de weekstaat van de
nederlandsche bank
33
drs. b. j. kruimel
Iedere dinsdag publiceert De Nederland
sche Bank de weekstaat. De volgende dag
wordt deze door de meeste dagbladen
veelal verkort en al of niet voorzien van
commentaar afgedrukt. Omdat er uit deze
weekstaat veel af te lezen is over de ont
wikkelingen welke in de voorafgaande
week op de geldmarkt hebben plaatsge
vonden, willen wij er in dit artikel nader op
ingaan.
Bijgaand is de weekstaat weergegeven zo
als deze op 5 november 1974 werd gepubli
ceerd. Het zal de lezer duidelijk zijn dat de
hoeveelheid bankbiljetten in omloop de be
langrijkste passief post vormt. Bij de activa
overheerst de goud- en deviezenvoorraad.
Deze bestaat enerzijds uit de goudvoorraad
en de vorderingen op het buitenland en
anderzijds uit de IMF-positie. De goudvoor
raad en de vorderingen in goud worden ge
waardeerd tegen ƒ1,- 0.245.489 gram
goud onder aftrek van '/2°/o behandelings-
kosten.
en het promessedisconto genoemd worden.
Een wissel is een betalingsopdracht (A
draagt B op om C te betalen) en een pro
messe is een betalingsbelofte (A belooft C
te betalen). Doordat er onder een wissel
één handtekening meer staat, vormt deze
een beter onderpand. Derhalve is het wis
seldisconto altijd lager dan het promesse
disconto. Op dit moment zijn deze respec
tievelijk 7 en 8 °/o.
De meest voorkomende vorm waarin het
bankwezen zich middelen verschaft bij De
Nederlandsche Bank is door middel van
voorschotten in rekening-courant. Er wordt
per periode een limiet (contingent) vast
gesteld voor het bedrag waarvoor de ban
ken tegen de normale tarieven een beroep
in de vorm van disconteringen en voor
schotten op De Nederlandsche Bank kun
nen doen. Dit contingent wordt berekend
aan de hand van de bedrijfseconomisch
vereiste liquide middelen van het bank
wezen. Als een bank het haar toegewezen
Opgemerkt moet nog worden dat er door
haar nooit creditrente wordt vergoed.
Uit post 15 blijkt het tegoed van het Rijk.
Ook zij kan voorschotten bij De Neder
landsche Bank opnemen (posten 6, 7 of 9).
Daarnaast beschikt de Staat over een te
goed resulterende uit de overdracht van de
IMF-positie aan de centrale bank, vroeger
werd deze namelijk door de Staat aange
houden. Dit tegoed is 1.400 miljoen groot
en mag door de Staat voor monetair neu
trale doeleinden worden gebruikt.
Het publiek staat in relatie tot De Neder
landsche Bank via de bankbiljettencircu-
latie. Deze fluctueert sterk, maar stijgt
trendmatig in de tijd. Bovendien varieert
het uitstaande bedrag zowel binnen de
week, binnen de maand als binnen het jaar.
Zo is de circulatie relatief hoog aan het
einde van de maand, in de vakantiemaan
den juli en augustus en in december.
Om de geldmarkt te steunen kan De Neder
landsche Bank zogenaamde swaptransac-
4-11-1974
4-11-1974
1.
Goud
6.848.954
14.
Bankbiljetten in omloop
12.529.506
2.
Bijzondere trekkingsrechten in het IMF
1.608.324
15.
's Rijks schatkist
5.615.250
3.
Reservepositie in het IMF
1.168.898
16.
Banken in Nederland
35.622
4.
Vorderingen en geldswaardige papieren luidende
17.
Andere ingezetenen
25.510
in goud of in buitenlandse geldsoorten
9.768.570
18.
Buitenlandse circulatiebanken en daarmede gelijk
5.
Buitenlandse betaalmiddelen
599
te stellen instellingen
85.797
6.
Wissels, promessen, schatkistpapier en schuld
19
Andere niet-ingezetenen
49.675
brieven in disconto
31.125
20
's Rijks schatkist, bijzondere rekening u.h.v. over
7.
Wissels, schatkistpapier en schuldbrieven door de
dracht IMF-positie
1.400.000
Bank gekocht
21.
Krediet van het IMF
8.
Voorschotten in rekening-courant en
22.
Saldo's luidende in buitenlandse geldsoorten
927
beleggingen
1.194.304
23
Tegenwaarde toegewezen bijzondere trekkings
9.
Voorschotten aan de Staat
rechten in het IMF
793.340
10.
Nederlandse munten
13.275
24.
Kapitaal
20.000
11.
Belegging van kapitaal en reserves
461.680
25
Reserves
441.690
12.
Gebouwen en inventaris
208.332
26
Diverse rekeningen
852.585
13.
Diverse rekeningen
545.841
21.849.902
21.849.902
(in duizenden guldens) Goud- en deviezenreserve van De Nederlandsche Bank 19.259.121
De positie van het bankwezen ten opzichte
van De Nederlandsche Bank blijkt met
name uit de posten 6, 8 en 16. Banken kun
nen herdisconteerbaar verklaarde wissels,
promessen en schatkistpapier bij De Ne
derlandsche Bank herdisconteren. Zij krij
gen dan het nominale bedrag onder aftrek
van het disconto. In dit verband kan ook
het onderscheid tussen het wisseldisconto
contingent overschrijdt is zij daarover nog
eens een rente-opslag verschuldigd afhan
kelijk van de mate van overschrijding. Daar
naast moeten de banken per contingente-
ringsperiode een aantal „schone dagen"
maken, derhalve mogen zij een aantal da
gen geen netto voorschotten in rekening
courant bij De Nederlandsche Bank op
nemen.
ties afsluiten. Dit zijn contante aankopen
van vreemde valuta (dollars) met gelijk
tijdige verkoop op termijn. Zo heeft zij in de
maand oktober voor meer dan 1 miljard
1- en 3-maands swaps afgesloten. Hierdoor
kreeg het bankwezen de beschikking over
een overeenkomstig bedrag aan guldens
tegoeden mede waardoor de grote belas
tingafdrachten in die maand niet tot grote