wob wob 4 de pandbrieven aan te brengen, met name ook door de mogelijkheid van een tussen tijdse regelmatige aflossing door de hypo theekbank - al dan niet na enkele jaren zonder aflossing - in te voeren. Wij verwachten dat deze nieuwe vormen van pandbrieven - in plaats waarvan trou wens om administratieve reden voortaan met een „schuldregister" gewerkt zal wor den - bij onze banken welkom zullen zijn. Vooral ook de omstandigheid dat er steeds enkele van de verschillende vormen naast elkaar tegelijk in de markt zullen zijn zijn, zal hen meer „manoevreerruimte' bij het beleggen van hun z.g. structurele over schotten op de A-grens geven. RISICO'S GEZAMENLIJK DRAGEN In de Onderlinge Kredietverzekeringsmaat schappij vinden de aangesloten banken een verzekering voor de risico's welke aan de verstrekking van financieringen verbonden zijn. Uiteraard valt daar niet elke verstrek king onder, maar die financieringen waar aan in het algemeen het grootste risico ver bonden is, kunnen binnen deze onder inge in dekking worden gegeven. Biedt de OKM op deze wijze een verzeke ring voor de typisch bancaire activiteiten van een bank, te weten de financieringen; aan de bedrijfsvoering zelf is ook een aantal risico's verbonden. Daarbij is te denken aan de gelden en andere waarden die elke bank wel haast per definitie onder zich heeft, aan het geld dat regelmatig wordt vervoerd van en naar postkantoren en aan de waarde papieren die de cliënten in safeloketten ter bewaring hebben gegeven. Deze aan de uitoefening van het bankbedrijf inherente zaken worden verzekerd door de Onderlinge Waarborgmaatschappij. In het septembernummer 1974 is in dit blad een overzicht gegeven van de taak en de op bouw van deze onderlinge die voort is geko men uit het Onderling Raiffeisengarantie- fonds en het Onderlinge Waarborgfonds. De afdeling A van de OWM biedt een uit gebreide en op het bedrijf van de banken aangepaste dekking voor zowel de aan wezige geldvoorraad en waardepapieren in kluizen en brandkasten van de banken als voor geldtransporten. Daarnaast voeren de banken dagelijks vele duizenden opdrachten van cliënten en rela ties uit. Opdrachten tot overmaking van be dragen, opdrachten tot aankoop of verkoop van effecten, verzoeken tot het sluiten of wijzigen van verzekeringen op alle gebied. In al deze gevallen behartigt de bank de belangen van zijn opdrachtgevers. Deze mogen er op vertrouwen dat de door hen gegeven opdrachten stipt en naar de letter worden uitgevoerd. Wordt daarbij op eni gerlei wijze een fout gemaakt en vloeit daaruit voor die cliënt schade voort, dan zal deze in een aantal gevallen de bank daarvoor aansprakelijk kunnen stellen. Deze aan de uitoefening van het beroep ver bonden aansprakelijkheid voor schade, vindt eveneens een dekking in de beroeps aansprakelijkheidsverzekering binnen de OWM. De verzekering van deze risico's welke reeds vele jaren in de organisatie en voor heen in beide organisaties op onderlinge basis heeft plaats gevonden, is een mani festatie van de samenwerking van de ban ken. De risico's verbonden aan de uitoefe ning van het bankbedrijf worden in solidari teit door de gemeenschap gedragen. Wanneer men deze stap heeft gezet en tot het besef is gekomen dat het juist is om de risico's van de bedrijven die de leden uitoefenen gemeenschappelijk te dragen, kan men de vraag stellen of er niet meer risico's zijn die de leden in hun bedrijfsuit oefening alle in gelijke mate of in verhou ding tot hun grootte, lopen. Indien men deze vraag bevestigend beant woordt, komt daarna de vraag of er geen aanleiding bestaat ook in deze andere ge vallen de kracht van de organisatie te bun delen en collectief deze te zamen te dragen. Alle banken beschikken over een aantal be drijfsmiddelen, even noodzakelijk voor de uitoefening van het bankbedrijf als geld. Sinds de tijd dat de geldwisselaars uit de tempel werden verdreven, is het instrumen tarium van de banken niet onaanzienlijk uit gebreid. De bescheiden hoek in het voor gebouw van de tempel, ingericht met tafel, stoel en goudweegschaaltje werd geruild voor geldtempels, variërend van hoofd tempel tot eenvoudige wegkapel, gevuld met