land
onder het
dak
van de
wereld
26
oogstfeest
Een reisverslag uit Nepal door profes
sor Franz Braumann, de Oostenrijkse
publicist en coöperator van wiens
hand we in 1972 een artikel brachten
over India en in 1973 een reportage
over de Coöperatie van Entre Rios
in Brazilië.
Ondanks de tussenlanding in Benares, de
duizend jaar oude pelgrimsstad aan de
Ganges, duurde de vlucht met de Boeing
707 van de Indiase hoofdstad New Delhi
naar Katmandu, de hoofdstad van het Ko
ninkrijk Nepal, slechts twee uur.
De Noord-lndiase laagvlakte zag er uit als
een onoverzienbare geelbruine effenheid,
doorsneden met het dunne netwerk van de
alweer uitdrogende rivieren; maar ten noor
den van Benares veranderde het landschap.
De eerste golvende heuvels doken op, don
kergroen doe oerwoud overwoekerd; daar
na de bergen, doorsneden door diepe, ge
heel onbewoonde dalen vol uitschuimende,
wilde beken. Alleen op de bovenste kam
men, op ongeveer tweeduizend meter
hoogte, was het oerwoud weggekapt en
liepen de kronkelende paden van dorp naar
dorp. En dan doken in het noorden op grote
afstand vaak de omtrekken op van gewel
dige sneeuwbergen. Het Himalayagebergte,
met de hoogste bergtop van de wereld!
Toen de wand van de achtduizend meter
hoge berg bijna aanraakbaar nabij in een
onwaarschijnlijke scherpe helderheid voor
ons opdoemde, opende zich onder ons een
breed lengtedal met rijstterrassen tot hoog
tegen de nu wat vlakkere berghellingen. In
het dal vele dorpen en in het midden een
stad vol glanzende daken, Katmandu. Pas
toen de Boeing bij de landing lager en lager
zonk, verdween de Gauri Sanker, een van
de beroemde achtduizend meter hoge ber
gen, met zijn witte door de zon weerstraalde
ijsflanken achter de wolkennevel van het
voorgebergte.
In Hotel Shankar werd ik opgewacht door
mijn Nepalse vriend Thakur Koirala, pro
fessor aan het „Coöperative Training Cen-
tre", het instituut voor het coöperatiewezen
van de Universiteit van Katmandu.
,,U komt precies op tijd", vertelde hij mij,
„overal in de dorpen van Nepal maken de
boeren zich klaar voor het oogstfeest".
Het was begin november en de tweede
oogst was binnen. Natuurlijk zwierven we
een paar dagen door Katmandu. De stad
met haar honderden tempels van beschil
derd hout en over elkaar gestulpte daken
Links: De schrijver en Thakon Koirala, van
het universitaire coöperatie-instituut.
lijkt wel één groot museum van de Hindoe-
en Boeddhagodsdienst. In de nauwe stegen
werkplaats naast werkplaats en in de win
keltjes vlijtige, wonderlijk langzaam spre
kende en vreedzame mensen. Mijn vriend
Koirala bracht me over de nauwste houten
trapjes naar het dakterras van een woon
huis en om mij heen verrezen onder hand
bereik de tempeltorens en de pagoden van
schitterend verguldsel en glanzende kera
miek, terwijl onder mij de bonte mensen
stroom van Nepalesen, Indiërs en Tibetanen
door de stegen schuifelde. Er waren weinig
auto's want Nepal is ook vandaag nog een
land zonder wegen, als men de paar ver
bindingen met India en een enkele weg naar
Tibet en China verwaarloost.
„Morgen bezoeken we het dorp Kirtipur
voor het oogstfeest".
Toen ik de volgende dag met Koirala in de
auto zat, schetste hij mij een bondig beeld
van zijn vaderland:
„Nepal ligt hellend als een dak vanaf 8.800
meter hoog tegen het Himalayagebergte tot
op honderd meter boven de zeespiegel in
Boven: De Mount Everest, de hoogste ter
wereld.