar huis, dan mag je blijven slapen. Keurige kamers, voorzien van alle comfort, w. en k. str. w., toil., Dche. Wil je er eens even uit, dan kan dat want moeders huis staat dicht bij het Stratumseind. Dat is een onafzienbare en brokkelige rij luidkeelse discobars en pluche fluisterzaken, waar je bier kunt drinken van merken die ze thuis niet ken nen. Je mag van moeder ook thuis blijven en in haar gezellige huiskamer wat naar de TV kijken, lezen of een kaartje leg gen. Of wat praten over de dingen van de dag aan de ge zelligste en goedkoopste bar van ons land. De meesten deden dat, want tenslotte zijn we maar buitenjongens en Eindhoven is een grote stad. En als je na het eten even naar huis hebt gebeld om te horen of alles goed is, geef je je graag over aan moeders zorgende armen. Zij heeft ze gedelegeerd aan een paar voortreffelijke gastvrouwen, die maar eens per avond streng en onverbiddelijk blijken. Dat is om 0.30 uur, zoals dat in je handleiding staat, wanneer de drankenkast wordt afgesloten. Maar dan zijn wij - zo ver van huis - al lang aan ons bed toe. Slapen dus, heel veilig, want de deur kan op slot. Dat moet, want er is altijd wel iemand die je miespelend heeft verklaard, dat op de plaats waar dit gebouw staat in vroe ger tijden de meest beruchte buurt van Eindhoven was. 's Morgens word je gewekt door een satanisch apparaat, dat alleen ophoudt als je het bed uitkomt. Dat gaat wat moeizaam zo'n eerste keer, maar moeder heeft weer goed voor je gezorgd en je mag uitvoerig in bad. En dan komt het raadsel, waarvan ik de oplossing toen niet heb durven vragen. Bang te worden aangezien voor zo'n hufter van buiten, terwijl ik zo graag de man van de wereld speel. Ik weet, ook vele andere collega's worstelen ermee. Thuis heb ik zelf een heel mooie handdoek. Eentje! Daar staat in blauwe letters soms nog „hij" op ook. Waarom, o moedertje CB, al die doeken? Er is een dikke gele van 40 bij 70 cm, die erg goed aan voelt en een iets minder stevige witte van dezelfde maat. Eveneens zeer aangenaam aan het lijf is dat enorm grote tafellaken van ruim een meter lang, dat kennelijk in alle bekende merken wasverzachters is nageweekt. Ook is daar nog een in verhouding met opgemelde doeken mie zerig dun wit doekje van ongeveer de grootte van een theedoek. Maar er is helemaal geen afwas. Ten slotte is er dat minihanddoekje van 20 bij 20 cm. Kijk, bij al dat bestek in de eetzaal is het eenvoudig. Zelfs de kleinste kassier heeft geleerd: altijd aan de buitenkant beginnen en naar je bordje toe werken. Dat kan nooit mis gaan, mits het goed is neergelegd uiteraard. Maar in die doeken heb ik geen ordening kunnen ontdek ken. Moet je er zuinig mee zijn of mag je alles gebruiken? Overtreed je een etiquetteregel als je met die dikke gele je voeten afdroogt en met de kleine witte je rug? Moeder ik weet het niet, help me toch! Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 15