ondernemings democratie: schijn en werkelijkheid 22 f drs. a. b. f. a. van looy incompetentie en schijndemocratie democratiseren: iemand op zijn knieën krijgen door met hem op de grond te spelen? Democratie is tegenwoordig een ge wild en veel aangeboden artikel. Maar voor de echtheid van wat er op dit gebied allemaal aan de markt is, zal niemand durven instaan. Een internationale consumentenbond zou zuinig met het predicaat „ware de mocratie" kunnen omspringen, ge steld dat de echtheid in een labora torium te meten was. De heer Van Looy, die nevenstaand artikel geschreven heeft, was ook de auteur van een beschouwing over „Leiders als lijdend voorwerp", die in september j.l. in ons blad stond. Hij vertelde ons, dat hij daarop heel wat instemmende reacties uit onze organisatie ontvangen heeft. Dat verwondert ons niet, want als psy choloog heeft de heer Van Looy na tuurlijk een bepaalde kijk op de za ken. Een kijk, die misschien even hard aan kan komen als je er jezelf in herkent, maar toch verfrissend onthullend kan werken. Democratie is niet een zaak, die je simpel met een grondwetswijziging of met een gereglementeerd overleg kunt bereiken. Zonder de goede in stelling - attitude zegt Van Looy - blijft het meer schijn dan werkelijk heid. Dat wordt gelukkig al meer in gezien en het is voor alle „democra ten" onder ons - en wie wil daar niet bij horen? - goed dat Van Looy ons daar op zijn wijze eens even met de neus opdrukt. „In het kader van een verdergaande de mocratisering van de bank gaan we varia- ble werktijden invoeren en om misbruik te voorkomen zullen ook prikklokken aange schaft worden" (citaat directeur plaatselij ke bank). Het democratiseren van een onderneming houdt in: het (geleidelijk) meer door de werknemers zelf laten (mee)bepalen van wat met hen en het bedrijf gebeuren gaat. Deze invloed kan rechtstreeks zijn (b.v. door middel van werkoverleg) en indirect (b.v. door middel van een door hen zelf ge kozen ondernemingsraad). Democratiseren betekent dus niet dat het management gaat bepalen wat goed is voor haar ondergeschikten, ook al is dat inspraak, functieverrijking, werkstructure- ring e.d. Helaas verkoopt men in de prak tijd allerlei wondermiddeltjes, gebrouwd door het management of de gedragsweten schappers, onder het etiket „democrati sering". Het proefschrift „Bedrijfsdemocra- tisering zonder arbeiders" van dr. J. J. Ramondt (Samson 1974) laat over dit feit weinig twijfel bestaan. Het ligt niet in mijn bedoeling een bespreking te wijden aan genoemd proefschrift. Wel wil ik aan de hand van eigen ervaringen in de Rabo- bankorganisatie proberen aan te geven dat we erg voorzichtig moeten zijn met het pro ces dat we democratisering noemen. Ik realiseer me dat ik voor velen als een pessimist zal overkomen. Toch geloof ik niet een echte pessimist te zijn, wel voor zichtig (dat was ooit wel eens anders!). Democratiseren betekent niet dat men zijn ondergeschikten aan hun lot overlaat. Sommige leiders blijken dit te denken. Zij houden hun medewerkers voortdurend voor dat zij volwassen mensen zijn met een ruime verantwoordelijkheid, die zelf hun problemen moeten oplossen. Zij spreken steeds over vertrouwen, goede verstand houding en een grote mate van vrijheid. Maar zij vergeten dat een democratische leider, drie zeer belangrijke taken heeft: 1. het glashelder vertalen van de doel stellingen van het hoger niveau; 2. het begeleiden en zonodig opleiden van zijn medewerkers tot een gewenste mate van zelfstandigheid: 3. het, daar waar mogelijk is, delegeren van verantwoordelijkheden. Democratiseren betekent voor de leider dus een voortdurend afwegen tussen in strueren en bijstand geven, controleren en zelfcontrole door medewerkers, werkvoor- bereiden en verantwoordelijkheden dele geren. Dit is bepaald geen eenvoudige taak. Helaas kennen we incompetente lei ders die menen dat het zich onthouden van instructie, controle en werkvoorbereiding hetzelfde is als democratisch zijn. Vaak zien we dat een autoritaire leider werkoverleg e.d. invoert om op een ande re, wat sympathiekere en acceptabelere manier zijn zin te krijgen. Meer dan eens hoorde ik de uitspraak: „het gaat erom om hen (de ondergeschikten) de indruk te geven dat ze de beslissing zelf genomen hebben". Door het hanteren van allerlei managementtechnieken slagen ze er soms in deze schijn gedurende langere tijd staande te houden. Dat de literatuur re gelmatig spreekt over sociale fopspenen en zoethoudertjes lijkt gezien bovenstaan de wel begrijpelijk. De schijn wordt altijd wel weer ontmaskerd, maar het kan wel lang duren. Helaas zijn er opleidingsinsti tuten die er zich toe lenen om leiders te leren hoe zij een vergadering kunnen be spelen. Het hangt vaak af van kleine punt jes, zoals: de plaats van de deelnemers aan de vergadertafel, de agendering, het moment waarop belangrijke informatie ter tafel wordt gebracht, de manier van sa menvatten, het tijdstip van vergaderen e.d. Het succes dat dergelijke „manipulatie opleidingen" oogsten wijst erop dat het klimaat voor democratisering in veel ge vallen nog ver van optimaal is.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 24