nederlands
landbouwbeleid
geleidelijk
aangepast
Deland-entuinbouwvormen inde
Nederlandse economie maar
een betrekkelijk kleine sector en
daarom moet het landbouwbeleid
zich voortdurend aanpassen aan
de algemene ontwikkelingen. De
economische situatie, die door
vele deskundigen met donkere
kleuren wordt geschilderd,
zou op het ogenblik moeten
leiden tot het weer bijstellen van
het beleid voor de landbouw.
17
drs. m. I. de heer
Het beleid dat de Nederlandse regering tegenover de
moeilijkheden in de land- en tuinbouw in 1974 stelde, had
een enigszins ad hoe karakter. Aanvankelijk meende men
de compensatie uit hoofde van de revaluatie van de gul
den in 1973 in mei te kunnen beëindigen omdat de inko
mensontwikkeling zulks toe zou laten. Later bleek dit niet
het geval te zijn, zij het door toedoen van een reeks van
factoren die weinig met de revaluatie verband hielden.
Toen deze situatie mede door de demonstraties duidelijk
in het licht werd gesteld, spoorde de Nederlandse re
gering de Europese Gemeenschap aan tot een prijsverho
ging en herstelde verder in feite de compensatie voor de
revaluatie, zij het dat deze niet via de BTW werd gegeven
maar door middel van toeslagen met een sociaal karakter.
Ten slotte moest op het eind van het jaar nogmaals gegre
pen worden naar het middel van de toeslag, namelijk toen
de toepassing van rijksgroepsregeling voor zelfstandigen
niet zodanig „opgerekt" kon worden, dat degenen die door
de regen hun oogst verloren zagen gaan voldoende gehol
pen konden worden. Op deze wijze als het ware van steen
naar steen springend hield minister Van der Stee droge
voeten in de landbouwpolitiek.
De omstandigheden werken niet mee, maar uiteraard was
er wel behoefte aan een beleid op wat langere termijn. De
minister kondigde dit ook aan in zijn eerste eigen memorie
van toelichting. In de memorie kwam dit beleid nog niet
geheel uit de verf en bij de latere behandeling in de
Tweede Kamer werd daaraan weinig toegevoegd.
Dit werd misschien ook in de hand gewerkt doordat de
Kamervoorzitter de interrupties van kamerleden afsneed
toen de minister laat op de avond zijn laatste antwoorden
gaf. Vaak kan een dergelijk vraag- en antwoordspel, zon
der dat de minister kan terugvallen op de hulp van zijn
ambtenaren, de politieke inzichten van een minister beter
bloot leggen dan pagina's lange zorgvuldig voorbereide
redevoeringen.
In het najaar van 1974 heeft minister Van der Stee een
aantal vergaderingen van landbouworganisaties toege
sproken en daar kennelijk gebruik van gemaakt om zijn
beleid wat meer vorm te geven. En zo kan met behulp van
deze toespraken een beeld worden gevormd van de be
groting voor landbouw voor 1976. Dit is niet te vroeg omdat
al in maart en april van dit jaar de omtrekken van het be-