opleiding slaat nieuwe wegen in 30 drs. j. I. a. m. coenen geen toverlantaarn een interessant experiment Binnenkort begint „Opleidingen" met een belangrijk experiment. Bij elf daar voor uitgekozen banken zal met een proef worden begonnen om bepaalde cursussen of althans onderdelen hieruit, die tot dusver vanuit de Centrale Bank werden verzorgd, te doen verzorgen door de aangesloten banken zelf. Maar dan zal daarbij wel aan die banken de helpende hand worden geboden door het ter beschikking stellen van zogenaamde audio-visuele hulpmiddelen, waar onder dan in dit verband worden verstaan een combinatie van een diaprojector met bandrecorder en cassettes met begeleidende cursustekst. Het project gaat van start onder de codenaam AGI, wat de afkorting is van Audiovisueel Ge richte Instructie. Bij de aangesloten banken valt een toe nemende belangstelling te constateren voor de opleiding van het personeel. Naar ruwe beraming worden alle cursussen te zamen jaarlijks door ruim 8.000 personen bezocht en dit aantal neemt eerder toe dan af. Een verheugende belangstelling, want een goede en deskundige bediening van de cliënten is een zaak die binnen de Rabobankorganisatie hoog genoteerd staat. Bovendien schept het verhogen van kennis en kunde voor de personeelsleden kansen om vooruit te komen en kan het ook meewerken aan vergroting van plezier in het werk. En ook dat is belangrijk. Maar die grote belangstelling voor het vol gen van cursussen' brengt ook problemen mee. De belangstelling voor bepaalde cur sussen is namelijk zó groot, dat „Oplei dingen" hieraan niet altijd e.en gemakke lijk op het door de banken gewenste mo ment kan voldoen. Dit geldt in het bijzon der voor de zogenaamde Introductie- en Baliecursussen, die ieder jaar vanuit de Centrale Bank op vele plaatsen in het land worden verzorgd. Zo vonden er in 1974 alleen al 62 tweedaagse introductiecursus sen plaats met in totaal 1150 deelnemers en 35 zesdaagse baliecursussen met in to taal 821 deelnemers. En dan nog te beden ken dat het opleiden van deze en andere medewerkers niet een eenmalige zaak is, maar dat deze opleidingen, mede ook in verband met de aanpassing aan en de uitbreiding van de bankdiensten, steeds dienen te worden aangevuld. Met deze ontwikkeling voor ogen ligt de gedachte voor de hand te pogen de cur sussen naar de cursisten te brengen in plaats van omgekeerd; anders gezegd er naar te streven om daarvoor in aanmer king komende cursussen of althans onder delen hiervan te doen plaatsvinden op en te doen verzorgen door de aangesloten banken zelf. Goed beschouwd ligt daar ook de primaire verantwoordelijkheid voor het opleidingsniveau van het personeel en zeker voor de inwijding van nieuwkomers in het bankbedrijf. Als weg hiertoe werd gekozen voor het ge bruik maken van diastrips met geluidsban den waarop voorbereide cursusprogram ma's worden vastgelegd die aan daarvoor in aanmerking komende banken ter be schikking worden gesteld. Deze methode kan een aantal belangrijke voordelen bieden. Zo wordt aangenomen dat bij overdracht van kennis en informatie door middel van beeld en geluid te zamen, het leerproces kan worden versneld. Ook kan een eenmaal opgenomen programma onbeperkt worden herhaald. Bovendien heeft men hierbij grote vrijheid in het be palen van tijd en plaats voor cursus- of instructiebijeenkomsten, terwijl reis- en tijdveriet kunnen worden voorkomen. Intussen is een tiental diastrips gereed terwijl aan de uitbreiding van dit aantal hard wordt gewerkt. Overigens betekent dit niet dat met dit medium de cursusleider kan worden ver vangen. Het is en blijft, evenals bijvoor beeld het traditionele schoolbord, slechts een hulpmiddel ter ondersteuning van de kennis- en informatieoverdracht. Steeds zullen de „strips", wil dit medium resul taat afwerpen, door de cursusleider dienen te worden behandeld als onderdeel van een weldoordacht cursuspakket, bestaan de uit o.m. een voorafgaande inleiding, toelichtingen, oefeningen, rollenspel, e.d. Vooral groepsdiscussies waarbij de gele genheid wordt geboden zich in de stof te verdiepen en de eigen mening te toet sen aan die van anderen, zijn hierbij niet te missen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 32