12 nationaal landbouwbeleid gesprek met het kabinet europese balans financiële medeverantwoordelijkheid twee etappes in feite prijsverlaging nationaal- en eg-beleid ket niet alleen aan de Minister van Landbouw maar aan het gehele kabinet moesten worden voorgelegd. Het Landbouwschap stelde een uitvoerige balans op van alles wat er het afgelopen jaar aan wensen werd geuit en hetgeen daarvan verwezenlijkt werd. Daaruit bleek dat wat het landbouwbeleid betreft er reeds veel is gerealiseerd of in ieder geval in voorbereiding is. Uit het onderhoud met de Minister van Landbouw op 12 maart met het Landbouwschap over het pakket bleek dat er geen grote meningsverschillen over het te volgen beleid zijn. Evenals het Landbouwschap toonde de minister zich voorstander van een verbreding van het structuurbeleid, tot de z.g. middenbedrijven, het verstrekken van toeslagen waardoor bedrijfsbeëindiging op termijn mogelijk zou wor den, terwijl reeds bekend was dat voorstellen ter verbete ring van de situatie van de jongeren ook door de minister met belangstelling tegemoet worden gezien. Een knelpunt in het Nederlandse landbouwbeleid, dat zijn oorzaak buiten het Ministerie van Landbouw had, was de vertraging bij de voorbereiding van de ruilverkavelingen. Dat onderwerp werd door het Landbouwschap besproken met de minister en de staatssecretaris voor CRM, die door te veel de oren te laten hangen naar de bezwaren van de natuurbeschermers vele voorbereidingen blokkeerden. Van deze bewindslieden werd de toezegging ontlokt dat zij onnodige vertragingen, b.v. door het lang uitblijven van rapporten van de z.g. Natuur Wetenschappelijke Commis sie, in de toekomst zullen voorkomen. De volgende stap was naar een delegatie uit het kabinet om daarmede de fiscale en sociale problemen van de Ne derlandse landbouw te bespreken. Hiermede betrad men de arena van de grote politiek, waar op dat moment de discussies over o.a. de werkgelegenheid en h,et inkomens beleid in volle gang waren. Deze twee onderwerpen zijn uiteraard niet los te zien van de maatregelen welke de landbouw vroeg. Op dit moment is over dit gesprek op het hoogste nationale niveau nog niets te melden; het zal de volgende maand in deze rubriek ongetwijfeld aan de orde komen. In oktober 1974 beloofde de Europese Commissie om een inventaris op te maken van de landbouwpolitiek. De Duitse regering moest deze toezegging over de drempel helpen om alsnog de tussentijdse prijsverhoging goed te keuren en het Verenigd Koninkrijk zou iets dergelijks goed gebrui ken bij de z.g. heronderhandelingen ter voorbereiding van het referendum over de vraag of het al of niet in de EG zou blijven. De balans werd zowaar op de afgesproken tijd door de Commissie in maart gepresenteerd. Zoals was te verwachten wordt in de balans geen funda mentele kritiek op het landbouwbeleid uitgeoefend. Ten slotte is de Commissie zelf verantwoordelijk voor de uit voering ervan. Wel worden de voorstellen van de heer Lardinois van eind 1973 tot aanpassing van het beleid goeddeels herhaald met een enkele toevoeging. Voor ons land is het voorstel tot financiële medeverant woordelijkheid van de zuivelproducenten van grote inte resse. Het is reeds vele malen geprobeerd om de produ centen van melk een deel te laten dragen van de finan ciële gevolgen van een teveel aan melkproduktie. Voordat ons land de EG inging, voerde de toenmalige minister Vondeling een beperking van de garantie van de melkprijs in: zou de melkplas boven een bepaalde hoeveelheid ko men dan werd er op de prijs voor de boer gekort. Ook in de EG is van iets dergelijks reeds enige tijd sprake. De jongste prijsdiscussie werd nog geopend met een commissievoorstel om de melkprijs volgend jaar net zo lang op eenzelfde niveau te houden totdat de overschotten weg zouden zijn. Er is in de Raad van de EG niet over gesproken. Ditmaal heeft de heer Lardinois in de balans een voorstel gedaan volgens welk de melkprijs in twee etappes wordt verhoogd: eerst in het voorjaar en vervolgens met een te voren vastgesteld percentage in de herfst, tenzij de kosten van het beleid de pan zouden uitrijzen. In dit laatste ge- Overproduktiede boer kan desnoods de machine stil zetten, maar zijn koe kan haar melk niet ophouden. val zou er maar een deel van de verhoging in de herfst worden toegepast of de verhoging zou voorlopig geheel achterwege blijven. Een dergelijk beleid zou volgend jaar kunnen ingaan; dit seizoen bestaat reeds de verhoging in twee etappes, zodat men geleidelijk aan het nieuwe sy steem zou kunnen wennen, zo lijkt de Commissie te den ken. Het geven van financiële verantwoordelijkheid aan de pro ducent was steeds een mooi woord voor prijsverlaging of het achterwege blijven van een prijsverhoging. Waarom dan niet reeds aan het begin van het jaar wat voorzichtiger met een prijsverhoging? De verklaring is dat de overheid de functie van de prijs voor het krijgen van een redelijk inkomen wel wil erkennen, maar tevens dui delijk wil maken dat het onmogelijk is om een dergelijke

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 14