16 vechten voor een brug en een korte begrafenis oliepalmen voor de balundu's vervaardigde sterilisatie- en klarificatie ke tels. Daarmee kon in 1974 de olieproduktie serieus beginnen. Ondertussen heeft het project alom in Kameroen grote bekendheid gekregen. Verschillende dorpen zijn op bescheiden schaal het voorbeeld van de coöperaties gaan volgen en hebben palmboomaanplan- ten aangelegd. Maar dat is, schrijft pater Groot, een verhaal apart. Eindeloze besprekingen heeft pater Groot gevoerd om betere verbindingen voor zijn gebied te krijgen. Zolang er geen weg is, waarlangs een trekker met aanhangwagen de oliepersen en ander zwaar materiaal kan aanvoeren en de palmolie en palmpitten kan afvoeren, moet dat allemaal per grote motorkano gebeuren, 50 km varen naar Pamolhaven. De grote moeilijkheid is een brug over de Meme Rivier bij Mbongo. Ten slotte werd een brug besteld, maar dit werd twee weken later weer afgezegd vanwege een nieuwe bezuinigingspolitiek van de Kameroense Ontwikkelings Maatschappij. De coöperatie had weliswaar een grote motorkano (zonder moter overigens) ver vaardigd die 8 ton kon vervoeren, maar, zegt pater Groot, het blijft omslachtig werk. In het voorjaar 1972 werden weer 2400 pal men geplant in Mbongo en 1800 in lluani, en bovendien 6000 gekiemde zaden gepoot in polytheen zakken. De schade door de vloed en de knaagdieren werd hersteld. In de zomer verrichtte men een gigantisch werk aan het kanaal bij lluani dat weer ver zand was. Woudreuzen werden geveld en een ravijn schoon gekapt, waardoor er een nieuw kanaal ontstond dat soms 15 meter breed is en dat in volgende jaren de moei lijkheden van het regenseizoen heeft voor komen. Binnen enkele dagen stierven in het najaar 1972 plotseling vier prominente coöperatie leden in lluani. Dat geeft gewoonlijk een vertraging in het werk van 20 dagen, want zo lang duurt normaal een begrafenis ritueel bij de Balundu's. Na veel praten werd het ritueel teruggebracht tot 8 dagen! Maar zeer bemoedigend: de open gevallen plaatsen werden ingenomen door jongere bloedverwanten, die van buiten naar hun dorp terugkeerden. In 1973 gingen het ontginningswerk en het aanplanten van palmen door. Bij Mbongo gebeurde dat in een bijna ondoordringbaar oerwoud. Zes weken lang ploeterden twee bekwame vakmensen met twee nieuwe me chanische kettingzagen 10 uur per dag en 6 dagen in de week. Ze zijn er niet in ge slaagd om in die tijd meer dan 6 ha van grote bomen te ontdoen. Het was levens gevaarlijk omdat de bomen niet eens de kans hadden om te vallen, maar in andere bomen bleven haken. De operatie is toen stopgezet en men is er op een andere plaats maar weer met de bijl tegenaan gegaan.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 18