wob wob 5 de aandacht op gevestigd. Juist voor de kleine aspirant-kredietnemer heeft de per soonlijke benadering van de aanvragers grote waarde. Dat is een punt dat zeker onze banken aanspreekt. Een onpersoon lijke computermethode die de PTT gewend is en die haar voor het retailbedrijf voor ogen lijkt te staan, wijzen wij met de be doelde leden bepaald af. Het zou sociaal gezien een verarming betekenen van de bankpraktijk, zoals we die nu in ons land gewend zijn! HELPEN, WAAR DAT KAN De boer en de tuinder lopen in hun onderne ming risico's. Dat hebben zij gemeen met iedere andere ondernemer. Maar het afge lopen jaar heeft weer eens, vaak op schrij nende wijze, laten zien, dat het bedrijf van boer en tuinder meer dan welk ander ook, afhankelijk is van klimatologische omstan digheden. Deze kunnen van grote invloed zijn op het voortbestaan van de agrarische bedrijven. De agrariër is zich van deze risicofactor bewust en hij accepteert deze. Toch wordt het steeds moeilijker dit risico te dragen. De marge tussen winst en verlies is zeer klein. Een geringe tegenslag kan soms de continuïteit van de onderneming in gevaar brengen. Vorig jaar zijn de boeren en tuinders wel in zeer sterke mate geconfronteerd met tegenslagen als gevolg van klimatologische omstandigheden. Zij hadden te kampen met nachtvorst in de fruitteelt, droogte na de uitzaai en uitplant van akkerbouw gewassen, met hagelschade aan de glas- bedrijven en aan de volle grondsproduk- ten in Limburg en ten slotte met een over matige regenval in het najaar. Door dit laatste werd de oogst van vele akkerbouw- produkten vertraagd en bemoeilijkt, terwijl speciaal in zuidwest Nederland het oog sten dikwijls in het geheel niet of slechts zeer ten dele mogelijk was. De schadelijke gevolgen van deze tegen slagen in het agrarische bedrijf zijn niet voor iedereen gelijk. Zij lopen niet alleen van regio tot regio uiteen, maar kunnen zelfs binnen de regio van bedrijf tot be drijf in zwaarte verschillen. Want niet al tijd behoeven de ongunstige weersomstan digheden een groep van bedrijven te tref fen. Het kan zijn, dat slechts enkele of een enkel bedrijf uit de groep, de volle zwaar te van zo'n tegenslag ondervindt en de getroffene zal alsdan constateren, dat aan zijn geval maar een beperkte bekendheid gegeven wordt. Er zijn nog andere dan de klimatologische risico's waardoor de agrariër getroffen kan worden en die eveneens geheel buiten zijn macht liggen. Die evenzeer zijn be staan kunnen aantasten. Recente voorbeel den hiervan zijn de ongunstige opbrengst- prijzen in de veredelingslandbouw en de stijging van de prijzen van olieprodukten. Bij dit soort calamiteiten, die hetzij enke len hetzij velen in moeilijkheden brengen, is begrijpelijk de vraag naar de taak van onze organisatie. Raiffeisen was immers de man, die de zelfstandigen in hun nood te hulp kwam. Moeten wij niet evenzo doen, wanneer thans agrarische bedrijven in nood zijn komen te verkeren? Inderdaad, wij zullen moeten helpen. Maar op een verantwoorde wijze en binnen het kader van onze mogelijkheden. Dat bete kent, dat wij op ons terrein, d.w.z. dat van ons bankbedrijf, ons zullen inspannen te onderzoeken of en hoe de getroffen boer kan worden geholpen en dat wij hem als er een verantwoorde weg uit de moeilijk heden is, op die weg als raadsman zorg vuldig zullen begeleiden. Die taak heeft voor ons naast een zakelijke duidelijk ook een morele kant: de blijvende zorg voor onze leden. Onze mogelijkheden, dus ook onze taak, blijven echter beperkt. Zij