totstandkoming van ons arbeids voorwaardenbeleid 18 wat is een cao? betekenis voor werknemers en werkgevers In dit artikel plaatst mr. F. H. Brust, hoofd van het Directoraat Personeel van de Centrale Bank, enkele kant tekeningen bij de wijze waarop in onze Rabobankorganisatie de arbeids voorwaarden tot stand komen. De schrijver wil in dit artikel slechts zijn persoonlijke visie over deze aan gelegenheid naar voren brengen. De afgelopen weken zijn de - in de regel jaarlijkse - CAO-onderhandelingen in zeer veel bedrijfstakken en individuele onder nemingen weer aan de orde geweest. In be langrijke sectoren, zoals de bouw en de me taalindustrie, is men reeds tot overeen stemming gekomen, waardoor de trend van het beleid voor 1975 wel zo ongeveer vast is komen te staan. Verwacht mag worden dat men ook in andere sectoren binnen af zienbare tijd tot nieuwe afspraken zal ko men. Aangezien het arbeidsvoorwaardenbeleid bij onze Rabobankorganisatie niet via een CAO tot stand komt, ligt het voor de hand ons in dit artikel allereerst eens te bezin nen op de inhoud en de maatschappelijke betekenis van het instituut van de collectie ve arbeidsovereenkomst. Vervolgens wordt aandacht besteed aan onze eigen situatie, terwijl ten slotte een aantal overwegingen en conclusies op tafel zullen worden ge legd. De Wet op de Collectieve Arbeidsovereen komst van 1927 definieert de CAO als: „Een overeenkomst aangegaan door één of meer werkgevers of één of meer rechtspersoon lijkheid bezittende verenigingen van werk gevers enerzijds en één of meer rechts persoonlijkheid bezittende verenigingen van arbeiders anderzijds, waarbij voor namelijk of uitsluitend worden geregeld arbeidsvoorwaarden bij arbeidsovereen komsten in acht te nemen." Een CAO komt dus niet in de plaats van een individuele arbeidsovereenkomst. Het is een overeenkomst die bepalingen bevat, waaraan de werkgever is gebonden bij het afsluiten van individuele arbeidsovereen komsten of die in de plaats treden van over eenkomstige bepalingen in bestaande indi viduele arbeidsovereenkomsten. Het is dus eigenlijk meer een overeenkomst waarbij een aantal arbeidsvoorwaarden wordt ge regeld. Eigenlijk zouden bij zo'n overeenkomst alleen de leden van de contractpartners ge bonden zijn aan de gemaakte afspraken. De Wet op de CAO verplicht echter de door een CAO gebonden werkgever de CAO- bepalingen ook na te komen bij arbeids overeenkomsten die hij heeft of aangaat met „ongeorganiseerde" werknemers. Consequentie van deze regeling is dat de ongeorganiseerde werkgever en zijn perso neelsleden (al dan niet lid van een vak bond) vrij zijn ten aanzien van de inhoud der individuele arbeidsovereenkomsten. In een dergelijke vrije positie staat bijvoor beeld de Rabobankorganisatie ten opzichte van de CAO voor het bankbedrijf. De werking van een CAO kan echter in de praktijk sterk worden uitgebreid door ge bruikmaking van het systeem van de alge meen verbindend verklaring. De Wet van 1937 op het algemeen verbindend en onver bindend verklaren van bepalingen van col lectieve arbeidsovereenkomsten geeft de de Minister van Sociale Zaken namelijk de bevoegdheid bepalingen van een collectie ve arbeidsovereenkomst ook van toepas sing te verklaren op arbeidsovereenkom sten tussen werkgevers en werknemers die niet aan de desbetreffende CAO zijn gebon den. Zo plegen bijvoorbeeld de bepalingen van de bank-CAO algemeen verbindend ver klaard te worden voor alle handelsbanken, dus ook voor die handelsbanken die niet bij de Werkgeversvereniging voor het Bank bedrijf zijn aangesloten. Denkbaar is bijvoorbeeld ook dat de CAO- bankbedrijf te eniger tijd eveneens verbin dend zou kunnen worden verklaard voor de Rabobankorganisatie. De CAO wordt zowel door werknemers als door werkgevers van grote betekenis ge acht. Voor de werknemers betekent het col lectief overleg een mogelijkheid om de zwakke onderhandelingspositie, die zij in dividueel tegenover de werkgever innemen te verbeteren. De vakbond beschikt op het terrein van de arbeidsvoorwaarden immers over meer des kundigheid, kan zich onafhankelijker op stellen en kan meer pressie uitoefenen. Met andere woorden: de CAO kan het ont staan van een machtsevenwicht in de onderhandelingen bevorderen en daardoor het verkrijgen van aanvaardbare arbeids voorwaarden. Ook voor de werkgevers(organisatie) biedt het onderhandelen met terzake deskundige vakbondsfunctionarissen voordelen, al is het alleen maar omdat individuele onder handelingen met werknemers bij de wat grotere ondernemingen praktisch onuit voerbaar zijn. De vakbond treedt dan als representatief te achten onderhandelings partner op. Verder kan door het tot stand komen van een CAO tot op zekere hoogte loonconcur- rentie tussen de werkgevers worden voor komen. Als zodanig kunnen wij de CAO tevens als een methodiek tot ordening van de arbeids markt beschouwen. En ten slotte is het van zeer groot belang dat een CAO voor kortere of langere tijd de loonverhoudingen stabiliseert en aldus steun biedt aan de ondernemer bij zijn stre ven naar kostencalculatie en produktie- planning. In een publikatie van het Verbond van Nederlandse Ondernemingen lezen wij dan ook: „De CAO is één van de grote verworvenhe den van de sociale strijd waaraan men niet dan wel met grote omzichtigheid mag ko men. Het is één van de belangrijkste midde len om de werknemers te binden en te bun delen: niet alleen in hun eigen belang noch uitsluitend terwille van het instituut der er kende vakbewegingen maar evengoed in het belang van de ondernemingen die ge baat zijn bij het hebben van een vaste on derhandelingspartner en betrouwbare af spraken". Vele belangrijke verbeteringen van de ar beidsvoorwaarden zijn hun bestaan be gonnen binnen het kader van een CAO. Grote bedrijfstakken, zoals de metaalindus-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 20