geld- en kapitaalmarkt 34 drs. h. visser en mevr. mr. h. besanpon geldmarkt obligatiemarkt De maand oktober heeft in het teken van een nationale en internationale rentedaling gestaan. Aanvankelijk waren het met name de Verenigde Staten waar een tendens van rentedaling zich steeds duidelijker manifesteerde; nadat eerst een aantal kleinere banken de prime-rate verlaagd had, volgden medio oktober de grotere banken schoor voetend. De oorzaak van deze rentedaling dient vooral gezocht te worden in de terughoudendheid in de krediet- vraag en de kommervolle conjuncturele ontwikkeling. Be gin november werd de prime-rate door een vooraanstaande grootbank zelfs verlaagd tot 10,75%. Een soortgelijke situatie deed zich ook in West-Europa voor. De Bundesbank komt de eer toe als eerste de tarie ven verlaagd te hebben. Op 24 oktober besloot zij o.m. tot een verlaging van de discontovoet met een 0,5 waar door dit tarief op 6,5% kwam, terwijl tevens de herdiscon- teringsplafonds voor het bankwezen met een 2,5 miljard DM verhoogd werden. Een dag later ging De Nederland- sche Bank over tot een tariefsverlaging met maar liefst 1 Hiermede zijn het wisseldisconto en het promessendiscon- to op respectievelijk 7 en 8 gekomen. In de toelichting op deze rentedaling werd naar voren gebracht dat tot een dergelijke stap besloten was vanwege de dalende tenden ties van de rente in binnen- en buitenland en de positie van de gulden. In herinnering zij gebracht dat het in de cember 1973 met name de positie van de gulden is geweest die noopte tot een verhoging van de officiële rentetarie ven. Voorts is een daling van de rente om conjuncturele redenen gewenst. Of de tendens van rentedaling zich ook in de komende maanden voortzet, is thans nog moeilijk te beantwoorden. Indien de autoriteiten de conjuncturele ontwikkeling laten prevaleren boven de inflatiebestrijding, dan lijkt de verwachting gewettigd dat vooral de geldmarkt rente nog verder daalt, waardoor aan de ongebruikelijke rentestructuur een einde komt. Met betrekking tot de weekstaat van De Nederlandsche Bank dient opgemerkt te worden dat het saldo van het Rijk in de maand oktober zeer fors van omvang was. Des alniettemin bleef het beroep van de banken op De Ne derlandsche Bank aan de bescheiden kant. Begin novem ber zal echter vanwege nieuwe belastingafdrachten het saldo wel weer stijgen, evenals het beroep op De Ne derlandsche Bank. Liet de obligatiemarkt in de eerste helft van oktober een redelijk stabiel beeld zien waarbij de koersfluctuaties mi nimaal waren, in de tweede helft van de maand vertoonden de obligatiekoersen een duidelijk stijgende lijn. De Rabo- rente-wijzer gaf in deze periode een daling aan van 10.32 naar 9.60. In tegenstelling tot de voorafgaande maanden waren het de langerlopende leningen in plaats van de leningen met een korte looptijd die een grotere belang stelling ondervonden. Kennelijk heeft in deze periode het idee postgevat dat de rente zich in neergaande richting zal gaan bewegen. De aanzet tot deze rentedaling, die internationaal is, kwam uit Amerika. De rente op de kapitaalmarkt in Amerika gaf een daling te zien ondanks de grote kapitaalbehoefte van zowel het bedrijfsleven als de overheid. Zowel de over- heidspolitiek, die gericht is op ontspanning van de geld en kapitaalmarkt, als de op gang komende recycling van Arabische dollars, waren hiervoor een belangrijke stimu lans. In Amerikaanse bankierskringen wordt rekening ge houden met een verdere daling van de geldmarkttarieven vóór het eind van het jaar. De verlaging van het officiële discontotarief in Duitsland, gevolgd door een verlaging van alle officiële rentetarieven met 1 in Nederland heeft de stijgende tendens van de obligatiekoersen op de Duitse en Nederlandse beurzen de laatste dagen versterkt. Deze ontwikkeling vond mede zijn oorzaak in het feit dat de geldmarkttarieven voor het eerst sinds lange tijd duidelijk onder die van de kapitaalmarkt rente zijn gedaald. De 11V4 10-jarige obligaties Akzo, waarvan de inschrij ving a 100% begin oktober openstond, kwamen in de no tering op 100,6%. Ultimo oktober bedroeg de koers 102,7%. De op 8 oktober aangekondigde 11 BNG-lening (gemiddelde looptijd 9 jaar), waarvan de uitgiftekoers was vastgesteld op 100% gaf ultimo oktober een notering te zien van 103,8%. Dat de belangstelling voor de langer lopende leningen momenteel groter is, moge blijken uit het feit, dat de 11 BNG-lening van juli jl., waarvan de gemiddelde looptijd circa 4 jaar is, op diezelfde datum een punt lager noteerde. Onder invloed van de gewijzigde marktverhoudingen heb ben de Westland-Utrecht Hypotheekbank en de Friesch- Groningsche Hypotheekbank, na de afgiftekoers van hun 11% pandbrieven eerst verhoogd te hebben tot 100%, eind oktober de afgifte van deze pandbrieven gestaakt. De Raiffeisenhypotheekbank heeft met ingang van 1 november de afgiftekoers van haar 11% pandbrieven verhoogd tot 101 Mede door bovengenoemde discontoverlagingen is de plaatsing van de 10%% gulden-notes van de Centrale Rabobank een groot succes geworden. Op 1 november heeft de Staat der Nederlanden aange kondigd een 9% 25-jarige obligatielening groot 250 miljoen uit te geven tegen een koers van 100%. Gezien de wijze waarop de nieuwste lening ter beurze werd ontvangen zou men kunnen concluderen dat de scherpe voorwaarden voor deze lening duidelijk illustratief zijn voor de dalende tendens van de kapitaalmarktrente.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1974 | | pagina 36