zijn gericht op het voortbestaan van de leden met hun bedrijven, maar mogen tegelijkertijd het gezond voortbestaan van onze banken zelf niet uit het oog verliezen. Ook voor ons geldt nog, wat al door Raiffeisen werd voorgestaan: alleen dan geld uitlenen, als het kan worden terugbetaald. Ook de ren te moet betaald kunnen worden. In onze tariefstelling blijven wij gebonden aan zo danige tarieven, dat de gezondheid van het bedrijf van onze banken niet aangetast wordt. Zouden we deze uitgangspunten loslaten, dan zou van verantwoorde hulp onzerzijds zelfs helemaal geen sprake meer zijn. Zo is de situatie, leder van ons, banken en Centrale Bank, zou in de harde gevallen die ons onder ogen komen graag heel ver met hulp willen gaan, maar er is een grens. Gelukkig wijst de praktijk uit, dat ook dan nog veel kan worden gedaan. HYPOTHEEKCONDITIES Onlangs is door de Vereniging Eigen Huis een onderzoek ingesteld naar de condities waaronder door 7 grote hypotheeknemers hypothecaire leningen worden verstrekt. Het doel van deze vereniging is het behar tigen van de belangen van haar leden, zon der winstoogmerk, op het gebied van een toekomstige of huidige eigen woning. Wij zijn het volkomen eens met de con clusie dat het onmogelijk is om zonder meer één van de onderzochte hypotheken als de beste aan te wijzen. „Een hypotheek is en blijft individueel maatwerk". Wanneer de Vereniging Eigen Huis verder concludeert, dat de meeste hypotheekin stellingen maar een povere sortering hy- potheekvormen hebben om aan dat maat werk te voldoen, dan zouden wij alleen al op de range hypotheekvormen bij de Rabo- bankorganisatie willen wijzen: hypotheken met lineaire aflossing, annuïteitenleningen, hypotheken met getrapte aflossingen (10 jaar 2%, 10 jaar 3%, 10 jaar 5%). Los van deze hypotheken kan een overlijdens- risicoverzekering worden afgesloten, welke in het algemeen ten zeerste dient te wor den aanbevolen. Voorts kunnen de Rabo- banken voor hypotheken met levensver zekering bemiddelen. Ten aanzien van de inventarisatie van hy potheekvormen zouden wij het onderzoek van de Vereniging Eigen Huis dan ook als onvolledig willen bestempelen. Voor een completer beeld van de verschillende hy potheekvormen had de Vereniging Eigen Huis zich moeten wenden tot de Centrale Bank, die dan op haar beurt meer volle dige informatie zou hebben verschaft (in de zin zoals de adviezen worden uitgebracht aan de aangesloten banken). De Vereniging Eigen Huis noemt de bepa lingen omtrent de variabele rente van de Rabobanken en de Bondsspaarbanken slecht, omdat de geldlener dan in het ge heel niet zou weten waar hij aan toe is. Ten aanzien hiervan neemt de Vereniging Eigen Huis een naar onze mening te een zijdig standpunt in. Het voeren van een variabele rente betekent op de eerste plaats dat boetevrij, naar de wensen van de geldlener, mag worden afgelost, het geen door ons als een belangrijke faciliteit wordt gezien; de Vereniging Eigen Huis bevestigt dit in haar onderzoek. Tevens zij in dit verband opgemerkt, dat vooraf geenszins vaststaat of een hypotheek met vaste rente of met variabele rente voor de' cliënt het voordeligst is. Een en ander ge voegd bij de voordelen van een boetevrije aflossing, noodzaakt tot een meer genuan ceerde beoordeling van de variabele rente. Overigens betaalt de hypotheekgever on der het systeem van een variabele rente dat rentepercentage, hetwelk overeenkomt met de geldende marktrente. In tijden van vervolg wob op pag. 36

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 7