de aannemer 26 mr. a. m. g. bernard de aannemingsovereenkomst de keuze van een aannemer de inhoud van de aannemingsovereenkomst De architect is de man die het ontwerp en de tekeningen van het bouwwerk maakt en de bouw zonodig begeleidt. Maar de aannemer is de man die het eigen lijke werk doet, die bouwt. Van hem hangt het dus eigenlijk af of het bouwwerk deug delijk wordt en aan de wensen van de bouwheer voldoet. Soms maakt hij zelfs nog het ontwerp en de tekeningen, zodat er niet eens een architect bij te pas komt. Om tot de bouw te komen sluiten bouwheer en aannemer een overeenkomst nl. een overeenkomst van aanneming van werk. Het ontwerp voor het nieuw Burgerlijk Wet boek zegt: „Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens de andere partij de aanbesteder verbindt om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te bren gen tegen een door de aanbesteder te betalen prijs in geld." Deze definitie sluit aan bij de heersende rechtsovertuiging. De definitie bevat drie elementen welke het recht op het gebied van aanneming van het werk in ons rechts leven een geheel eigen plaats geeft. Er wordt gesproken van: 1. het buiten dienstbetrekking tot stand brengen; 2. van een werk van stoffelijke aard; 3. tegen een in geld te betalen prijs. Het eerste brengt een strenge afscheiding te weeg van het arbeidsrecht, van de arbeid in loondienst. Het tweede sluit uit dat het om een over eenkomst gaat tot het verrichten van enkele diensten zoals door een arts, advocaat. Het derde drukt uit, dat de tegenprestatie uit geld moet bestaan. Als partijen over eenkomen dat de aanbesteder een tegen prestatie in een bepaald goed of arbeid levert, is er dus geen sprake van een over eenkomst van aanneming van werk. Het is van groot belang voor de partijen te weten waar zij aan toe zijn. Hun rechten en verplichtingen worden over en weer ge regeld in het aannemingscontract. Maar alles kan nog zo goed geregeld zijn, heel belangrijk is, dat partijen over en weer ook in staat geacht worden hun verplichtingen na te komen. De aannemer moet weten, dat de aanbe steder goed is voor zijn geld. De aanbe steder moet het vertrouwen hebben dat de aannemer bij machte is het overeengeko men werk naar behoren uit te voeren. Tegelijk moet de aanbesteder het gevoel hebben niet teveel te betalen. Voor de aanbesteder is het zo mogelijk nog van groter gewicht te bepalen aan wie hij het werk zal opdragen. De aanbesteder zal moeten weten dat de aannemer het werk aan kan, vooral wanneer het om een bouwwerk gaat van enige omvang of met een geheel eigen functie. Vakbekwaamheid, ervaring en financiële draagkracht van de aannemer moeten ge waarborgd zijn. Een aannemer, die zich voornamelijk bezighoudt met de bouw van woningen, zal op het gebied van brugge- bouw minder goed thuis zijn. Een aan nemer, die zijn werkterrein vindt in het eenvoudige onderhoudswerk zal zich niet gemakkelijk bewegen op het gebied van scholenbouw. Van een aannemer, die over weinig vast personeel beschikt of zelfs een eenmansbedrijf leidt, kan niet verwacht worden, dat zijn personeelsbestand ineens zal uitgroeien tot 100 of 1000 man, die noodzakelijk zijn om een werk van grote omvang tot stand te brengen. Een aannemer die nooit een werk onder handen heeft gehad van meer dan 50.000,- zal geen werk moeten aannemen waarmee een bedrag is gemoeid van een miljoen gulden. Een aannemer moet ook geen werk aanvaarden waarvan de omvang zijn financiële draagkracht te boven gaat. Deze draagkracht is niet alleen afhankelijk van de eigen middelen maar ook van het krediet dat hem ter beschikking wordt ge steld en in redelijke verhouding moet staan tot het bedrag aan eigen kapitaal. Het is toch immers zo, dat de aanbesteder, be houdens een