verdere consequenties moet worden, of het bepaalde bestuursor gaan wel bevoegd is tot de bepaalde rechtshandeling en verder of niet de goed keuring van andere organen van de rechts persoon of van een andere rechtspersoon vereist is. Steeds dient men bij deze rechtspersonen derhalve de statuten of wettelijke bepalingen waaraan ze onder worpen zijn te dezer zake te raadplegen. In een verre toekomst, wanneer het tweede boek van het Nieuw Burgerlijk Wetboek over rechtspersonen in werking treedt, mag wel de verwachting gekoesterd wor den, dat ook voor deze andere rechtsper sonen de bepaling zal gelden dat beper kingen van de algemene vertegenwoordi gingsbevoegdheid - niet liggende op het gebied van het aantal - aan derden niet kan worden tegengeworpen Voor wat be treft publiekrechtelijke rechtspersonen zal evenwel, wat er ook zij van het Nieuw Burgerlijk Wetboek, het oude systeem ge handhaafd blijven, aangezien hier admini stratiefrechtelijke aspecten meespelen, met name over de vraag, wanneer een beschikking van de overheid tot stand is gekomen. In veel gevallen wordt voor bepaalde be sluiten van publiekrechtelijke organen goedkeuring van hogere organen geëist, bijv. van Gedeputeerde Staten of van de Kroon. Pas na goedkeuring is het besluit rechtsgeldig tot stand gekomen. In deze gevallen betreft het beperkingen die in een wet besloten liggen. Aangezien ieder wordt geacht de wet te kennen, is het ook reëel, dat de afwezigheid van goedkeuring aan derden kan worden tegengeworpen. De derde had maar beter op zijn zaak moeten letten en zich ruimer moeten oriënteren. Men zou zich thans kunnen afvragen wat de waarde is van statutaire bepalingen die de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur beperken, nu deze beper king toch niet aan derden kan worden tegengeworpen. Het opnemen van derge lijke beperkingen in de statuten heeft toch wel enige betekenis, maar dit is dan een aangelegenheid binnen de vennootschap zelf. De betekenis ligt in het feit dat de oprichters van de vennootschap een be paalde vennootschappelijke orde voor ogen hebben gehad, welke zijn weerslag heeft gevonden in de statuten. Indien be stuurders de in de statuten opgenomen beperkingen ten aanzien van de vertegen woordiging van de vennootschap en de eisen met betrekking tot de goedkeuring van bepaalde besluiten niet in acht nemen, kunnen zij voor deze laakbare handelwijze door de vennootschap aansprakelijk ge steld worden en kan de vennootschap van hen een schadevergoeding vorderen. Verder bestaat de mogelijkheid dat de achteloze bestuurder aan de kaak wordt gesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders of door de raad van com missarissen, hetgeen als uiterste conse quentie kan hebben dat hij ontslagen wordt. Voor de volledigheid zij er hier nog op ge wezen, dat de rechtspositie van de door de vennootschap gevolmachtigde dezelfde is als van ieder ander die een volmacht heeft. Is de naam van de gevolmachtigde en de inhoud van de volmacht ingeschre ven in het Handelsregister - bijvoorbeeld t.a.v. de procuratiehouder van een BV - dan kan deze procuratiehouder rechts geldig niet verder handelen dan de inhoud van de volmacht toelaat. Gaat hij verder dan de inhoud van zijn volmacht toelaat, dan wordt de BV niet gebonden. Recapitulerend: Indien de vertegenwoordi gingsbevoegdheid van de directeur van een NV of BV blijkens statutaire bepalin gen beperkt wordt, wordt de vennootschap toch rechtsgeldig verbonden, tenzij de sta tuten bepalen, dat de bestuursleden niet ieder afzonderlijk kunnen handelen en in strijd hiermee één directielid toch een rechtshandeling heeft verricht. Indien een gevolmachtigde namens een vennootschap optreedt, zal steeds opgelet moeten wor den, wat de inhoud van zijn volrqacht is en de vennootschap zal door de gevolmach tigde niet verbonden worden, indien de gevolmachtigde handelt in strijd met de inhoud van de volmacht. Door de huidige regeling over de verte genwoordigingsbevoegdheid van het be stuur van een NV of BV is er een grote vereenvoudiging tot stand gekomen. Der den hoeven zich niet meer af te vragen, of het bestuur wel bevoegd was de be paalde rechtshandeling te verrichten. De derde dient er slechts op attent te zijn of de bestuurders gezamenlijk moeten han delen dan wel dat de handtekeningen van meer bestuursleden vereist zijn, of dat één bestuurder reeds bevoegd is. Hieromtrent kunnen de statuten, of een recent uittrek sel uit het Handelsregister definitief uit sluitsel geven. Raadpleging van deze stuk ken door de bank blijft ten zeerste raad zaam, indien zij zakelijke relaties wenst aan te knopen met een vennootschap. Een uittreksel uit het Handelsregister heeft het voordeel dat het op korte en bondige wijze een totaalindruk geeft van de inrichting van de vennootschap. De kosten die met een dergelijk uittreksel gepaard gaan zijn minimaal vergeleken bij het voordeel van globaal inzicht in de vennootschap. In dit kader zij er tenslotte nog op gewe zen, dat men mag afgaan op hetgeen in het Handelsregister staat vermeld. De on derneming waarom het gaat kan er zich niet op beroepen, dat hetgeen is inge schreven onjuist of onvolledig is. Zij kan zich hierop wel beroepen tegenover een contractspartij, die ervan op de hoogte was, dat wat in het Handelsregister stond niet in overeenstemming met de werkelijk heid was. Met andere woorden: hij die be ter weet, kan zich in rechte niet van den domme houden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 35