28
de aansprakelijkheid
geschillen
de aannemer
bedrijven bij gekomen, bijv. tegelzetters,
dakdekkers.
Meestal treedt zo'n gespecialiseerd bedrijf
als onderaannemer op. Denkbaar is dat de
opdrachtgever zelf het heft in handen
houdt door zijn aannemer een beperkte
opdracht te geven en anderen een bepaald
onderdeel van het werk op te dragen. Voor
al bij een groot bouwwerk zal de opdracht
gever zelf verschillende aannemers in
schakelen. Aan de één wordt het sloopwerk
gegund; aan de ander wordt het aanleggen
van de bouwput opgedragen; de derde
moet zorgdragen voor de bouw van het
betonskelet; de vierde voor de afwerking
van het bouwwerk; de vijfde voor de cen
trale verwarming; de zesde voor een air
conditioning; de zevende voor de vloer
bedekking enz.; met ieder van hen sluit de
opdrachtgever een afzonderlijk contract.
Wanneer de aanbesteder aldus een belang
rijk aandeel in de leiding in eigen hand
houdt, zal hij er de grootste aandacht aan
moeten besteden, dat al die afzonderlijke
opdrachten naar tijd en aard van het werk
precies op elkaar worden afgestemd en
ook volgens dat schema worden uitge
voerd. Uiteraard zal hij de planning en het
toezicht op de uitvoering daarvan in be
ginsel aan de architect overlaten. Maar de
zorg van de architect garandeert nog niet
dat alles rimpelloos zal verlopen. De ver
schillende aannemers kunnen het elkaar
wel eens moeilijk maken door niet op de
afgesproken tijd voor de uitvoering van het
aangenomen onderdeel zorg te dragen of
door niet rationeel te werk te gaan of zelfs
het werk van een ander te beschadigen of
werk te leveren dat achteraf ondeugdelijk
blijkt.
Gebreken aan een centrale verwarming
kunnen bijv. meebrengen dat er zodanige
voorzieningen worden aangebracht dat de
pas aangelegde parketvloer moet worden
opengebroken. Politieke verwikkelingen
kunnen er de oorzaak van zijn dat de aan
voer van natuursteen stagneert, zodat de
importeur de platen marmer niet op tijd
aan het bouwwerk kan afleveren, als hij
niet over een behoorlijke voorraad be
schikt.
Het maakt financieel een groot verschil uit
of de opdrachtgever de verschillende ne-
venbedrijven zelf in het bouwwerk betrekt,
dan wel of hij dit door zijn (hoofd)aanne-
mer laat doen. De bedrijven die het werk
uitvoeren in rechtstreekse opdrachten van
de aanbesteder zullen hun rekeningen bij
die aanbesteder moeten indienen. Heeft
de aanbesteder de aannemer de vrijheid
gelaten de uitvoering van de verschillende
onderdelen van het werk zelf te regelen,
dan zullen die bedrijven hun nota's naar
die (hoofd)aannemer moeten sturen. Deze
verdisconteert de facturen van zijn onder
aannemers in zijn rekening en legt er een
bepaald percentage boven op. Dit is be
grijpelijk, want hij draagt jegens de aan
besteder ook de verantwoordelijkheid voor
het werk dat zijn onderaannemers hebben
geleverd.
De onderaannemers berekenen daartegen
over een lagere prijs tegenover de (hoofd)-
aannemer dan zij bij een rechtstreekse
opdracht van de aanbesteder zouden ge
daan hebben.
Volgens ons burgerlijk recht kan iedere
eigenaar van een stuk grond daar in be
ginsel mee doen wat hij wil, als hij maar
aan anderen geen schade toebrengt. Zo
is het ook met een gebouw. Hij is verant
woordelijk voor de schade die de instorting
van het gebouw aan derden toebrengt.
Zo is ook de aanbesteder die laat bouwen,
aansprakelijk voor zijn eigen daden en na
latigheden; maar als hij iemand anders iets
opdraagt is hij ook aansprakelijk voor de
schade die deze aan een derde toebrengt.
De aanbesteder moet dus een bouw niet
laten beginnen, voordat er voldoende maat
regelen zijn genomen ter bescherming van
die derden. Ontbreken die voorzorgsmaat
regelen, dan is hij tegenover de derde
aansprakelijk voor die gevolgen.
Gesteld, dat een balk van een stelling van
het bouwwerk op straat valt en die balk
iemand doodt, dan is de aanbesteder aan
sprakelijk voor de gevolgen daarvan. Is de
getroffene een vader die voor zijn gezin
de kost verdient, dan zal de aanbesteder
dat gezin volgens bepaalde normen moeten
gaan onderhouden. De aanbesteder kan op
zijn beurt wel weer de aannemer aanspra
kelijk stellen, maar tegenover de getroffene
of diens nagelaten betrekkingen is hij in
eerste instantie aansprakelijk.
