18
ruilverkavelingsbeleid
in het geding
agrarisch grondgebruik
Gesteld wordt, dat alle landbouw een meer
voudige doelstelling heeft en dat de land
bouw zich als natuurlijke activiteit we
zenlijk van de industrie onderscheidt, o.a.
doordat de landbouw werkt met levend
materiaal en in natuurlijke ritmen. De in
dustrie is daarvan in vele gevallen on
afhankelijk.
Bepleit wordt naast het ontwikkelen van
biologische landbouwmethoden „aange
paste landbouwsystemen" te ontwikkelen.
Gesteld wordt, dat een boer, die de stij
gende kosten van zijn bedrijfsvoering al
leen door nog verdere intensivering kan
opvangen, niet tegelijkertijd kan optreden
als beheerder van natuur- en landschaps
elementen, die alleen kunnen blijven voort
bestaan door aan de intensivering dui
delijke grenzen te stellen. Op grond hiervan
wordt bepleit een kritische herwaardering
van het landbouwprijsbeleid en een onder
zoek naar de maatschappelijke rentabiliteit
van het landbouwstructuurbeleid.
Voorts dienen alle plannen en maatregelen,
die invloed kunnen hebben op milieu, na
tuur en landschap aan ecologische inzich
ten te worden getoetst.
Deze visie heeft inmiddels geleid tot een
duidelijke tendens van de zijde van de
Natuurbescherming om scherper eisen te
stellen ten aanzien van de uitvoering van
werken en het claimen van veilig te stellen
natuurgebieden in de ruilverkavelingen. In
een aantal gebieden zijn inmiddels zo
danige eisen op tafel gelegd, dat hierdoor
voor de betrokken gebieden een voor de
landbouw aanvaardbaar herinrichtingsplan
in feite wordt geblokkeerd.
Het Landbouwschap heeft in een recent
schrijven aan de Vaste Commissie voor
Landbouw van de Tweede Kamer ernstig
bezwaar gemaakt tegen het vooruitlopen
van het ruilverkavelingsbeleid op de nieuwe
Landinrichtingswet, die nog in een begin
stadium van voorbereiding is.
Het is nog geheel onzeker hoe deze Wet
er uit zal zien en wanneer deze zal worden
ingediend. Anticiperen op deze Wet be
tekent dat plannen worden voorbereid