aanbetaling, doorgaans aan de aannemer betaalt naar mate de bouw vordert. De aannemer zal dus de kosten van materiaal, lonen, belastingen en so ciale lasten uit eigen of vreemde middelen moeten financieren tot dat de aanbesteder hem betaalt. De voortgang van het bouw werk moet niet belemmerd worden door allerlei moeilijkheden bij betaling van ma terialen, grondstoffen, lonen, sociale lasten, belastingen enz. Anders zullen de leveran ciers niet tijdig leveren, de werknemers weglopen, de belastingen beslag gaan leggen. Het andere belangrijke aspect van de aan nemingsovereenkomst is de prijs. Uitgangs punt is, dat de prijs vooraf bepaald wordt. Veel opdrachtgevers koesteren de vrees, dat de aannemer, die hem eventueel door de architect wordt gepresenteerd een te hoge prijs opgeeft. Hij behoeft immers niet met andere aannemers te concurreren. De mogelijkheid bestaat om dit door open bare of onderhandse inschrijving te onder vangen. Bij de openbare inschrijving geeft de opdrachtgever bijv. bij advertentie in een dagblad alle aannemers, die daarin be langstellen, de gelegenheid in te schrijven. Bij onderhandse inschrijving nodigt de op drachtgever bepaalde aannemers uit om in te schrijven, d.w.z. een prijsopgave te doen. Bij beide vormen speelt de rekenvergoe- ding een voorname rol. De aannemers kunnen onderling afspreken niet in te schrijven beneden een bepaald bedrag en bovendien op de som, waarvoor zij het werk zullen aannemen, een bedrag te zet ten, dat onder de inschrijvers aan wie het werk niet wordt gegund, wordt verdeeld. Het is inderdaad niet onredelijk dat een inschrijver een beloning ontvangt voor het maken van de berekeningen voor de in schrijving, maar ongeoorloofd is het ten aanzien van een niet serieuze inschrijver, die voor zijn begroting niet meer dan een kwartier nodig had. Soms vraagt de aan besteder een inschrijving met een zgn. open begroting. Hij stelt dan de eis dat de inschrijver zijn prijsopgave toelicht met begroting van de afzonderlijke onderdelen van het project. Het laten inschrijven is geen verplichting voor de aanbesteder. Vaak vindt er ook geen inschrijving plaats, bijv. bij kleinere bouwwerken. Wordt het werk na inschrijving aan een bepaalde aannemer gegund, dan geeft de aanbesteder hiervan bij aangetekend schrijven aan de aannemer kennis onder verwijzing naar de inschrijving, het bestek en de nota van inschrijvingen. Als er geen inschrijving plaats vindt zal er zonder meer volstaan kunnen worden met een aanne mingscontract. Behalve de verklaring van de aanbesteder dat hij aan de aannemer een bepaald bouwwerk ter uitvoering opdraagt en de verklaring van de aannemer dat hij deze opdracht aanvaardt worden in het contract allerlei voorwaarden en bepalingen opge somd waaronder de overeenkomst wordt gesloten. In de eerste plaats wordt gesteld welke prijs betaald moet worden. Deze prijs kan exact aangegeven zijn, gelijk gebruikelijk is. Van deze prijs mag in beginsel niet afgeweken worden, behalve in drie geval len. De aannemer kan bedingen dat er een risicoregeling van toepassing wordt ver klaard bijv. de gewijzigde Risicoregeling Woningbouw 1964. Op grond van deze regeling is het de aan nemer onder bepaalde omstandigheden toegestaan de stijging van lonen en prijzen, een bepaalde tijd na het sluiten van de overeenkomst opgekomen, door te bereke nen. De aannemer zal verder bedingen dat kosten van extra werk en extra voorzienin gen als meerwerk zullen worden be schouwd waarvoor naast de aanneemsom extra bedragen worden berekend. De aan besteder wil bijv. in plaats van tegels, die oorspronkelijk zouden worden aange bracht, andere duurdere tegels hebben. Daar tegenover staat dat ook kosten van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 28