Volgens het beginsel dat ieder aanspra
kelijk is voor onrechtmatige daden van
zichzelf en van zijn ondergeschikten, is ook
de aannemer door de getroffene aanspra
kelijk te stellen voor de schade, die hij of
zijn ondergeschikten hebben aangebracht.
Die aannemer kan zich niet beroepen op
een opdracht van de aanbesteder of de
directie, tenzij in geval van overmacht. Voor
schade die redelijkerwijze niet is te voor
zien, zijn voorzorgsmaatregelen moeilijk te
verlangen.
De verantwoordelijkheid van de aannemer
voor een bouwwerk geldt ook tegenover de
eigenaars van naburige percelen, en voor
personen op het bouwwerk, die schade
lijden, leder is aansprakelijk voor de scha
de die zijn ondergeschikten aan anderen
berokkenen. Zo is ook de aannemer aan
sprakelijk voor de schade die bijv. zijn
metselaar aan derden veroorzaakt tijdens
de bouw.
De aansprakelijkheid van de aanbesteder
en de aannemer kan ten opzichte van de
eigenaren van belendende percelen heel
zwaar wegen. Wel behoort iedere eigenaar
te zorgen, dat zijn gebouw aan de eisen
van voldoende hechtheid voldoet, anders
is hij daarvoor zelf aansprakelijk.
Maar dit kan grote financiële offers vragen,
wanneer het pand zich in een oude stads
kern bevindt, en er een modern betonnen
pand uit de grond gestampt moet worden.
Indien de bouw vereist dat in het belenden
de perceel maatregelen getroffen worden,
die niet nodig zijn door de toestand van
het perceel zelf, bijvoorbeeld veiligheids
maatregelen tegen instorting, kan de bou
wer elke medewerking afdwingen, mits hij
aanbiedt de kosten te vergoeden.
De beschadigde zelf kan aanspreken wie
hij wil, d.w.z. de aanbesteder of de aan
nemer, ongeacht wat de partijen bij de
bouw hebben afgesproken. Hij zal zich
meestal wenden tot wie hij het meest in
staat acht tot betalen, hetzij de aanbeste
der, hetzij de aannemer. De aannemer kan
zich uiteraard tegen eventuele risico's ver
zekeren. Noch de bouwer, noch de aan
nemer is vrijgesteld van de aansprakelijk
heid door het enkel uitbrengen van een
exploit aan de eigenaar van het belendende
pand, waarbij hem gezegd wordt, dat men
wil gaan heien.
Als door het heien scheuren in het aan
grenzende pand ontstaan of als dit gaat
verzakken, dan zijn de bouwer en de aan
nemer daarvoor ieder afzonderlijk aanspra
kelijk. Maar wil de beschadigde een vor
dering tegen de bouwer of aannemer in
stellen, tot vergoeding van de schade,
daardoor ontstaan, dan zal hij ook moeten
bewijzen, dat die scheuren of verzakkingen
er niet waren voor het heien en veroorzaakt
zijn door het heien.
Als men beducht is voor scheuren of ver
zakkingen, zal men er goed aan doen voor
af maatregelen te treffen waardoor zulks
wordt voorkomen en ook vast te leggen
in welke staat en toestand het belendende
pand zich voor het heien bevindt, bijv.
stroken plakken over bestaande scheuren,
foto's maken en deskundig rapport op
maken en vastleggen dat de partijen hier
mede akkoord gaan.
Het is helaas geen zeldzaamheid wanneer
aanbesteder en aannemer het niet eens
kunnen worden over de afwerking van één
of meer onderdelen van het werk. Zij kun
nen dan naar de rechter stappen om diens
oordeel te vragen. Het is in de loop der
jaren echter steeds meer gewoonte ge
worden de geschillen voor te leggen aan
de beslissingen van arbiters of bindend
adviseurs. De bouwbedrijven kennen daar
voor sinds 1907 een Raad van Arbitrage
voor de Bouwbedrijven in Nederland. Dit
college is samengesteld door drie vereni
gingen, nl. van de Delftse Ingenieurs, van
de Architecten en van de Aannemerswe
reld. De Raad is gevestigd te Amsterdam
en heeft het doel om de geschillen te be
slechten tussen de aanbesteders en tussen
hun leiding en toezichthoudende mensen
enerzijds en de aannemers anderzijds.