tafels, bureaus, typetafels, stoelen, kas ten, balies, boxen en dergelijke; om van de al dan niet elektrisch aangedreven machi nerieën nog maarte zwijgen. Waar alle banken in meer of mindere mate van deze instrumenten voorzien zijn, ligt het voor de hand dat de gedachte opkomt, ook deze noodzakelijke middelen voor geza menlijke rekening te verzekeren in een on derlinge. De stap naar voorstellen om te ko men tot een uitbreiding van de verzekerin gen binnen de eigen OWM lijkt dan spoedig gezet. Bovenstaande en nog andere diepgaande overwegingen hebben er toe geleid dat aan de Centrale Kringvergadering van 18 maart voorstellen worden voorgelegd om tot uit breiding van het verzekeringspakket van de OWM te komen. Voorgelegd zal worden een afzonderlijk polisreglement waarin voor opstallen een uitgebreide gevarendekking wordt geboden; daarbij kan gedacht wor den aan de bankgebouwen maar eveneens aan eventuele woningen die door een bank zijn aangekocht hetzij als ambtswoning het zij ter veiligstelling van toekomstige uitbrei dingen van kantoren. Een breed scala van gevaren zal binnen deze polis verzekerd worden, te vergelijken met de thans in ons land voor opstallen geboden dekkings mogelijkheden. Daarnaast wordt een afzonderlijk polis reglement aangeboden waarin zowel de in ventaris als eventuele in huurpanden aan gebrachte inrichting tegen een zeer groot aantal gevaren wordt verzekerd. Vergoe ding van eventuele schade zal in beginsel op basis van nieuwwaarde plaatsvinden. Behalve schade aan gebouwen en inven taris, kan in geval van calamiteiten grote schade worden toegebracht aan de admi nistratieve gegevens van een bank. Bovendien kan deze zich geplaatst zien voor extra kosten voor tijdelijke huisvesting elders en daarmee verbandhoudende voor zieningen. Deze groep van samenhangende gevaren wordt in een polisreglement verzekerd voor een bedrag gerelateerd aan de omvang van de bank. Dit bedrag moet voldoende geoor deeld worden om de kosten voor noodzake lijke voorzieningen te bestrijden. Hoewel er van mening verschild kan wor den over de vraag of een neon- of licht reclame al dan niet tot de gebruikelijke „inventaris" van een moderne bank be hoort, zijn de gevaren waaraan deze niet- verborgen verleiders zijn blootgesteld, zo specifiek dat voor dit onderdeel een afzon derlijke polis is ontworpen. De hypothecair belangverzekering brand schade is sinds de afschaffing van de van ouds bekende Kramerverklaring, in de organisatie zo bekend, dat een nadere toe lichting achterwege kan blijven. De ervarin gen welke met deze verzekering zijn opge daan, hebben geleid tot het voorstel ook dit risico op onderlinge basis in verzekering te nemen. Ook hiervoor is een polis ontworpen welke naast de reeds bekende dekking op verzoek van vele banken thans ook een ver zekering biedt voor stormschade aan een hypothecair onderpand. Ten slotte is de reeds eerder aangekondig de onderlinge ziekengeldregeling ook bin nen de grenzen van de OWM gebracht. Deze regeling is thans neergelegd in een polisreglement aangepast aan de in deze onderlinge gebruikelijke opzet. Aan de vertegenwoordigers van de organi satie in de Centrale Kringvergadering zal, zoals dat in een democratische organisatie past, advies over deze polisreglementen worden gevraagd. Indien dit advies positief is, kan de vaststel ling door de Raad van Beheer volgen en zal de onderlinge samenwerking ook op het stuk van de verzekering van risico's aan zienlijk zijn uitgebreid. ONROEREND-GOEDBELASTING Op 30 december 1970 is in werking getre den de wet tot wijziging van de bepalingen van de gemeentelijke en provinciale belas tingen. Over deze wetswijziging is reeds veel ge sproken en geschreven. Het belangrijkste onderdeel dat daarbij steeds weer voor het voetlicht wordt gehaald is de invoering van de thans reeds alom bekende gemeente lijke onroerend-goedbelasting. Hoewel het slechts een paar artikelen van de Gemeentewet betreft, is de materie der mate veelomvattend, dat het onmogelijk is in deze kolommen zelfs maar een samen vattend overzicht te geven. Wij veronder stellen echter, dat op andere plaatsen nog

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 6