effecten arbitrage wob wob 36 a. gerritsen het begrip invloed wijziging valutawaarde vervolg wob van pag. 5 rentestijging zal de hypotheekgever hogere rentelasten moeten opbrengen, in tijden van rentedaling zal hem een geringer ren tepercentage in rekening worden gebracht. Verder willen wij nog opmerken dat ook binnen de Rabobankorganisatie er moge lijkheden zijn voor het verkrijgen van hypo thecaire leningen, waarvan het renteper centage 5 jaar vast is. De opmerking van de Vereniging Eigen Huis als zouden ren teverhogingen eerder worden doorbere kend dan rentedalingen bestrijden wij fel. Het is ons inziens voldoende bekend, dat verhogingen van de hypotheekrente bij de Rabobanken pas veel later worden door gevoerd dan bij verschillende andere hy potheekinstellingen. Dat renteverlagingen dan ook iets later zouden plaatsvinden zou dan ook volledig aanvaardbaar zijn. Echter, concurrentie-overwegingen vormen een be langrijke factor voor een snelle aanpassing van de rentevoet naar beneden. Tenslotte willen we samen met de Vereni ging Eigen Huis wijzen op de belangrijke beslissing die de consument gaat nemen bij de aankoop van een eigen woning. Het is echter geenszins de pretentie van welke hypotheekinstelling dan ook, dat deze be slissing genomen zou kunnen worden op basis van de informatie welke in een bro chure wordt verstrekt. Iedere hypotheekin stelling nodigt de koper van een eigen woning geheel vrijblijvend uit voor een gesprek omtrent de meest passende finan ciering. Slechts op basis van zulke ge sprekken zal een vergelijking van alterna tieve hypotheken zinvol zijn. OP HOOP VAN ZEGEN Heijermans heeft er door zijn toneelstuk voor gezorgd, dat deze woorden ons on middellijk aan de zeevisserij doen denken. Al zijn de misstanden uit Heijermans' tijd gelukkig verdwenen, het visserijbedrijf kent nog steeds zijn risico's: het is in moeilijk vaarwater geraakt. De laatste jaren, zeg van 1970 tot 1973, is de kleine zeevisserij zeer rendabel ge weest. Ook door onze banken, die zich met de visserijfinancieringen bezig houden, werd in die tijd een flink aantal financierin gen verricht. Met het schip als onderpand kwamen deze in de meeste gevallen tot stand. De goede rentabiliteit is sinds eind 1973 door meerdere oorzaken verdwenen. De gestegen olieprijzen hebben de kosten om hoog gestuwd, terwijl de besommingen in het algemeen achterblijven, ook al door lagere prijzen. Nu zullen de prijzen wel weer wat kunnen aantrekken, maar een keer in de ongun stige omstandigheden mag toch niet spoe dig verwacht worden, want de kosten zul len op een hoog niveau blijven en vooral de omvang van de vangsten zal eerder dalen dan stijgen. De daling, die reeds optreedt als gevolg van de al jarenlang voorspelde overbevissing van de traditio nele visgronden van de kleine zeevisserij heeft nu geleid tot een internationaal quo- teringsbeleid. Zo zal, voorzover bekend, aan de Nederlandse kleine zeevisserij een quotum voor tong worden toegewezen, dat rond 70 is van de vangsten in voor gaande jaren. Hoe dit quotum over de in dividuele vissers verdeeld zal worden, is nog de vraag, maar de vangstbeperking zal voor de hele bedrijfstak een grote ren dementsvermindering tot gevolg kunnen hebben. Dat is een reden tot zorg, ook voor ons. Laat ons hopen dat hogere prijzen ver lichting brengen en dat het mogelijk zal zijn uit te wijken naar de vangst op andere vissoorten resp. naar andere visgronden. Van groot belang daarbij is, nü evenals in de tijd van Heijermans, de kwaliteit en de activiteit van de vissers en hun schepen. DIAGNOSE VOOR HET TE LAAT IS De brief van de minister van Financiën aan de banken, waarvan enkele kranten de vo rige maand in een kort berichtje melding maakten, moet helaas ook gezien worden als een teken des tijds. Nu ons bedrijfsleven meer en meer tegen de