geld- en kapitaalmarkt
35
drs. h. visser en mevr. mr. h. besanpon
geldmarkt
obligatiemarkt
De Nederlandse geldmarkt heeft in de maand december op
rustige wijze het jaar 1974 uitgeluid. De geldmarkttarieven
vertoonden in die maand een opvallend constant beeld: de
3-maands kasgeldleningen ten laste van de lagere over
heid lagen rond de 8Vs-8V4%, terwijl de rente voor inter-
bancaire daggeldleningen fractioneel lager was. Dit con
stante patroon betekende dat er - tijdelijk? - een eind ge
komen is aan de dalende tendens van de rente in de maan
den oktober en november. In de Verenigde Staten en West-
Duitsland daarentegen deed zich wel een lichte daling voor.
Op 20 december heeft de Bundesbank voor de tweede
keer in 1974 het discontotarief met een '/2% verlaagd,
waardoor thans dit tarief op 6 gekomen is. Deze verla
ging sluit aan bij de dalende geldmarkttarieven en past
voorts in het conjuncturele beleid. In de Verenigde Staten
hebben zes van de twaalf Federal Reserve-banks hun dis
conto met een V2°/o tot VU°lo verlaagd. Deze verlaging
dient met name tegen de achtergrond van de teruggang in
de economische activiteiten gezien te worden.
Het stabiele beeld van de Nederlandse geldmarkt is het
gevolg van enerzijds de uitzetting van de bankbiljetten-
circulatie ten gevolge van kerstinkopen, de accijnsbetalin
gen en het vervallen van valutaswaps en anderzijds de da
ling in het tegoed van 's Rijks schatkist in de laatste drie
weken en de gemeente-uitkeringen. Deze factoren impli
ceerden een groter beroep van het bankwezen op De Ne-
derlandsche Bank, hetwelk mogelijk was tegen het nor
male tarief, gezien de omvang van het beroep. In de maand
december is wederom gebleken dat de combinatie open-
marktpolitiek middels valutaswaps en de regeling inzake
het beroep op De Nederlandsche Bank een duidelijk regu
lerend effect heeft op de Nederlandse geldmarkt. Het
laatstgenoemde geldmarktinstrument is medio december
voor de periode 19 december 1974 t/m 19 maart 1975 on
gewijzigd verlengd. Dit houdt in dat het contingent voor
het beroep, tegen het normale tarief, een 750 miljoen be
draagt. Eveneens ongewijzigd bleef het liquiditeitsreserve-
percentage ten opzichte van de korte binnenlandse toe
vertrouwde middelen, nl. 9V2%. Hierdoor blijft de marge
aan vrije liquiditeiten een V2 a 1
Aan het einde van het jaar maakte De Nederlandsche Bank
bekend dat ingaande het nieuwe jaar het rentetarief voor
voorschotten in rekening-courant en beleningen voor par
ticulieren afgeschaft wordt. In de toelichting stond dat De
Nederlandsche Bank sinds geruime tijd aan anderen dan
de in het register der kredietinstellingen ingeschreven in
stellingen in beginsel geen voorschotten verstrekt. Hier
mede is de bestaande situatie geformaliseerd.
Ingaande 1975 kent De Nederlandsche Bank nog het wis
seldisconto, promessedisconto en het tarief voor voor
schotten in rekening-courant en beleningen voor banken
en effectenkredietinstellingen.
De obligatiemarkt heeft in december een rustig verloop ge
had. Uiteraard deden zich koersfluctuaties voor, maar per
saldo hebben de koersen weinig veranderingen ondergaan.
De 93A 25-jarige lening van de Nederlandse Ontwikke
lingsbank a 99,50%, waarvan de inschrijving begin decem
ber open stond heeft een behoorlijke belangstelling ge
kregen. Dit in tegenstelling tot de 10% 10-jarige lening
van Hunter Douglas a 99%, welke niet voltekend is. De in
schrijvingen hierop werden volledig toegewezen. Mede ge
zien de terughoudendheid in het prospectus met betrek
king tot de gang van zaken bij het concern werd deze
lening, vooral ook door het buitenland, te licht bevonden.
Het is opvallend dat de laatste tijd het rendementsverschil
tussen leningen van eerste klas debiteuren en debiteuren
van het tweede echelon steeds groter wordt.
De belangrijkste emissie van de maand was de 9V2 10-
jarige BNG-lening a 100% waarvan het bedrag van uit
gifte werd opengelaten. De omvang van de lening vormde
het belangrijkste gespreksthema, waarbij de schattingen
uiteen liepen van 200 miljoen tot 300 miljoen. Tot ieders
verrassing kon het uiteindelijke bedrag worden vastgesteld
op 400 miljoen met een toewijzingspercentage van 92
De rente-ontwikkeling in Duitsland en met name de dis
contoverlaging op 19 december is voor dit grote succes
in belangrijke mate mede bepalend geweest. Hoewel het
buitenland interesse toonde zijn het toch voor een groot
deel de particulieren en enkele grote institutionele beleg
gers geweest die de lening hebben doen slagen. De eerste
officiële notering van de stukken bedroeg 99,30 de
koers per ultimo december 99,70 terwijl de lening thans
99,90 noteert.
De laatste beursdag van het jaar verraste de Amro-Bank
de beleggers door een 9%% 10-jarige lening aan te kon
digen a 100%. Gezien het rendement en het gunstige
beursklimaat zal de lening zeker kans van slagen hebben.