nederlandse export combinatie op bezoek bij rabobank 18 drs. r. r. freeman Op woensdag 20 november 1974 was in het Eindhovense hoofdkantoor van de Centrale Rabobank een zestigtal leden van de Stichting Nederlandsche Export Combinatie uit Soest bij onze organisatie te gast. Het was een kennismakings bijeenkomst waarin twee inleidingen werden gehouden. Voor de pauze sprak drs. J. A. van Ogtrop over de Dienstverlening door de Rabobank aan Bedrijf en Particulier, daarna besprak de heer D. van Ruller, belastingadviseur te Soest, een aantal internationale fiscale problemen, waarna in een geanimeerde ge- dachtenwisseling zowel fiscale als bancaire vraagstukken aan de orde werden gesteld. De Stichting Nederlandse Export Combina tie NEC is gevestigd in Soest. Zij omvat ruim 350 leden met een totaal per soneelsbestand van 70.000 man en een ge zamenlijke omzet van negen miljard gulden. Gemiddeld komt dat neer op een jaaromzet van ruim 25 miljoen gulden per bedrijf. Overigens mag men daaruit geen conclu sies trekken voor de afzonderlijke bedrijven want de omvang van de aangesloten be drijven loopt sterk uiteen, en dat is ook het geval met de bedrijfstakken waarin de di verse bedrijven werkzaam zijn. Daaronder zijn bijv. leveranciers van liften, maar ook van vliegtuigbanden en van rijsttafelartike len zowel als van transformatoren, suiker bietenzaad en complete inrichtingen van slachthuizen. Van al die bedrijven behoort het merendeel tot de industriële sector, maar daarnaast omvat de combinatie ook niet-industriële bedrijven, waarin het handelselement de hoofdrol speelt. Daaronder bijvoorbeeld exporteurs van uien en van bloembollen. Maar ook het export-aandeel in de omzet van de diverse leden loopt sterk uiteen: sommige leden zijn incidentele exporteurs, andere leveren praktisch alleen aan het bui tenland, in een aantal gevallen voor hon derden miljoenen guldens per jaar. In het bureau van de NEC hebben al die be drijven een gemeenschappelijk contact- en adviesbureau onder de bezielende leiding van de heer L. Fokkema, directeur, en zijn adjunct-directeur, de heer T. Middelkoop. Het bureau heeft een uitgebreide admini stratieve staf met een eigen exportadviseur en met een drietal „wereldreizigers". De ex port-manager is grotendeels belast met on derzoek in verband met de voortdurend noodzakelijke advisering aan de leden. Enige indicatie omtrent de activiteiten van het bureau ligt vervat in de omvang van de schriftelijke en telefonische contacten die het bureau heeft met de leden en met het buitenland. Voor zover kon worden nage gaan verzond de Stichting in 1973 zo'n 25.000 brieven aan bedrijven en daarnaast stonden ruim 23.000 telefonische contacten en 7.500 telexberichten met binnen- en bui tenland. Van doorslaggevende betekenis in het werk van de Stichting zijn de werkzaamheden van de drie wereldreizigers. Zij bezochten in 1973 samen 43 landen. Hun reizen worden steeds van te voren aan de leden aangekon digd, zodat eventuele exporteurs hun wen sen tijdig kunnen melden, folders beschik baar kunnen stellen, offertes kunnen doen etc. In de landen die men bezoekt wordt dan door de Stichting een eerste contact gelegd met mogelijke vertegenwoordigers of importeurs. In 180.000 vliegkilometers vlogen de wereldreizigers in 1973 samen bijna vijfmaal de wereld rond en zij legden daarbij contacten met 1.130 buitenlandse relaties. Ten tijde van de ontvangst van de Exportcombinatie op de Centrale Rabobank verbleven de heren respectievelijk in Zuid en Oost-Europa, en in Zuid-Azië. Overigens beperken zich de werkzaam heden van het Stichtingsbureau niet tot exportadviezen en exportbemiddeling. Ook op diverse andere terreinen is de Stichting actief. Zo werden in 1973 aan de leden meerdere duizenden adviezen uitgebracht betreffende fiscale en juridische problemen, inzake de bedrijfsorganisatie, het manage ment en dergelijke. In zijn inleiding belichtte de heer Van Og trop de structuur, de ontwikkeling en ten slotte de huidige activiteiten van de Rabo- bankorganisatie. Wat de structuur betreft ging spreker in op de gedecentraliseerde opzet met juridisch zelfstandige aangesloten banken de lo kale inspraak die vele malen groter is dan bij enige handelsbank en de fundamen tele bedrijfsfilosofie waarin niet een zo groot mogelijke winst maar dienstbetoon aan de cliënten als het bedrijfsdoel geldt en waarbij het bedrijfsoverschot niet meer is dan een noodzakelijk middel in het stre ven naar continuïteit van het bedrijf. Uit de meest recente ontwikkeling van de Rabobanken signaleerde drs. Van Ogtrop de succesvol verlopen fusie van de voor malige „Utrechtse" en „Eindhovense cen trale banken tot de huidige centrale Rabo bank. Op plaatselijk niveau wordt dat voor beeld nagevolgd door fusies van aangeslot- ten Raiffeisenbanken met boerenleenban ken in dezelfde plaats van vestiging. Dat streven naar grotere eenheden kan op den duur leiden tot meer efficiëncy. Maar ook internationaal ontstonden grotere eenhe den, onder andere doordat de Rabobank- organisatie nu de grootste bank van Ne derland een dochterinstelling oprichtte samen met de grootste bank van de wereld: de Bank of America. Rabomerica Interna tional Bank N.V. te Amsterdam. Dergelijke ontwikkelingen kunnen in hoge mate bijdra gen tot een verdere ontplooiing van het bui tenlandse bankbedrijf en ook van het bui tenlandse betalingsverkeer van de Rabo banken. Uitvoerig belichtte drs. Van Ogtrop de dien sten die de organisatie biedt bij het beta lingsverkeer in binnen- en buitenland. In structief is in dit verband de gang van zaken in het binnenlandse betalingsverkeer van onze banken omdat daarin zowel door een eigen vervoersysteem tachtig eigen post auto's als door een hoogst modern en continu werkend computersysteem de grootst mogelijke snelheid wordt gegaran deerd in de afwerking. En daarnaast getui gen, aldus spreker, de verdere „produkten" van de Rabobanken de talloze vormen van kredieten en leningen, maar ook zulke diensten als de verzekeringsbemiddeling, de reizenverkoop en de onlangs ingevoerde makelaardij van de wijze waarop de coöperatieve banken streven naar een all round dienstbetoon. In 1975 zal die verdere ontplooiing worden nagestreefd onder het motto „Geld en Goede Raad". Op de inleiding van de heer Van Ogtrop volgde een gedachtenwisseling over uiteen lopende bancaire kwesties. Onder het genot van een glas sherry of een frisdrank zocht men ten slotte de oplossing van de diverse problemen in kleine groeps besprekingen, die overlegden in een gezel lige en informele sfeer. De Rabobank ontving deze middag een aan tal interessante gasten. De heer L. Fokkema, directeur NEC.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1975 | | pagina 20