wind op moet tornen, stelde minister Duisenberg, mede namens zijn ambtgeno ten van Economische Zaken en van Sociale Zaken aan de orde de tijdige signalering van moeilijkheden bij afzonderlijke onder nemingen. Terecht, want als die moeilijk heden te lang binnenskamers gehouden worden, kunnen ze de ondernemer boven het hoofd groeien en is na openbaar worden van de situatie zo'n onderneming vaak al niet meer te helpen. Daarom heeft nu de overheid de banken verzocht om zodra zij aanwijzingen krijgen van ernstige bedrijfseconomische moeilijk heden die het voortbestaan van of de werk gelegenheid bij een onderneming in gevaar zouden kunnen brengen, de bedrijfsdirectie van de onderneming aan te sporen zich met zijn problemen tot de overheid te wenden. Deze kan dan in een vroeg stadium, voor het te laat is, steun overwegen. Aan dit verzoek zullen wij gaarne voldoen. De banken treden niet als „verklikkers" op; dat zouden zij op grond van hun vertrou wensrelatie ook nooit mogen en willen doen. Het ligt echter geheel in de lijn van die relatie, dat zij een bedrijfscliënt zelf in het belang van diens eigen onderneming en in het belang van de werknemers, die immers van een deconfiture de dupe wor den, wijzen op de noodzaak van het tijdig melden of het door hun bank doen melden van hun kwalen bij de overheid, die alsdan mogelijk mede kan helpen het ziekteproces tot stilstand te brengen. Op haar beurt zal na zo'n melding de over heid vanzelfsprekend strikt geheimhouding betrachten ten aanzien van de haar ver strekte bedrijfsgegevens. Vooral met het oog op de zorgelijke werkgelegenheid ho pen wij, dat in voorkomende gevallen deze zich in stilte afspelende vroegtijdige mel dingspraktijk het beoogde effect zal heb ben. Regelmatig bereiken ons vragen naar de wijze waarop noteringen van buitenlandse aandelen op de Amsterdamse effecten beurs tot stand komen. Vast bestanddeel van het antwoord: effec tenarbitrage speelt daarbij een overheer sende rol. Het lijkt ons daarom nuttig enige informatie te geven over effectenarbitrage. Voor het begrip arbitrage citeren wij, „Brouwer, Beurs en Effectenhandel": „Ar bitrage, in economische zin, is een hande ling gericht op het behalen van voordeel uit het bestaan van prijsverschillen op de zelfde tijd op verschillende markten of beurzen". Men onderscheidt verschillende soorten arbitrage, zoals arbitrage met buitenlandse beurzen, arbitrage tussen binnenlandse beurzen en arbitrage op één beurs, de zo genaamde arbitrage „sur place". Wij zullen ons beperken tot de eerste, te vens meest eigenlijke vorm van arbitrage, namelijk die met buitenlandse beurzen, waarbij ook het tijdsverschil, bijvoorbeeld tussen Amsterdam en New York van in vloed is. Ten tijde dat de Amsterdamse beurs open is, is het in New York zeer vroeg in de och tend en is de New Yorkse beurs nog geslo ten. Omgekeerd is, wanneer „Wall Street" open gaat (thans om 15.00 uur Nederlandse tijd), het „Damrak" officieel gesloten. In zo'n geval kan de arbitrage de positie niet onmiddellijk gladstrijken, hetgeen een zeker speculatief karakter aan dit soort transacties verleent. Dit heeft tot gevolg dat dergelijke trans acties dikwijls in samenwerking met een buitenlandse relatie worden gedaan voor gezamenlijke rekening, een zogenaamde „conto a meta". Om in een heel kort bestek een beeld te geven van de soort affaires waarom het bij effectenarbitrage gaat, volgen hier enkele voorbeelden. Allereerst een voorbeeld in Koninklijke Olie, een aandeel waarbij de handel tegelijkertijd op twee beurzen plaatsvindt. Als usance geldt dat de handel plaatsvindt in dollars. Wanneer de koers van Koninklijke Olie op een bepaalde dag bijvoorbeeld 27 be draagt, terwijl de wisselkoers voor de dollar 2,57 is, komt in zijn eenvoudigste vorm de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 38