17
resultaten: materieel
maar ook mentaal
een echt palmoliebedrijfje
is ontstaan
„lichtend voorbeeld voor
anderen"
Midden 1973 was er in Mbongo en in lluani
110 hectare in cultuur gebracht, er stonden
15000 palmen en de beide coöperaties tel
den 80 leden. De kosten per palm in het
veld liggen onder CFA 400, waar nog bij
komt 300 CFA in onbetaalde werkdagen.
Elders zijn de kosten per palm in het veld
meer dan CFA 3000 (ca. 39,-). Ook de
ontwikkelingskosten liggen daar 200
500% hoger. Wij citeren hier pater Groot
letterlijk:
„Bedenkt men daar nog bij hoe het bewust
zijn voor deze mensen is versterkt, hoe door
jongeren verlaten dorpen nu levendige en
leefbare gemeenschappen aan het worden
zijn, hoe de jongelui van de stad naar hun
dorpen terug komen, hoe die mensen nu
werkelijk een aandeel gaan brengen in het
nationale leven op elk gebied, dan praat
men over onschatbare waarden".
Het regenseizoen van 1973 was het mildst
sinds mensenheugenis. Het werk op de
plantages en de verdere ontginning, ook
voor de kweek van jonge planten werd niet
onderbroken. De opbrengst van de olie was
goed, 50 francs per fles of 960,- per ton.
Maar de verbindingen bleven slecht: alles
moest over water of te voet aangevoerd of
afgevoerd worden.
Gelukkig werd nu toch besloten een brug
over de Meme te bouwen. Die komt er als
de Wereldbank steun wil verlenen. Pater
Groot zette zelf wegen uit en alle leden van
de coöperatie zonder uitzonderingen gin
gen 4 dagen in de week aan de constructie
werken, sommigen sliepen zelfs in het bos.
Voor zijn verplaatsing gebruikt pater Groot
al jaren een „inboorlingen"-kano met een
buitenboordmotortje van onbestemde leef
tijd. Dat ding viel een keer uit in een nauwe
kreek en gedurende 4 uur werd hij met zijn
metgezel door tse-tse vliegen gebeten. Het
volgende jaar heeft hij gelukkig een nieuwe
speedboot ter beschikking gekregen.
De twee oliepersen, met ieder een gewicht
van 1 ton, kwamen in het eerste kwartaal
van 1974 aan. Het vervoer van deze zware
dingen, waar nog allerlei ander materiaal
bij kwam, is een enorm karwei geweest.
Maar alle mannen en vrouwen boden de
helpende hand. De persen werkten bij de
eerste poging en voor alle mensen was het
een openbaring hoeveel olie ze produceer
den.
En wat mooi is: mechanische notekrakers
zullen spoedig volgen. Ook zorgde ir. Blaak,
de peetvader van het project, er voor dat
een gepensioneerde bedrijfsleider van een
palmoliefabriek de mensen verder in het
mechanische proces kwam wegwijs maken.
Het regenseizoen was dit keer weer iets
heel bijzonders. Men kan zich niet herinne
ren, dat er ooit zoveel regen gevallen is:
4 meter in het tweede kwartaal! Grote scha
de aan bruggen en wegen, maar het lluani-
kanaal stond zijn mannetje en de plantages
en kwekerijen kwamen er goed door.
De produktie was 21 ton palmfruit, die 2,9
ton olie opleverde, wat voor het regen
seizoen een zeer hoog percentage is. Een
ton brengt ca. 80.000 CFA op. De leden
van de coöperatie regelen geheel zelf de
verkoop en zijn ook zelf belast met de
verdeling van de opbrengst onder de le
den.
Veel geldelijke en andere steun is ontvan
gen van de Nederlandse regering (t/m 1974
f 246.000), van kerkelijke bijstandsorganisa
ties en, zoals gezegd, ook van onze eigen
Stichting Steun door Rabobanken.
Een hoge regeringsfunctionaris dankte toen
hij in Mbongo de „funderingssteen" legde
voor de eerste oliepers en een nieuwe weg
opende, alle betrokken gevers en helpers,
speciaal pater Groot. Tot de bevolking zei
hij:
„Jullie moeten goed beseffen dat je een
lichtende ster bent die anderen leidt. Daar
om, als jullie falen, zullen zij falen, en als
jullie slagen, heb je daarmee een grote
dienst bewezen niet alleen aan jullie zelf
en je kinderen maar ook aan onze hele
natie".
Links boven: de inscheping van de oliepers (1000 kg) te Lobe Beach. In het midden,
met hoed, pater Groot.
Links onder: Aankomst van de oliepers, f 8000 en gebouwd door Stork, in Mbongo.
In het gat wordt de betonnen fundering gemaakt.
Boven: De palmbomenplantage van Mbongo. De weg hebben de dorpelingen zelf
aangelegd.