27
monetaire compensaties
consequenties voor de prijzen
glastuinbouw
copa-commentaar
waterschade
Het is natuurlijk een dwaze toestand dat voor een hoog
waardig eiwithoudend produkt als melkpoeder onvoldoen
de afzet is in een wereld waarin vele slecht gevoede men
sen het juist hieraan ontbreekt. De heren Boerma en
Aquino, die verantwoordelijk zijn voor de verstrekking van
de internationale voedselhulp hebben zich er terecht ver
ontwaardigd over getoond dat de melkpoeder met subsidie
naar de kalveren gaat. De veehouders zijn echter door
deze overwegingen niet geholpen zolang er geen con
crete actie uit voortkomt. Ook de Commissie volgt wat dit
betreft de realiteit van de markt door het voorstel van een
gematigde prijsverhoging voor melk. Bovendien is er vol
gens het voorstel nog de mogelijkheid dat het prijsjaar voor
melk wordt verlengd, wanneer de voorraden te sterk op
lopen.
Het voorstel voor de prijzen voor 1974/75 van de Europese
Commissie bevat nog een derde element, dat verschilt
met het voorgaande jaar. Tegelijk met de nieuwe prijzen
zou ook een deel van de zgn. monetair compenserende
bedragen afgeschaft moeten worden.
Dit is vorig jaar ook voor een korte tijd het voornemen ge
weest, maar toen ging het slechts om vermindering van de
compenserende bedragen met 2,76% waardoor de be
scherming van Duitsland met een zesde zou verminderen
en voor de Benelux geheel zou verdwijnen. Ditmaal is de
aanpak veel doordachter en daardoor ook gecompliceer
der.
De monetair compenserende bedragen danken hun ont
staan aan het onafhankelijk van elkaar veranderen van de
waarde van de Europese munten. De verandering van de
landbouwprijzen in nationale valuta, welke daar het gevolg
van is, wordt niet doorberekend ter bescherming van pro
ducenten of consumenten tegen plotselinge prijswijzigin
gen.
Daarvoor waren correcties aan de grenzen nodig d.m.v.
heffingen en restituties. Alle landen van de EG hebben
hiermede te maken gehad, behalve Denemarken dat eigen
lijk het laatste werkelijke EG-land is.
Niets wijst erop dat de Europese landen binnenkort zo zul
len samenwerken dat revaluaties en devaluaties zullen zijn
uitgesloten. De Parijse topconferentie heeft wel opgeleverd
dat er bij de economische politiek in het algemeen meer
nadruk zal worden gelegd op de bestrijding van de werk
loosheid en dat het regionaal fonds eindelijk van de grond
zal komen, maar dit zijn slechts twee stappen op een heel
lange weg naar een werkelijk economische en monetaire
unie.
Het voorstel van de heer Lardinois tot een afbraak van de
monetair compenserende bedragen voor de landbouw is
de aanpassing aan een droevige realiteit en de enige mo
gelijkheid om weer iets terug te krijgen van de vrije, ge
meenschappelijke landbouwmarkt die slechts zo kort
heeft bestaan.
Een vermindering van de compenserende bedragen zou
voor Duitsland en de Benelux betekenen, dat de algemene
prijsverhoging van de EG tot een kleinere verhoging van
de prijzen in nationale valuta leidt, terwijl in Frankrijk een
grotere verhoging mogelijk wordt. Een belangrijk argument
voor deze verschillende uitwerkingen van de EG-prijsver-
hoging vindt de Commissie in het verschil in kostentoena-
me dat in de lidstaten is te constateren. Doordat in Duits
land de kostentoename ver onder het gemiddelde van de
EG ligt, kan men daar met een kleinere prijsverhoging vol
staan en dus een stuk (bijna de helft) van de bescherming
aan de grens inleveren. In de Benelux is een overeenkom
stige situatie, zij het dat daar de kostentoename groter is
dan in Duitsland. In Frankrijk is de kostentoename zo
groot, dat dit land meer nodig heeft dan de voorgestelde
9 en een optrekking van het nationaal prijsniveau ver
antwoord zou zijn.
Het zal geen gemakkelijk succes zijn dat de heer Lardinois
wacht. Vooral Duitsland heeft zich vastgebeten in het mo
netair compenserende bedrag als een eenmaal verworven
bescherming. De Duitse regering blijft bovendien 9% een
te sterke prijsverhoging vinden in verband met de bestrij
ding van de inflatie; zou de EG echter met bijv. 6% om
hoog gaan dan zou er bij afbraak van de grensbescherming
voor de Duitse boeren niets overblijven en dat zal de Duit
se regering ook wel te ver gaan.
Ook voor groenten en fruit is er een nieuw element in de
voorstellen van de Commissie. Voor de glasprodukten to
maten en komkommers wordt een sterkere verhoging
voorgesteld van de bescherming tegen invoer uit niet-EG-
landen dan voor de andere tuinbouwprodukten het geval is.
Deze extra bescherming zal door de betrokken producen
ten met gemengde gevoelens worden ontvangen, omdat
de reden ervoor is dat de hogere energieprijzen bij deze
produkten tot steeds hogere kosten zal leiden. Volgens
de Commissie moet er een einde komen aan de steun ter
verlaging van de olieprijzen voor de tuinbouw. De verlaag
de aardgasprijzen in Nederland worden reeds lang bekriti
seerd door de Westduitse regering en de heer Lardinois
lijkt op dit punt niet aan de zijde van de Nederlanders te
staan.
Wanneer het enige antwoord van de Commissie op de
verhoging van de energiekosten voor de glastuinbouw een
grotere bescherming tegen invoer is, dan zal de sector
daar niet veel mee geholpen zijn, want het effect van de
maatregelen tegen import bij de tuinbouw wordt niet hoog
aangeslagen.
Het commentaar van de landbouworganisaties, verenigd
in het COPA, beperkte zich vooral tot de voorgestelde ge
middelde verhoging. Het COPA meende dat een verhoging
van 15% noodzakelijk is. Over de afbraak van de mone
tair compenserende bedragen kwam het COPA niet met
een duidelijk visie; pas bij een sterkere verhoging van het
prijsniveau dan werd voorgesteld, zou dit voor de land
bouworganisaties een punt van discussie kunnen zijn.
De maand januari zal over dit alles opheldering moeten
geven wil men zich aan de goede voornemens van een
vroege beslissing kunnen houden.
De voortdurende regen in Zeeland heeft ten slotte geleid
tot een bijzondere maatregel. Voor de minister van Land
bouw, de heer Van der Stee, was dit geen gemakkelijke
beslissing. Hij was van het begin af aan duidelijk begaan
met het lot van de Zeeuwse boeren, die door de waterover
last getroffen waren. Geen bedrijf zou volgens de minister
door deze gebeurtenis tot liquidatie mogen worden ge
dwongen. Een regeling in het kader van de Bijstandswet